3.1 Macro- en microniveau
macroniveau = Alles wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
microniveau = het niveau van de kleinste deeltjes van de stof
moleculen = de kleinste deeltjes waaruit de meeste stoffen bestaan.
● vaste stof: de moleculen zitten dicht op elkaar gestapeld en trillen op hun
plaats
● vloeistof: de moleculen bewegen langs elkaar
● gas: de moleculen bewegen ver uit elkaar
een rooster = stapeling in een vaste stof ------------------>
● Iets wat je niet direct kunt zien, kun je wel met een model
beschrijven
● simulatie = een bepaald proces nabootsen en met behulp
van een computer de omstandigheden aanpassen →
resultaat van die veranderende omstandigheden. (werkt
niet altijd met moleculen)
3.2 Het periodiek systeem
atomen = bouwstenen van moleculen
● kunnen van dezelfde soort zijn maar ook van
verschillende soorten
○ molecuul met maar één atoomsoort = een element
○ molecuul met meerdere atoomsoorten = een
verbinding
● atoomsoorten worden weergegeven met een symbool dat is samengesteld uit
de naam van het atoom
De symbolen van alle atoomsoorten staan gerangschikt in een overzicht: het
periodiek systeem.
● grootste deel = metalen
○ aantal gemeenschappelijke eigenschappen
○ metalen kun je op grond van hun aantasting door stoffen uit de
omgeving onderverdelen in edel, halfedel, onedel en zeer onedel
● rest = niet-metalen en metalloïden
○ ongeveer 20, geen duidelijke overeenkomstige eigenschappen
macroniveau = Alles wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
microniveau = het niveau van de kleinste deeltjes van de stof
moleculen = de kleinste deeltjes waaruit de meeste stoffen bestaan.
● vaste stof: de moleculen zitten dicht op elkaar gestapeld en trillen op hun
plaats
● vloeistof: de moleculen bewegen langs elkaar
● gas: de moleculen bewegen ver uit elkaar
een rooster = stapeling in een vaste stof ------------------>
● Iets wat je niet direct kunt zien, kun je wel met een model
beschrijven
● simulatie = een bepaald proces nabootsen en met behulp
van een computer de omstandigheden aanpassen →
resultaat van die veranderende omstandigheden. (werkt
niet altijd met moleculen)
3.2 Het periodiek systeem
atomen = bouwstenen van moleculen
● kunnen van dezelfde soort zijn maar ook van
verschillende soorten
○ molecuul met maar één atoomsoort = een element
○ molecuul met meerdere atoomsoorten = een
verbinding
● atoomsoorten worden weergegeven met een symbool dat is samengesteld uit
de naam van het atoom
De symbolen van alle atoomsoorten staan gerangschikt in een overzicht: het
periodiek systeem.
● grootste deel = metalen
○ aantal gemeenschappelijke eigenschappen
○ metalen kun je op grond van hun aantasting door stoffen uit de
omgeving onderverdelen in edel, halfedel, onedel en zeer onedel
● rest = niet-metalen en metalloïden
○ ongeveer 20, geen duidelijke overeenkomstige eigenschappen