100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biomedisch jaar 1, periode 2 ademhalingstelsel

Rating
-
Sold
1
Pages
9
Uploaded on
29-10-2021
Written in
2020/2021

In deze samenvatting zitten de anatomie & fysiologie en pathologie van het ademhalingsstelsel

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 15
Uploaded on
October 29, 2021
File latest updated on
October 29, 2021
Number of pages
9
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 15 het ademhalingsstelsel
Het ademhalingsstelsel (tractus respiratorius) verzorgt de gaswisseling tussen het milieu exterieur en het
milieu interieur. Hij neemt zuurstof op voor de lichaamscellen en verwijderen kooldioxide. Het
cardiovasculaire stelsel vormt de verbinding tussen de interstitiële vloeistof en de
uitwisselingsoppervlakken van de longen. Het ademhalingsstelsel heeft 5 functies:

1. Het vormt een groot oppervalk voor de gaswisseling tussen de lucht en bloed.
2. Het verplaatsen van lucht van en naar het gaswisselingsoppervlak in de longen.
3. Bescherming van de alveolaire oppervlakken tegen uitdroging en temperatuurveranderingen en
verdediging tegen ziekteverwekkers.
4. De vorming van geluiden waardoor spraak en zang mogelijk zijn.
5. De reukzin bevorderen door de reukcellen in de neusholten.

Onder luchtwegen worden de buizen verstaan waardoor lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken
van de longen wordt vervoerd. Deze buizen zijn bekleed met het respiratoire slijmvlies. Dit slijmvlies
bestaat uit respiratoir epitheel (een cilinderepitheel met trilharen dat veel bekerslijmcellen bevat) en uit
losmatig bindweefsel ook wel het lamina propria. Dit is een werkingsmechanisme voor ziekteverwekkers
en gifstoffen op te vangen. De trilharen bewegen het slijm voort zodat het in de maag wordt afgebroken
door zuren en enzymen. Je kunt ze verdelen in twee soorten:
 Bovenste luchtwegen: Het gedeelte voor geleiding van lucht.
1. Neus:

- Uitwendige neusopeningen/neusgaten: Lucht komt hierbinnen.

- Vestibulum Nasi = toegang tot de neusholte ter hoogte van de neusvleugel. Hij wordt
door flexibel weefsels omsloten.

- Neusschelpen: Superior, media en inferior. Wervelen de lucht zodat het vochtig wordt.

- Neusholte: Haartjes die stof en zand tegenhouden, bekleedt met een slijmvlies wat
bestaat uit respiratoir epitheel. Dit bevat veel slijmbekercellen en slijmklieren wat ervoor
zorgt dat er slijm gevormd wordt. Slijm wordt ook gevormd in de neusbijholte en door
traanvocht. Dit slijm wordt door de trilharen afgevoerd naar de keelholte.
 Laterale (zijkant), bovenste wand neusholte
 Maxilla (kaakbeen). Een deel van het harde gehemelte. Het harde gehemelte
scheidt de neusholte en keelholte.
 Os nasale (neusbeen).
 Os frontale (voorhoofdsbeen).
 Os ethmoidale (zeefbeen). Achterste gedeelte neustussenschot.
 Os sphenoidale (wiggenbeen).

- Neustussenschot: Verdeelt de neusholte in een linker- en rechterhelft, het voorste deel
bestaat uit hyalien kraakbeen = stevigheid, buigzaam, verminderd wrijving kraakbeen.
Het achterste deel bestaat uit gedeelten ploegschaarbeen en het zeefbeen.

- Hard gehemelte: Gehemeltebeen en kaakbeen. De bodem van de neusholte en scheidt
de mondholte van de neusholte.

- Zacht gehemelte: Loopt achter het harde gehemelte door en vormt de bodem van de
nasofarynx.

- Inwendige neusopeningen.

1

, - Neusbijholte: Er zit slijm wat de neusholten spoelt.




2. Farynx (keelholte): Hij maakt deel uit van het ademhalingsstelsel en het verteringstelsel.
Loopt vanaf de inwendige neusopening naar de toegang tot de larynx en de oesofagus
(slokdarm). De keelholte bestaat uit drie delen.
- Nasofarynx: Via de inwendige neusopeningen met de neusholte verbonden en loopt
door tot de achterste rand van het zachte gehemelte. Bevat keelamandelen en de
doorgang van buis van Eustachius.

- Orofaynx: Loopt vanaf het zachte gehemelte naar de basis van de tong.
Gehemelteamandelen.

- Laryngofarynx: Loopt tussen het niveau van het os hyoideum (tongbeen) en de toegang
tot de oesofagus (slokdarm).

3. Larynx (strottenhoofd): Via een smalle opening die glottis (stemspleet) genoemd wordt.
Bestaat uit negen kraakbeendelen.
- Glottis (stemspleet): Het gat tussen de stembanden in. Wanneer de stembanden
aangespannen zijn, wordt er lucht door de stemspleet geperst wat zorgt voor geluid. De
klank van het geluid hangt af van de diameter, de lengte en de spanning van de
stembanden. De skeletspieren van de stembanden regelen de positie van de Cartilago
arytenoidea waardoor de stembanden groter of kleiner worden.
1. De valse stembanden: Lopen over het strottenhoofd tussen het
schildklierkraakbeen. Ze zijn heel stug. Ze helpen voorkomen dat er vreemde
voorwerpen in de stemspleet komen.
2. De ware stembangen: Lopen tussen het schildkraakbeen en de Cartilago
arytenoidea. Deze zijn betrokken bij het voortbrengen van geluid.

- Epiglottis (strottenklepje): Steekt boven de stemspleet uit. Tijdens het slikken komt het
strottenhoofd omhoog en vouwt het strottenklepje zich naar achter over de stemspleet.
Zodat er geen voedsel of vloeistof in de luchtwegen komt.


2

, - Cartilago thyroidea (schildkraakbeen): De
adamsappel vormt de voorkant. Bieden
plaats voor de aanhechtingen van
belangrijke spieren en banden.

- Ringvormig kraakbeen: Zit aan de
achterkant. Beschermen stemspleet en
toegang tot luchtpijp. Bieden plaats voor
de aanhechting van belangrijke spieren en
banden.

- Cartilago arytenoidea: Klein
kraakbeenstuk.

- Cartilago corniculata: ‘’
- Cartilago cuneiformis: ‘’

 Onderste luchtwegen: Het gedeelte van de gaswisseling.
1. Trachea (luchtpijp): Een taaie, buigzame buis. Aan de larynx gehecht begint bij de 6e
halswervel. Eindigt in het mediastinum (ruimte tussen beide longen) bij de 5e borstwervel.
Vertakt zich daarin linker en rechterbronchus. Hij wordt door kraakbeenstukken verstevigd.
Deze liggen aan de achterkant tegen de oesofagus aan. Hierdoor kan bij een grote
voedselbrok de achterkant gemakkelijk worden vervormd. De kraakbeenstukken zijn door de
m. trachealis (luchtpijpspier) aan elkaar verbonden. De diameter kan veranderd worden door
de luchtpijpspieren.

2. Bronchiën

- Linker en rechter primaire bronchus: Bestaat uit trilhaarepitheel en is door
kraakbeenstukken omgeven. De rechter bronchus is voor de rechterlong en de linker
bronchus voor de linkerlong. Doordat de rechter primaire bronchus een grotere diameter
heeft en onder een minder scherpe hoek loopt, komen de meeste vreemde voorwerpen
die de trachea binnekomen in de rechter primaire bronchus terecht.

- Bronchusboom: In elk van de longen vertakt de primaire bronchus zich tot steeds kleiner
wordende luchtwegen. De kraakbeenstukken worden steeds kleiner, als de doorgang
kleiner is dan 1mm verdwijnen ze helemaal.

- Secundaire bronchi: Als de primaire bronchiën de longen ingaat wordt het secundaire
bronchi. De kraakbeenstukken van deze bronchi zijn vrij groot.

- Tertiaire bronchi: Voorziet een specifiek gebied van lucht = bronchopulmonair segment.
De kraakbeenstukken zitten er niet meer omheen.

- Bronchiolen: Bestaan uit spierweefsel, geen kraakbeenstukken. Wordt geregeld door
bronchodilatatie en bronchoconstrictie. Slijmbekercellen in de wand produceren slijm
wat door de trilharen (cilia) wordt afgevoerd.

- Terminale bronchioli: Voert lucht naar een lobje van de long = een gedeelte van het
longweefsel dat is begrensd door tussenschotten van bindweefsel en dat lucht krijgt
toegevoerd door 1 enkele bronchiolus, die is omgeven door longarteriën en longvenen.




3

, -




- Respiratoire bronchioli: De dunste vertakkingen van de bronchusboom, voeren gas naar
de gaswisselingsoppervlakken.

- Ductuli alveolares: Doorgangen. Deze buisjes eindigen in longtrechtertjes.

- Longtrechtertjes: Gezamenlijke compartimenten die uit vele afzonderlijke alveoli
bestaan.

- Alveoli: Gaswisseling oppervlak. Epitheel uit plaveisepitheel. Pneumocyten geven een
olieachtig klierproduct af op het oppervlak van de alveoli genaamd surfacant. Deze stof
zorgt ervoor dat de longblaasjes open blijven staan. Alveolaire macrofagen zijn witte
bloedcellen. Deze zorgen ervoor dat elke bacterie wordt vernietigd.

- Respiratoire membraan/alveolaire membraan: Het alveolaire membraan is de dunne
Scheidingswand tussen de longblaasjes en de aangrenzende capillairen. Dit ligt over de
capillairen van de alveoli. De diffusie afstand is klein. In de endotheelcellen zit
angiotensine. Door het drukverschil in dit membraan kunnen gassen diffunderen.
 De plaveisepitheel: Een laagje aaneengesloten cellen, die de alveoli bekleden.
 De endotheelcellen: Een laagje aaneengesloten cellen van de wand van een
aangrenzend capillair. Is de primaire bron van angiotensine converterend enzym
ACE.
 De versmolten basaalmembranen: Dun laagje dat zich onder het endotheel en
epitheel van organen bevindt die tussen de cellen van de alveolus en de
endotheelcellen liggen.




4
$10.28
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
mies275 Hogeschool InHolland
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
44
Member since
4 year
Number of followers
34
Documents
7
Last sold
6 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions