Paragraaf 3.1
orgaan zintuig prikkel
oor gehoorzintuig geluid
oog gezichtszintuigen licht
neus reukzintuig geurstoffen
tong smaakzintuigen smaakstoffen
huid 1. warmtezintuigen hoge temperatuur
2. koudezintuigen lage temperatuur
3. tastzintuigen hoe voelt een voorwerp aan
4. pijnzintuigen pijn
Je zintuigen zetten prikkels om in impulsen. De impuls gaat via je zenuwen naar de
hersenen. Je hersenen verstuurd een impuls terug naar de zintuigen waardoor je lichaam
reageert.
Zenuwstelsel bestaat uit je zenuwen, hersenen (de grote hersenen en kleine hersenen) en
ruggenmerg. Het ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom.
Er zijn twee soorten zenuwen:
● gevoelszenuw, deze stuurt de impuls van een zintuig naar de hersenen
● bewegingszenuw, deze stuurt een impuls vanuit de hersenen terug naar je spieren
om te reageren.
Wanneer de impuls via de gevoelszenuw in de hersenen aankomt weet jij wat je waarneemt.
De zintuigen sturen zo veel impulsen naar je hersen, dat ze niet op alles reageren. De
hersenen kiezen wanneer ze wel of niet reageren. Hoe meer de impuls afwijkt van wat je
gewend bent, hoe belangrijker de impuls voor de hersenen zijn en zal de hersenen een
impuls via de bewegingszenuw naar de spieren sturen om te reageren.
Een hersencentrum is een gebied in de grote hersenen waar impulsen van een bepaalde
gevoelszenuw (zintuig) binnenkomen. Er is bijvoorbeeld een hersencentrum voor de smaak.
De uitgaande impulsen naar de spieren komen ook uit een bepaald gebied in de grote
hersenen.
orgaan zintuig prikkel
oor gehoorzintuig geluid
oog gezichtszintuigen licht
neus reukzintuig geurstoffen
tong smaakzintuigen smaakstoffen
huid 1. warmtezintuigen hoge temperatuur
2. koudezintuigen lage temperatuur
3. tastzintuigen hoe voelt een voorwerp aan
4. pijnzintuigen pijn
Je zintuigen zetten prikkels om in impulsen. De impuls gaat via je zenuwen naar de
hersenen. Je hersenen verstuurd een impuls terug naar de zintuigen waardoor je lichaam
reageert.
Zenuwstelsel bestaat uit je zenuwen, hersenen (de grote hersenen en kleine hersenen) en
ruggenmerg. Het ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom.
Er zijn twee soorten zenuwen:
● gevoelszenuw, deze stuurt de impuls van een zintuig naar de hersenen
● bewegingszenuw, deze stuurt een impuls vanuit de hersenen terug naar je spieren
om te reageren.
Wanneer de impuls via de gevoelszenuw in de hersenen aankomt weet jij wat je waarneemt.
De zintuigen sturen zo veel impulsen naar je hersen, dat ze niet op alles reageren. De
hersenen kiezen wanneer ze wel of niet reageren. Hoe meer de impuls afwijkt van wat je
gewend bent, hoe belangrijker de impuls voor de hersenen zijn en zal de hersenen een
impuls via de bewegingszenuw naar de spieren sturen om te reageren.
Een hersencentrum is een gebied in de grote hersenen waar impulsen van een bepaalde
gevoelszenuw (zintuig) binnenkomen. Er is bijvoorbeeld een hersencentrum voor de smaak.
De uitgaande impulsen naar de spieren komen ook uit een bepaald gebied in de grote
hersenen.