Warmte:vorm energie
Energie: E
Warmte: Q
Chemische energie→ energie-inhoud van een stof
Energieomzetting→ warmte(energie gaat nooit verloren)
Energiestroomdiagram: geeft aan hoe stroom wordt omgezet
Breedte→ hoeveelheid
energie gaat nooit verloren!
soortelijke warmte geeft aan hoeveel energie er nodig is om 1 g van een stof 1 oC op te
warmen
Energiebron: Soort energie die door energie omzetting gebruikt kan worden
Fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas, steenkool
Biomassa: snoei- en afvalhout, plantenresten, koeien- en kippenmest
Zonnecollector: zet stralingsenergie om in warmte
Zonnecellen: zetten stralingsenergie om in elektrische energie
Warmte komt uit de aarde door warmtewisselaar
Geleiding: warmte beweegt door stof(botsing moleculen)
Stroming: vloeistoffen en gassen verplaatsen(warme lucht lagere dichtheid→ lichter)
stralingsenergie: vorm energie(hoe hoger de temperatuur hoe meer straling)
Warmte verlies beperken: isoleren(handschoenen, dubbelzijdig glas)
verspilling energie:
vermogen verminderen
tijd korter maken
Rendement:nuttigheid apparaat
percentage van energie die nuttig wordt gebruikt
Ngloeilamp= 5%
Nspaarlamp=25%
verbrandingswarmte= warmte die vrij komt bij de verbranding van een stof
Energie: E
Warmte: Q
Chemische energie→ energie-inhoud van een stof
Energieomzetting→ warmte(energie gaat nooit verloren)
Energiestroomdiagram: geeft aan hoe stroom wordt omgezet
Breedte→ hoeveelheid
energie gaat nooit verloren!
soortelijke warmte geeft aan hoeveel energie er nodig is om 1 g van een stof 1 oC op te
warmen
Energiebron: Soort energie die door energie omzetting gebruikt kan worden
Fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas, steenkool
Biomassa: snoei- en afvalhout, plantenresten, koeien- en kippenmest
Zonnecollector: zet stralingsenergie om in warmte
Zonnecellen: zetten stralingsenergie om in elektrische energie
Warmte komt uit de aarde door warmtewisselaar
Geleiding: warmte beweegt door stof(botsing moleculen)
Stroming: vloeistoffen en gassen verplaatsen(warme lucht lagere dichtheid→ lichter)
stralingsenergie: vorm energie(hoe hoger de temperatuur hoe meer straling)
Warmte verlies beperken: isoleren(handschoenen, dubbelzijdig glas)
verspilling energie:
vermogen verminderen
tijd korter maken
Rendement:nuttigheid apparaat
percentage van energie die nuttig wordt gebruikt
Ngloeilamp= 5%
Nspaarlamp=25%
verbrandingswarmte= warmte die vrij komt bij de verbranding van een stof