100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

SCC volledige collegestof aantekeningen/uitwerkingen

Rating
-
Sold
1
Pages
23
Uploaded on
25-10-2021
Written in
2021/2022

Alle collegestof van Sociaal-culturele context uitgewerkt. Ik heb ook een samenvatting van Athena, wat betreft de artikelen en literatuur en de collegestof geeft daar een compleet beeld van. Ik heb hem zelf nagelezen , dus als het goed is moet het leesbaar zijn (weinig taal-/spellingsfouten.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 25, 2021
Number of pages
23
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
Pwb2 ru
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Sociale-culturele context

Kennisclip 1 & 2

Sekse = biologische dus je geslacht biologisch gezien. Wat meer vaststaand.

Genderrol/genderexpressie = hoe je overkomt, gedrag, uiterlijke kenmerken, persoonlijkheid,
voorkeuren etc.

Genderidentiteit: wat je je voelt

Seksuele voorkeur: tot wie je je aangetrokken voelt

Gender gaat dus over de culturele psychologische en sociale constructies van
mannelijk-/vrouwelijkheid.




We zijn gewend om er heel vast staand naar te kijken maar we kunnen beter kijken naar het geheel
en de uiting etc.

• Cisgender: genderidentiteit komt overeen met geslacht waarin persoon geboren is
• Non-binair, queer:
Gevoel niet in tweedeling man/vrouw te passen
(3,9% van de bevolking voelt zich niet eenduidig thuis bij één van de geslachten)
• Transgender: genderidentiteit komt niet overeen met geslacht waarin persoon geboren is,
persoon voelt zich niet thuis bij geslacht waarin geboren
• Transseksueel: sterke wens geslacht aan te passen (0,6% heeft andere genderidentiteit dan
geslacht waarin geboren en wenst (deels) behandeling (SCP, 2017) ook in de dierenwereld is
dit zo)
• Travestiet: behoefte af en toe voor te doen als van het andere geslacht

,Als iemand in een traject is geweest om van geslacht te wisselen en dat is gelukt dan is iemand niet
meer transgender of transsekse want het geslacht komt dan overeen met de wens het gedrag en de
uiting van de personen


 Genderindentiteits’stoornis’ (GIS) of genderdysforie: gevoel ongelukkig te zijn met eigen
geslacht. Tegenwoordig noemen we dat steeds minder een stoornis, omdat het gewoon
relatief vaak voorkomt en tegen het algemene denkpatroon in gewoon best normaal kan zijn.
We denken ook vaak dat het niet vaak in de natuur voorkomt, maar het komt ook zeker voor
in de natuur.
Circa 20% van de kinderen met GIS is als volwassene transseksueel.
 Intersekse (voorheen disorders of seks development) aangeboren afwijkingen van de sekse-
norm (chromosomen , hormonen/geslachtklieren, anatomisch). Tegenwoordig werd dit echt
aangepast dmv operaties. Tegenwoordig wordt veel meer niet direct ingegrepen maar later
gekeken naar hoe de persoon zich voelt en tot welke groep hij/ zij wil horen. Het is niet
helemaal duidelijk bij de geboorte of je nu man of vrouw bent, biologisch gezien.
 Gendergevarieerd gedrag: gedrag niet typisch voor eigen geslacht bijvoorbeeld in bomen
klimmen voor meisjes.

Is het dan nature of nurture?

Evolutie  evolutionair gezien zijn man en vrouw voor elkaar gemaakt.
Hormonen  lijken evolutionair bepaald en vaststaand (nature), maar uit onderzoek blijkt dat
resusaapjes meer testosteron aanmaken als ze de alfa rol toegeworpen krijgen en minder
testosteron als ze die bijvoorbeeld door moeten geven. De hormoonbalans past zich blijkbaar dus
ook aan aan de omgeving (nurture).
Specialisatietheorie  je wordt niet als vrouw geboren maar tot vrouw gemaakt. Er wordt anders
tegen je gedaan en de wereld kijkt per sekse anders naar je en dat beïnvloed je gedrag.

Hetero-gender:
Dominantie van de heteroseksuele constructie van mannelijke en vrouwelijke genderidentiteiten als
verschillend van (en complementair aan) elkaar

Heteronormativiteit:
Het normaliseren van man/vrouw als ‘biologisch’ tot elkaar aangetrokken, als gevolg van hun
complementaire en oppositionele eigenschappen, de heteroseksuele normen en normatieve
taakverdeling.

De omgeving (opvoedingssituatie, school, maatschappelijke normen/waarden) speelt dus een
ontzettend belangrijke rol bij de ontwikkeling van genderidentiteit, genderexpressie en seksuele
identiteit. Er is dus sprake van een interactie tussen nature en nurture waarbij heel veel factoren van
belang kunnen zijn.

Deze groep heeft vaak meer psychosociale problemen doordat:

Sekse als dichotome variabele gezien wordt  het kan maar twee kanten op
Er worden belangrijke verschillen aan sekse toegeschreven

, Minderheidsstress en discriminatie
Geïnternaliseerde homo/trans fobie  “dit is niet normaal”
Minder (sociale) hulpbronnen

Toegankelijkheid/aansluiting bij hulpverlening?

Wat verklaart psychopathologische “afwijkingen”?

1. dichotomie perspectief: egocentrisch wereldbeeld  de wereld zoals jij het ziet is hoe het is.
Heersende cultuur daar werkt het zo je hebt een man en vrouw bijvoorbeeld en alles wat daarvan
afwijkt is gek en hoort aan een minderwaardige specifieke cultuur etc. Meer nature

2. Continuüm perspectief: alle stoornissen zitten op de lijn tussen nature en nurture. Ziektes kunnen
door allebei bepaald worden de ene zal meer richting nature zitten en de andere richting nurture.

3. het spectrum perspectief: ziektes worden bijvoorbeeld meer biologisch bepaald maar de uitingen
kunnen per cultuur verschillen. Dit wordt als het ware door een prisma gebroken en de lichtstralen
zijn dan de uitingen per cultuur. Hoe erg je het vindt etc.

4. perspectief van de culturele neurowetenschap: wederzijdse beïnvloeding tussen genen en
omgeving. Het gen zal in jouw omgeving versterkt worden en de andere eigenschap afgezwakt.


HC 1

Jongens, vaker/verhoogd risico:
• ADHD, autisme, naar speciaal onderwijs cluster 3 of 4
• Alcoholisme, drugs- of gokverslaving
• Agressie, vermijdingsgedrag, isolement, dader worden
Meiden, vaker/verhoogd risico:
• Depressiviteit, fobieën, angstaanvallen
• Automutilatie, eetstoornissen, dissociatie
• Onzekerheid, schuldgevoel, lagere zelfwaardering
Homo-/biseksuelen, vaker/verhoogd risico:
• Depressie, sociale fobie, problematisch drugsgebruik (homo/bi mannen)
• Sociale fobie, alcoholverslaving, drugsverslaving (homo/bi vrouwen) – Sandfort et al. (2013)
• Eetstoornissen, verslavingsgedrag (beiden)
• Slechtere (psychische) gezondheid (vooral biseksuelen) – SCP, LHB-monitor
Transgender personen
• 1 op de 3 psychisch matig tot ernstig ongezond
• 1 op de 4 in sterke mate eenzaam
• 1 op de 5 zelfmoordpoging ondernomen
• 2 op de 3 zelfmoord overwogen
• Relatief vaker uitkering, arbeidsongeschikt, niet economisch zelfstandig, baanloos en minder
sociaal netwerk
– Transgender Netwerk Nederland
$5.43
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
sannedebruyn1

Get to know the seller

Seller avatar
sannedebruyn1 Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
1
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions