Natuurkunde H3
3.1 Soorten krachten
De grootheid kracht is een vectorgrootheid of vector. Een vector heeft een grootte en
een richting, je geeft dit dus aan met een pijl.
Fz = m x g
- Fz = de zwaartekracht in N
- m = massa in kg
- g = valversnelling m/s2 = N/kg
Binas tabel 31 en 7A
Hoe groter de massa van het blokje, hoe verder de veer uitrekt en hoe groter de
tegenwerkende veerkracht.
Fv = C x u
- Fv = de veerkracht in N
- C = veerconstante in N/m
- u = uitrekking in m
Hoe groter de C, hoe stugger de veer, dus hoe meer kracht je nodig hebt.
Als je een kist niet vooruit krijgt is je spierkracht niet groot genoeg. Je spierkracht wordt
tegengewerkt door de schrijfwrijvingskracht (Fw,s). Als je een grotere kracht uitoefent,
dan wordt ook de schuifwrijvingskracht groter, totdat hij de maximale waarde Fw,s,max
heeft bereikt.
Fw,s is afhankelijk van:
- de ruwheid van beide oppervlakken (f)
- hoe hard het voorwerp op de grond drukt
Fw,s,max = f x Fn
- Fw,s,max = maximale schuifwrijvingskracht in N
- f = wrijvingscoëfficiënt
- Fn = normaalkracht in N
Hoe hoger je bent, hoe kleiner de dichtheid van de lucht, hoe kleiner de luchtweerstand,
hoe sneller je bent.
Fw,l = ½ p x Cw x A x v2
- Fw,l = luchtweerstandskracht in N
- p = dichtheid van de lucht in kg/m3
- Cw = luchtweerstandscoëfficiënt
- A = frontale oppervlak voorwerp in m2
- v = snelheid van het voorwerp in m/s
Binas tabel 28 en 12A
3.1 Soorten krachten
De grootheid kracht is een vectorgrootheid of vector. Een vector heeft een grootte en
een richting, je geeft dit dus aan met een pijl.
Fz = m x g
- Fz = de zwaartekracht in N
- m = massa in kg
- g = valversnelling m/s2 = N/kg
Binas tabel 31 en 7A
Hoe groter de massa van het blokje, hoe verder de veer uitrekt en hoe groter de
tegenwerkende veerkracht.
Fv = C x u
- Fv = de veerkracht in N
- C = veerconstante in N/m
- u = uitrekking in m
Hoe groter de C, hoe stugger de veer, dus hoe meer kracht je nodig hebt.
Als je een kist niet vooruit krijgt is je spierkracht niet groot genoeg. Je spierkracht wordt
tegengewerkt door de schrijfwrijvingskracht (Fw,s). Als je een grotere kracht uitoefent,
dan wordt ook de schuifwrijvingskracht groter, totdat hij de maximale waarde Fw,s,max
heeft bereikt.
Fw,s is afhankelijk van:
- de ruwheid van beide oppervlakken (f)
- hoe hard het voorwerp op de grond drukt
Fw,s,max = f x Fn
- Fw,s,max = maximale schuifwrijvingskracht in N
- f = wrijvingscoëfficiënt
- Fn = normaalkracht in N
Hoe hoger je bent, hoe kleiner de dichtheid van de lucht, hoe kleiner de luchtweerstand,
hoe sneller je bent.
Fw,l = ½ p x Cw x A x v2
- Fw,l = luchtweerstandskracht in N
- p = dichtheid van de lucht in kg/m3
- Cw = luchtweerstandscoëfficiënt
- A = frontale oppervlak voorwerp in m2
- v = snelheid van het voorwerp in m/s
Binas tabel 28 en 12A