Hoofdstuk 1:
Er zijn 3 soorten manieren waarop er naar mensen kan worden gekeken:
1. Psychologie
Bestudeert het gedrag van de mens, mentale processen die hieraan ten grondslag liggen en
de factoren die van invloed zijn. Het gaat om het individu.
2. Sociale psychologie
Bestudeert de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving.
3. Sociologie
Bestudeert de manier waarop mensen samenleven
Gedrag:
Gedrag zijn waarneembare handelingen die iemand verricht of doet. Je hebt bewust gedrag wat
wordt beïnvloed door bewust gedachten en gevoelens maar ook onbewust gedrag wat weer wordt
beïnvloed door onbewuste gevoelens en gedachtes.
Ook heb je reflexmatig gedrag dit zijn natuurlijke reflexen zoals knipperen of een reactie van je
spieren. Ook heb je aangeleerde reflexen zoals een tik.
Er zijn verschillende factoren die gedrag kunnen beïnvloeden zoals:
- Fysieke factoren:
Bijvoorbeeld de erfelijkheid van je ouders of hoe goed je hersens werken maar ook
bijvoorbeeld je uiterlijk.
- Psychische factoren:
Bijvoorbeeld vermogens en leerervaringen of drijfveren en attitudes tegenover dingen.
- Sociale factoren:
De invloed van je vrienden ouders broers of zussen op jou gedrag.
- Culturele en spirituele factoren
Geloof en religie en hoe je daarmee omgaat of tradities van je land.
- Fysische en geografische factoren
Het weer en het aantal daglicht etc
Er zijn meerdere visies op psychologie, de volgende 4 visies zijn het belangrijkste:
1. De psychoanalyse (Freud, driften bepalen de mens)
2. Het behaviorisme (Watson, alles gaat om gedrag niet om innerlijk)
3. De humanistische psychologie (Maslow, mensen ontwikkelen zich door hun omgeving)
4. Cognitieve psychologie (Neisser, Innerlijke processen beïnvloeden gedrag)
, Hoofdstuk 2:
Persoonlijkheid is een verzameling van duurzame eigenschappen die kenmerkend zijn.
Het bepaalt hoe je denkt, voelt en gedraagt.
Er zijn 4 stromingen met een verschillende kijk op persoonlijkheid:
1. Psychoanalyse (Freud):
Freud zei dat het onbewuste, driften en vooral de kindertijd de persoonlijkheid van iemand vormen.
Afweermechanismes zijn een onderdeel hiervan. Het is een methode om om te gaan met een situatie
zodat je niet met eigen angsten te maken krijgt. Er zijn verschillende afweermechanismes:
1. Verdringen (wegstoppen van emoties)
2. Projectie (toeschrijven van emoties aan andere)
3. Regressie (terugvallen in kinderlijk gedrag)
4. Overdekking tot het tegendeel (Het tegenovergestelde gedrag vertonen)
5. Rationalisatie (Weghalen van vervelende emoties)
6. Verplaatsing (verplaatsen van emotie naar andere)
7. Vluchtgedrag. (Andere prikkels zoeken zoals alcohol en drugs)
2. Persoonlijkheidstheorie
De theorie gebaseerd op bepaalde elementaire bouwstenen die je persoonlijkheid vormen genaamd
‘’The big five’’ dit zijn schalen die aan 2 kanten kunnen uitvallen en uiteindelijk jouw persoonlijkheid
bepalen:
1. Introvert vs Extravert
2. Vriendelijk vs Onvriendelijk
3. Zorgvuldigheid vs Nonchalance
4. Emotionele stabiliteit vs Emotionele instabiliteit
5. Openheid voor ervaringen vs conventionaliteit
3. Humanistische psychologie (Maslow en Rogers)
De humanistische psychologie stelt dat een groot deel van onze persoonlijkheid geërfd is van onze
ouders. En dat het andere grote deel vanuit de opvoeding komt.
4. Behaviorisme
Iedereen wordt geboren met een ‘’clean sheet’’, alles is aan te leren en af te leren. Zij geloven niet in
Freud zijn theorie of driften.
Er zijn 3 soorten manieren waarop er naar mensen kan worden gekeken:
1. Psychologie
Bestudeert het gedrag van de mens, mentale processen die hieraan ten grondslag liggen en
de factoren die van invloed zijn. Het gaat om het individu.
2. Sociale psychologie
Bestudeert de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving.
3. Sociologie
Bestudeert de manier waarop mensen samenleven
Gedrag:
Gedrag zijn waarneembare handelingen die iemand verricht of doet. Je hebt bewust gedrag wat
wordt beïnvloed door bewust gedachten en gevoelens maar ook onbewust gedrag wat weer wordt
beïnvloed door onbewuste gevoelens en gedachtes.
Ook heb je reflexmatig gedrag dit zijn natuurlijke reflexen zoals knipperen of een reactie van je
spieren. Ook heb je aangeleerde reflexen zoals een tik.
Er zijn verschillende factoren die gedrag kunnen beïnvloeden zoals:
- Fysieke factoren:
Bijvoorbeeld de erfelijkheid van je ouders of hoe goed je hersens werken maar ook
bijvoorbeeld je uiterlijk.
- Psychische factoren:
Bijvoorbeeld vermogens en leerervaringen of drijfveren en attitudes tegenover dingen.
- Sociale factoren:
De invloed van je vrienden ouders broers of zussen op jou gedrag.
- Culturele en spirituele factoren
Geloof en religie en hoe je daarmee omgaat of tradities van je land.
- Fysische en geografische factoren
Het weer en het aantal daglicht etc
Er zijn meerdere visies op psychologie, de volgende 4 visies zijn het belangrijkste:
1. De psychoanalyse (Freud, driften bepalen de mens)
2. Het behaviorisme (Watson, alles gaat om gedrag niet om innerlijk)
3. De humanistische psychologie (Maslow, mensen ontwikkelen zich door hun omgeving)
4. Cognitieve psychologie (Neisser, Innerlijke processen beïnvloeden gedrag)
, Hoofdstuk 2:
Persoonlijkheid is een verzameling van duurzame eigenschappen die kenmerkend zijn.
Het bepaalt hoe je denkt, voelt en gedraagt.
Er zijn 4 stromingen met een verschillende kijk op persoonlijkheid:
1. Psychoanalyse (Freud):
Freud zei dat het onbewuste, driften en vooral de kindertijd de persoonlijkheid van iemand vormen.
Afweermechanismes zijn een onderdeel hiervan. Het is een methode om om te gaan met een situatie
zodat je niet met eigen angsten te maken krijgt. Er zijn verschillende afweermechanismes:
1. Verdringen (wegstoppen van emoties)
2. Projectie (toeschrijven van emoties aan andere)
3. Regressie (terugvallen in kinderlijk gedrag)
4. Overdekking tot het tegendeel (Het tegenovergestelde gedrag vertonen)
5. Rationalisatie (Weghalen van vervelende emoties)
6. Verplaatsing (verplaatsen van emotie naar andere)
7. Vluchtgedrag. (Andere prikkels zoeken zoals alcohol en drugs)
2. Persoonlijkheidstheorie
De theorie gebaseerd op bepaalde elementaire bouwstenen die je persoonlijkheid vormen genaamd
‘’The big five’’ dit zijn schalen die aan 2 kanten kunnen uitvallen en uiteindelijk jouw persoonlijkheid
bepalen:
1. Introvert vs Extravert
2. Vriendelijk vs Onvriendelijk
3. Zorgvuldigheid vs Nonchalance
4. Emotionele stabiliteit vs Emotionele instabiliteit
5. Openheid voor ervaringen vs conventionaliteit
3. Humanistische psychologie (Maslow en Rogers)
De humanistische psychologie stelt dat een groot deel van onze persoonlijkheid geërfd is van onze
ouders. En dat het andere grote deel vanuit de opvoeding komt.
4. Behaviorisme
Iedereen wordt geboren met een ‘’clean sheet’’, alles is aan te leren en af te leren. Zij geloven niet in
Freud zijn theorie of driften.
