Deel 1 – Content media
1 Economische karakteristieken van de media
1.1 Micro-economie: uitgangspunten
Grafiekje
Hoe werkt de normale markt?
Marginale kosten
Neo-klassieke uitgangspunten (goederen, aanbod, vraag, prijs)
1.2 Karakteristieken van mediagoederen
1.2.1 Karakteristieken
1.2.1.1 Goederen
Publieke goederen
niet rivaliserend, niet exclusief, free-riding
Of toch privaat? Schaarste creëren: materieel, beperkte toegang, houbaarheid, fragmenteren
en anders gratis weggeven en zijn wij de eyeballs
Externaliteiten
positief en negatief en niet vervat in de prijs: overheidstussenkomst zodat Externaliteiten
internaliseren
1.2.1.2 Aanbod
Prototypische karakter
Creativiteit is belangrijk, veel kosten in de preproductie => atypische relatie
ontwikkelingskosten en reproductiekosten
Toenemende meeropbrengst
Schaalvoordelen (concentratie); belang van selectie, packaging en distributie (IPR is
belangrijk). (bundeling, sandwiching, formatting, kwaliteitsverlaging)
Wet van Baumol
cost disease; gevolgen: immateriële economie, geld overheid, kwaliteitsverlies
1.2.1.3 Vraag
Onvoorspelbaar
irrationeel, want ervaringsgoed daardoor paretodistributie (blockbusters) => mainstream,
hits, selectie, sterren & diversificatie en synergievoordelen
Tijdsafhankelijk
vast aantal uur per dag, zero-sum game -> branding, consumentenbewustzijn, aankondigen
in lanceringsperiode, substitutie
1.2.1.4 Prijs
Defect prijsmechanisme
Asymmetrische informatie, prijsdiscriminatie markten en mediadragers, reflecteert niet de
vraag, defecte relatie met tevredenheid -> prijs behoorlijk willekeurig
1.2.2 Gevolgen
Marktfalen en overheidsfalen + in de wip tussen publiek en privaat (dia 36-38)
1 Economische karakteristieken van de media
1.1 Micro-economie: uitgangspunten
Grafiekje
Hoe werkt de normale markt?
Marginale kosten
Neo-klassieke uitgangspunten (goederen, aanbod, vraag, prijs)
1.2 Karakteristieken van mediagoederen
1.2.1 Karakteristieken
1.2.1.1 Goederen
Publieke goederen
niet rivaliserend, niet exclusief, free-riding
Of toch privaat? Schaarste creëren: materieel, beperkte toegang, houbaarheid, fragmenteren
en anders gratis weggeven en zijn wij de eyeballs
Externaliteiten
positief en negatief en niet vervat in de prijs: overheidstussenkomst zodat Externaliteiten
internaliseren
1.2.1.2 Aanbod
Prototypische karakter
Creativiteit is belangrijk, veel kosten in de preproductie => atypische relatie
ontwikkelingskosten en reproductiekosten
Toenemende meeropbrengst
Schaalvoordelen (concentratie); belang van selectie, packaging en distributie (IPR is
belangrijk). (bundeling, sandwiching, formatting, kwaliteitsverlaging)
Wet van Baumol
cost disease; gevolgen: immateriële economie, geld overheid, kwaliteitsverlies
1.2.1.3 Vraag
Onvoorspelbaar
irrationeel, want ervaringsgoed daardoor paretodistributie (blockbusters) => mainstream,
hits, selectie, sterren & diversificatie en synergievoordelen
Tijdsafhankelijk
vast aantal uur per dag, zero-sum game -> branding, consumentenbewustzijn, aankondigen
in lanceringsperiode, substitutie
1.2.1.4 Prijs
Defect prijsmechanisme
Asymmetrische informatie, prijsdiscriminatie markten en mediadragers, reflecteert niet de
vraag, defecte relatie met tevredenheid -> prijs behoorlijk willekeurig
1.2.2 Gevolgen
Marktfalen en overheidsfalen + in de wip tussen publiek en privaat (dia 36-38)
