Scheikunde samenvatting
Hoofdstuk 18: Accu’s en brandstofcellen
Voorkennis
Stappenplan redoxreactie opstellen:
1. Maak een lijstje met alle deeltjes die je hebt.
o Vergeet bij een oplossing niet H2O te noteren.
o Als er staat “aangezuurd”, dan heb je ook H+ ionen erbij
o Als er een “basische” oplossing is, dan zijn er ook OH- ionen aanwezig
2. Zoek de sterkste oxidator (↑E) en de sterkst reductor (↓E).
o Bovenin tabel 48 staat de sterkste oxidator met de zwakste reductor
o Onderin tabel 48 staat de zwakste oxidator met de sterkste reductor
3. Controleer of er een redoxreactie kan verlopen.
o ΔE = EOX – ERED
o Drie opties: ΔE
<-0,3 = Geen reactie -0,3-0,3 = Evenwicht () >0,3 = Reactie (aflopend )
4. Schrijf (als redoxrectie kan verlopen) beide halfreacties op.
o Reactie oxidator overschrijven uit tabel 48.
o Reactie reductor omgedraaid overschrijven uit tabel 48.
5. Vermenigvuldig de halfreacties voor gelijke aantal elektronen.
6. Tel de halfreacties bij elkaar op en streep dubbele deeltjes weg.
o Streep de elektronen aan beide kanten tegen elkaar weg.
o Vermeld de toestand van ieder deeltje vanuit tabel 48.
7. Noteer de redoxreactie inclusief toestandsaanduiding.
8. Controleer of de reactieproducten (en andere overgebleven deeltjes) niet onderling
reageren.
o Mogelijk is er een zuur/base of een neerslagreactie.
Stappenplan opstellen halfreacties:
1. Maak de reactie kloppend voor allesbehalve waterstof en zuurstof.
2. Maak de reactie kloppend voor zuurstof door H2O toe te voegen.
3. Maak de reactie kloppend voor waterstof met H+.
4. Maak de ladingen kloppend met elektronen. (Voeg ze aan de meest positieve kant
toe)
o Indien zuur = klaar Indien basisch = ga verder…
5. Voeg OH- toe aan beide zijdes om iedere H+ te neutraliseren.
6. Combineer H+ en OH- aan dezelfde zijde tot H2O.
7. Streep deeltjes die aan weerszijden staan tegen elkaar weg.
1
Hoofdstuk 18: Accu’s en brandstofcellen
Voorkennis
Stappenplan redoxreactie opstellen:
1. Maak een lijstje met alle deeltjes die je hebt.
o Vergeet bij een oplossing niet H2O te noteren.
o Als er staat “aangezuurd”, dan heb je ook H+ ionen erbij
o Als er een “basische” oplossing is, dan zijn er ook OH- ionen aanwezig
2. Zoek de sterkste oxidator (↑E) en de sterkst reductor (↓E).
o Bovenin tabel 48 staat de sterkste oxidator met de zwakste reductor
o Onderin tabel 48 staat de zwakste oxidator met de sterkste reductor
3. Controleer of er een redoxreactie kan verlopen.
o ΔE = EOX – ERED
o Drie opties: ΔE
<-0,3 = Geen reactie -0,3-0,3 = Evenwicht () >0,3 = Reactie (aflopend )
4. Schrijf (als redoxrectie kan verlopen) beide halfreacties op.
o Reactie oxidator overschrijven uit tabel 48.
o Reactie reductor omgedraaid overschrijven uit tabel 48.
5. Vermenigvuldig de halfreacties voor gelijke aantal elektronen.
6. Tel de halfreacties bij elkaar op en streep dubbele deeltjes weg.
o Streep de elektronen aan beide kanten tegen elkaar weg.
o Vermeld de toestand van ieder deeltje vanuit tabel 48.
7. Noteer de redoxreactie inclusief toestandsaanduiding.
8. Controleer of de reactieproducten (en andere overgebleven deeltjes) niet onderling
reageren.
o Mogelijk is er een zuur/base of een neerslagreactie.
Stappenplan opstellen halfreacties:
1. Maak de reactie kloppend voor allesbehalve waterstof en zuurstof.
2. Maak de reactie kloppend voor zuurstof door H2O toe te voegen.
3. Maak de reactie kloppend voor waterstof met H+.
4. Maak de ladingen kloppend met elektronen. (Voeg ze aan de meest positieve kant
toe)
o Indien zuur = klaar Indien basisch = ga verder…
5. Voeg OH- toe aan beide zijdes om iedere H+ te neutraliseren.
6. Combineer H+ en OH- aan dezelfde zijde tot H2O.
7. Streep deeltjes die aan weerszijden staan tegen elkaar weg.
1