§2.3.4
Handelingsbekwaammogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen te verrichten. Dit geldt
voor ieder mens
Rechtshandeling( is een rechtsfeit)handelen met beoogd rechtsgevolg.
een voorbeeld is het kopen van een product is een rechtsfeit omdat de wet zegt dat de
afgesproken prijs betaald moet worden
de rechtshandeling is een rechtsfeit met een gewild gevolg
een rechtsfeit is een rechtsgevolg als het afhankelijk is van de wil van iemand.
Een rechtshandeling kan eenzijdig zijn, of meerzijdig:
Eenzijdighandelingen die worden verricht door 1 persoon.(bijvoorbeeld testament)
Dit bestaat uit:
- Gericht specifiek tot een bepaald persoon
- Ongericht niet specifiek tot een bepaald persoon
Meerzijdigals 2 of meerdere mensen wilsverklaringen kenbaar maken die op elkaar
aansluiten. (een overeenkomst)
Rechtsfeiten worden onderverdeeld in:
Rechtshandelingen een gewilde daad. Kan eenzijdig of meerzijdig zijn
Feitelijke handelingen maakt niet uit of je deze daad gewild of ongewild hebt gedaan
Blote rechtsfeitrechtsfeit waaraan de betrokkenen niks kan doen (overlijden)
(zie blz. 67)
, Hoofdstuk 4
Verbintenis relatie tussen 2 mensen waarbij de ene iets aan de ander moet presteren omdat hij
daar recht op heeft
Kan op grond van:
Overeenkomstenwanprestaties bij overeenkomsten
De wet:
- Rechtmatige daad
- Onrechtmatige daad daad die niet geaccepteerd wordt
Bij de onrechtmatige daad moeten er voor het verkrijgen van een schadevergoeding 4 eisen zijn:
De daad is onrechtmatig (onrechtmatigheid) dit is bij:
- Inbreuk op het recht het recht moet subjectief zijn.
- Iets doen wat in strijd is met de wettelijke plicht
- Iets doen wat in strijd is met het ongeschreven rechtfatsoensregels die niet
geschonden mogen worden. De rechter moet invullen of de fatsoensregels zijn
geschonden.
De onrechtmatigheid moet de dader kunnen worden toegerekend (toekenning) Er moet
aangetoond worden dat:
- De dader schuld heeft aan de onrechtmatige daader kan de dader een verwijt
worden gemaakt.
- De gevolgen voor rekening van de dader zijn. Dit door de wet of door
verkeersopvattingen
Een van de 2 voorwaarden moet bewezen worden
Vormen van aansprakelijkheid:
- Schuldaansprakelijkheidde persoon kan een verwijt worden gemaakt
- Risico aansprakelijkheidgevolgen van een daad worden een persoon toegewezen.
Deze aansprakelijkheid wordt aan ieder persoon boven de 14 jaar (dus ook
gehandicapten) toegewezen.
Er moet schade zijn (schade) schade bestaat uit:
- Vermogensschade dit bestaat uit:
Geleden verliezen
Gederfde winsten
Gemaakte kosten ter voorkoming van schade
- Ander nadeelvorderen van immateriële schade (smartengeld). In het wetboek
(art.106 bw 6) staat er wanneer er smartengeld mag worden geëist. Ook is er recht
op schadevergoeding als:
De dader het immateriële nadeel opzettelijk heeft toegebracht
De aanklager lichamelijk letsel heeft opgelopen, zijn goede naam is
geschonden of op een andere wijze is aangetast
De nagedachtenis van een overledenen is erg aangetast
De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de onrechtmatige daad (causaal
verband) er is schade uit onrechtmatige daad voortgekomen.