Goederenstroom hoofdstuk 1:
Vraag 1A: Wat is de externe goederenstroom?
B: Waarmee heb je als manager of ondernemer het meest te maken: de interne of de
externe goederenstroom? Leg je antwoord uit.
C: In paragraaf 1.1. staat een opsomming van activiteiten die onderdeel kunnen zijn van
de interne goederenstroom. Beschrijf twee onderdelen die in een kleine fysieke winkel
niet voorkomen.
A: De externe goederenstroom is het vervoer tot aan de eigen winkel of het eigen magazijn.
B: Als manager of ondernemer heb je het meest te maken met intern transport, het
transport binnen de eigen winkelorganisatie, in de winkel of het magazijn. Je hebt alleen
met extern transport te maken bij leveringen en de ontvangst van goederen met extern
transport.
C: In een kleine winkel komen de volgende interne transporten mogelijk niet voor: in de
ontvangstruimte plaatsen, opslaan in het magazijn (bestellingen via de webshop apart
zetten, verzendklaar maken van goederen).
Vraag 9A: Waarom moet je, om je te kunnen voorbereiden op een levering, weten welke
goederen er op een bepaald moment binnenkomen?
B: Licht je antwoord toe met twee voorbeelden voor een witgoedzaak.
A: Voorbereiden kan problemen voorkomen en je kunt mogelijke fouten snel opsporen.
B: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: als je de juiste hulpmiddelen klaarzet en ruimte reserveert,
kan de levering sneller worden verwerkt. Juist met zware producten zoals wasmachines en
koelkasten is dat van belang. Als er een levering van onderdelen komt, heb je minder
ruimte, mensen en hulpmiddelen nodig, dan wanneer er complete apparaten worden
geleverd.
Vraag 10A: Welke taken geef je aan je medewerkers als ze de goederenontvangst moeten
voorbereiden?
B: Bespreek met medestudenten welke problemen zij tegenkomen tijdens de
voorbereidingen van de ontvangst en hoe ze dit oplossen. Beschrijf twee problemen en de
oplossingen.
A: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: je laat de leveringen controleren, ze moeten ruimte
vrijmaken, zorgen dat ze beschikbaar zijn op het moment van ontvangst en de hulpmiddelen
klaarzetten.
B: Het antwoord kan bijvoorbeeld zijn:
Probleem: er is geen ruimte in het magazijn op het moment dat de vrachtwagen met
een levering goederen voor de deur staat. Oplossing: ruim voor de
goederenontvangst de ruimte controleren en als dat nodig is ruimte maken.
, Probleem: er zijn te weinig mensen beschikbaar om goederen in ontvangst te
nemen. Oplossing: de personeelsplanning zo inrichten dat er altijd voldoende
mensen aanwezig zijn om de goederen in ontvangst te nemen. Zorg er bijvoorbeeld
voor dat medewerkers breed inzetbaar zijn.
Vraag 11: wat is een achterdeurprocedure? Wat is een achterdeurprocedure? Kies het
juiste antwoord.
A Een procedure om de veiligheid van de medewerkers bij het lossen te waarborgen.
B Een procedure om goederen via de achterkant van de winkel te lossen en op te slaan.
C Een procedure om medewerkers te controleren bij het lossen en opslaan van goederen.
A Een procedure om de veiligheid van de medewerkers bij het lossen te waarborgen
Vraag 12: beschrijf 2 voordelen en 2 nadelen van de achterdeurprocedure
Het antwoord kan bijvoorbeeld zijn:
Voordelen:
Het zorgt voor veiligheid.
De procedure zorgt ervoor dat medewerkers zich bewust zijn van risico’s.
De procedure zorgt voor duidelijkheid; de medewerkers weten wat ze moeten doen.
Nadelen:
De medewerkers moeten steeds de deur in de gaten houden.
De deur mag maar kort open staan.
Vraag 15 A: beschrijf hoe jij een kwalitatieve controle zou laten uitvoeren of uitvoert.
Benoem daarbij ten minste 3 aandachtspunten
B: benoem wat je moet doen om deze aandachtspunten goed uit te voeren
C: hoe kun je het aantal controles verminderen?
A: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: bij de kwalitatieve controle let je op de kwaliteit. Zijn er
geen beschadigingen aan de verpakking of het product, klopt de levering met de
specificaties die op de pakbon staan (juiste maat of uitvoering), zijn de goederen nog
voldoende lang houdbaar? Je kunt misschien gebruikmaken van een checklist.
B: Je moet alle aandachtspunten voorbereiden en op elkaar afstemmen. Daarvoor is het
nodig dat je met elkaar overlegt.
C: Door goede afspraken te maken binnen het winkelbedrijf en met de leverancier, kun je
het aantal controles terugdringen. Wel moet dan de kwaliteit en kwantiteit van de
binnenkomende goederen blijvend hoog zijn. Je gaat dan minder steekproeven nemen.
Vraag 17: wat controleert je als je de kwantiteit van de goederen controleert? Kies het
juiste antwoord.
Vraag 1A: Wat is de externe goederenstroom?
B: Waarmee heb je als manager of ondernemer het meest te maken: de interne of de
externe goederenstroom? Leg je antwoord uit.
C: In paragraaf 1.1. staat een opsomming van activiteiten die onderdeel kunnen zijn van
de interne goederenstroom. Beschrijf twee onderdelen die in een kleine fysieke winkel
niet voorkomen.
A: De externe goederenstroom is het vervoer tot aan de eigen winkel of het eigen magazijn.
B: Als manager of ondernemer heb je het meest te maken met intern transport, het
transport binnen de eigen winkelorganisatie, in de winkel of het magazijn. Je hebt alleen
met extern transport te maken bij leveringen en de ontvangst van goederen met extern
transport.
C: In een kleine winkel komen de volgende interne transporten mogelijk niet voor: in de
ontvangstruimte plaatsen, opslaan in het magazijn (bestellingen via de webshop apart
zetten, verzendklaar maken van goederen).
Vraag 9A: Waarom moet je, om je te kunnen voorbereiden op een levering, weten welke
goederen er op een bepaald moment binnenkomen?
B: Licht je antwoord toe met twee voorbeelden voor een witgoedzaak.
A: Voorbereiden kan problemen voorkomen en je kunt mogelijke fouten snel opsporen.
B: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: als je de juiste hulpmiddelen klaarzet en ruimte reserveert,
kan de levering sneller worden verwerkt. Juist met zware producten zoals wasmachines en
koelkasten is dat van belang. Als er een levering van onderdelen komt, heb je minder
ruimte, mensen en hulpmiddelen nodig, dan wanneer er complete apparaten worden
geleverd.
Vraag 10A: Welke taken geef je aan je medewerkers als ze de goederenontvangst moeten
voorbereiden?
B: Bespreek met medestudenten welke problemen zij tegenkomen tijdens de
voorbereidingen van de ontvangst en hoe ze dit oplossen. Beschrijf twee problemen en de
oplossingen.
A: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: je laat de leveringen controleren, ze moeten ruimte
vrijmaken, zorgen dat ze beschikbaar zijn op het moment van ontvangst en de hulpmiddelen
klaarzetten.
B: Het antwoord kan bijvoorbeeld zijn:
Probleem: er is geen ruimte in het magazijn op het moment dat de vrachtwagen met
een levering goederen voor de deur staat. Oplossing: ruim voor de
goederenontvangst de ruimte controleren en als dat nodig is ruimte maken.
, Probleem: er zijn te weinig mensen beschikbaar om goederen in ontvangst te
nemen. Oplossing: de personeelsplanning zo inrichten dat er altijd voldoende
mensen aanwezig zijn om de goederen in ontvangst te nemen. Zorg er bijvoorbeeld
voor dat medewerkers breed inzetbaar zijn.
Vraag 11: wat is een achterdeurprocedure? Wat is een achterdeurprocedure? Kies het
juiste antwoord.
A Een procedure om de veiligheid van de medewerkers bij het lossen te waarborgen.
B Een procedure om goederen via de achterkant van de winkel te lossen en op te slaan.
C Een procedure om medewerkers te controleren bij het lossen en opslaan van goederen.
A Een procedure om de veiligheid van de medewerkers bij het lossen te waarborgen
Vraag 12: beschrijf 2 voordelen en 2 nadelen van de achterdeurprocedure
Het antwoord kan bijvoorbeeld zijn:
Voordelen:
Het zorgt voor veiligheid.
De procedure zorgt ervoor dat medewerkers zich bewust zijn van risico’s.
De procedure zorgt voor duidelijkheid; de medewerkers weten wat ze moeten doen.
Nadelen:
De medewerkers moeten steeds de deur in de gaten houden.
De deur mag maar kort open staan.
Vraag 15 A: beschrijf hoe jij een kwalitatieve controle zou laten uitvoeren of uitvoert.
Benoem daarbij ten minste 3 aandachtspunten
B: benoem wat je moet doen om deze aandachtspunten goed uit te voeren
C: hoe kun je het aantal controles verminderen?
A: Eigen antwoord, bijvoorbeeld: bij de kwalitatieve controle let je op de kwaliteit. Zijn er
geen beschadigingen aan de verpakking of het product, klopt de levering met de
specificaties die op de pakbon staan (juiste maat of uitvoering), zijn de goederen nog
voldoende lang houdbaar? Je kunt misschien gebruikmaken van een checklist.
B: Je moet alle aandachtspunten voorbereiden en op elkaar afstemmen. Daarvoor is het
nodig dat je met elkaar overlegt.
C: Door goede afspraken te maken binnen het winkelbedrijf en met de leverancier, kun je
het aantal controles terugdringen. Wel moet dan de kwaliteit en kwantiteit van de
binnenkomende goederen blijvend hoog zijn. Je gaat dan minder steekproeven nemen.
Vraag 17: wat controleert je als je de kwantiteit van de goederen controleert? Kies het
juiste antwoord.
