> Werkmodel: Het
achtfasenmodel
Het achtfasenmodel is een model waarmee je stapsgewijs een
begeleidingstraject in kaart kunt brengen. Met dit model kun je duidelijk
en concreet maken waaraan je met de cliënt gaat werken. Het model
onderscheidt acht fasen in het individuele begeleidingstraject. Elke fase
kent specifieke doelen, werkwijzen en instrumenten.
1 Aanmeldingsfase: het eerste contact tussen de cliënt en de
hulpverlener
2 Intakefase: een nadere kennismaking tussen de cliënt en de
instelling
3 Opnamefase: de opbouw van de hulpverlening aan de cliënt
4 Analysefase: analyse van het functioneren van de cliënt op acht
leefgebieden
5 Planningsfase: het opstellen van een begeleidingsplan
6 Uitvoeringsfase: de uitvoering van het begeleidingsplan
7 Evaluatiefase: een terugblik op de uitvoeringsfase
8 Uitstroomfase: de afronding van de hulpverlening.
In fase 4, de analysefase, ga je kijken naar het functioneren van een
cliënt op acht leefgebieden. Dit zijn de volgende leefgebieden:
1 Huisvesting: woonsituatie van de cliënt
2 Financiën: financiële situatie van de cliënt en zijn bestedingspatroon
3 Sociaal functioneren: relatie tussen de cliënt en zijn omgeving
(waaronder zijn gezin, familie, hulpverleners), inclusief zijn
maatschappelijk gedrag (relatie met Justitie)
4 Psychisch functioneren: het 'welbevinden' van de cliënt, inclusief
eventueel psychiatrisch ziektebeeld en verslavingsgedrag
5 Zingeving: datgene wat de cliënt motiveert om te leven (bijvoorbeeld
een levens- of geloofsovertuiging)
6 Lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid van de cliënt en
zelfzorg
achtfasenmodel
Het achtfasenmodel is een model waarmee je stapsgewijs een
begeleidingstraject in kaart kunt brengen. Met dit model kun je duidelijk
en concreet maken waaraan je met de cliënt gaat werken. Het model
onderscheidt acht fasen in het individuele begeleidingstraject. Elke fase
kent specifieke doelen, werkwijzen en instrumenten.
1 Aanmeldingsfase: het eerste contact tussen de cliënt en de
hulpverlener
2 Intakefase: een nadere kennismaking tussen de cliënt en de
instelling
3 Opnamefase: de opbouw van de hulpverlening aan de cliënt
4 Analysefase: analyse van het functioneren van de cliënt op acht
leefgebieden
5 Planningsfase: het opstellen van een begeleidingsplan
6 Uitvoeringsfase: de uitvoering van het begeleidingsplan
7 Evaluatiefase: een terugblik op de uitvoeringsfase
8 Uitstroomfase: de afronding van de hulpverlening.
In fase 4, de analysefase, ga je kijken naar het functioneren van een
cliënt op acht leefgebieden. Dit zijn de volgende leefgebieden:
1 Huisvesting: woonsituatie van de cliënt
2 Financiën: financiële situatie van de cliënt en zijn bestedingspatroon
3 Sociaal functioneren: relatie tussen de cliënt en zijn omgeving
(waaronder zijn gezin, familie, hulpverleners), inclusief zijn
maatschappelijk gedrag (relatie met Justitie)
4 Psychisch functioneren: het 'welbevinden' van de cliënt, inclusief
eventueel psychiatrisch ziektebeeld en verslavingsgedrag
5 Zingeving: datgene wat de cliënt motiveert om te leven (bijvoorbeeld
een levens- of geloofsovertuiging)
6 Lichamelijk functioneren: fysieke gesteldheid van de cliënt en
zelfzorg