Scheikunde
Hoofdstuk 7-9 op een rijtje
Hoofdstuk 7: Zuren en basen
Zuren: Basen:
Staat een H+ ion af Neemt een H+ ion op
H3O+ OH-
Linkerkolom in binas 49 Rechterkolom in binas 49
pH= -log [H3O+] pOH= -log [OH-]
[H3O+]= 10-pH [OH-]= 10 -pOH
pH<7 pH>7
Sterk zuur: alle zuurdeeltjes staan een H+ ion af Sterke base: alle basedeeltjes hebben een H+
aan de watermoleculen (binas 49: boven H 3O+) ion opgenomen van de watermoleculen (binas
49: onder OH-)
Zwak zuur: niet alle zuurdeeltjes staan een H + Zwakke base: niet alle basedeeltjes hebben een
ion af aan de watermoleculen (aflopend naar H+ ion opgenomen van de watermoleculen
beneden in binas 49 worden ze zwakker) (oplopend naar boven in binas 49 worden ze
zwakker)
Uit een zuur ontstaat een geconjugeerde base Uit een base ontstaat een geconjugeerd zuur
pH+ pOH= 14,00
Sterk zuur of sterke base: aflopende reactie
Zwak zuur of zwakke base: evenwichtsreactie
Meerwaardige zuren en basen: zuren of basen die meer dan één H + ion per deeltje afstaan of
opnemen.
- Meerdere ionisatiestappen en dus meerdere evenwichten en meerdere reacties (ook bij een
overmaat)
Instabiele zuren: zuren die uit elkaar vallen als ze in water gevormd worden (tussen haakjes in binas
49).
Amfolyt: deeltje dat zowel met een zuur als met een base kan reageren (twee keer vermeld in binas
49).
Opstellen zuur-basereactie:
1. Deeltjesinventarisatie
2. Sterkste zuur en sterkste base
3. Reactievergelijking
Berekeningen aan zwakke zuren en basen:
1. Reactievergelijking
2. Evenwichtsvoorwaarde (Kz of Kb)
3. BOE-tabel
4. Evenwichtsvoorwaarde invullen
, 5. Bereken van de onbekende
cz
- X verwaarlozen als ≥100
Kz
- dan bereken je x met: x=√ K z∗c z
−b ± √ b2−4 ac
- als x niet te verwaarlozen is, bereken je x met: x=
2a
a=1, b=Kz en c=-cz*Kz
Hoofdstuk 9: Redoxchemie
Reductor: Oxidator:
Staat een elektron af Neemt een elektron op
Metalen (meestal) Niet-metalen (meestal)
Rechts in binas 48 Links in binas 48
Opstellen van een redoxreactie:
1. Deeltjesinventarisatie
2. Sterkste oxidator en sterkste reductor
3. Halfreacties
4. Verloopt de reactie spontaan?
ΔU (V) =Uox-Ured Verloop reactie
≤ - 0,3 Geen reactie
-0,3<ΔU<0,3 Evenwichtsreactie
≥0,3 Aflopende reactie
5. Aantal elektronen gelijk
6. Totaalreactie
In een elektrochemische cel wordt de energie die vrijkomt bij een redoxreactie direct omgezet in
elektrische energie.
De halfreacties van de oxidator en reductor vinden plaats in twee gescheiden compartimenten, de
halfcellen.
- Deze zijn verbonden via een koperdraad.
- De elektronen kunnen allen door de draad van de reductor naar de oxidator stromen.
- Als de stroomkring gesloten is, stromen elektronen door de draad; elektrische stroom.
Hoofdstuk 7-9 op een rijtje
Hoofdstuk 7: Zuren en basen
Zuren: Basen:
Staat een H+ ion af Neemt een H+ ion op
H3O+ OH-
Linkerkolom in binas 49 Rechterkolom in binas 49
pH= -log [H3O+] pOH= -log [OH-]
[H3O+]= 10-pH [OH-]= 10 -pOH
pH<7 pH>7
Sterk zuur: alle zuurdeeltjes staan een H+ ion af Sterke base: alle basedeeltjes hebben een H+
aan de watermoleculen (binas 49: boven H 3O+) ion opgenomen van de watermoleculen (binas
49: onder OH-)
Zwak zuur: niet alle zuurdeeltjes staan een H + Zwakke base: niet alle basedeeltjes hebben een
ion af aan de watermoleculen (aflopend naar H+ ion opgenomen van de watermoleculen
beneden in binas 49 worden ze zwakker) (oplopend naar boven in binas 49 worden ze
zwakker)
Uit een zuur ontstaat een geconjugeerde base Uit een base ontstaat een geconjugeerd zuur
pH+ pOH= 14,00
Sterk zuur of sterke base: aflopende reactie
Zwak zuur of zwakke base: evenwichtsreactie
Meerwaardige zuren en basen: zuren of basen die meer dan één H + ion per deeltje afstaan of
opnemen.
- Meerdere ionisatiestappen en dus meerdere evenwichten en meerdere reacties (ook bij een
overmaat)
Instabiele zuren: zuren die uit elkaar vallen als ze in water gevormd worden (tussen haakjes in binas
49).
Amfolyt: deeltje dat zowel met een zuur als met een base kan reageren (twee keer vermeld in binas
49).
Opstellen zuur-basereactie:
1. Deeltjesinventarisatie
2. Sterkste zuur en sterkste base
3. Reactievergelijking
Berekeningen aan zwakke zuren en basen:
1. Reactievergelijking
2. Evenwichtsvoorwaarde (Kz of Kb)
3. BOE-tabel
4. Evenwichtsvoorwaarde invullen
, 5. Bereken van de onbekende
cz
- X verwaarlozen als ≥100
Kz
- dan bereken je x met: x=√ K z∗c z
−b ± √ b2−4 ac
- als x niet te verwaarlozen is, bereken je x met: x=
2a
a=1, b=Kz en c=-cz*Kz
Hoofdstuk 9: Redoxchemie
Reductor: Oxidator:
Staat een elektron af Neemt een elektron op
Metalen (meestal) Niet-metalen (meestal)
Rechts in binas 48 Links in binas 48
Opstellen van een redoxreactie:
1. Deeltjesinventarisatie
2. Sterkste oxidator en sterkste reductor
3. Halfreacties
4. Verloopt de reactie spontaan?
ΔU (V) =Uox-Ured Verloop reactie
≤ - 0,3 Geen reactie
-0,3<ΔU<0,3 Evenwichtsreactie
≥0,3 Aflopende reactie
5. Aantal elektronen gelijk
6. Totaalreactie
In een elektrochemische cel wordt de energie die vrijkomt bij een redoxreactie direct omgezet in
elektrische energie.
De halfreacties van de oxidator en reductor vinden plaats in twee gescheiden compartimenten, de
halfcellen.
- Deze zijn verbonden via een koperdraad.
- De elektronen kunnen allen door de draad van de reductor naar de oxidator stromen.
- Als de stroomkring gesloten is, stromen elektronen door de draad; elektrische stroom.
