Hoofdstuk 7
Gevangenenprobleem
Simultaan, niet coöperatief spel > spelers bepalen tegelijk de strategie en werken niet samen, zij
streven dus een individueel belang na, terwijl de uitkomst bij samenwerken beter was geweest.
Dominante strategie
De voordeligste strategie die iemand kist onafhankelijk van wat de ander kiest.
Suboptimale uitkomst
Na streven van individueel belang. > uitzonderingen:
1. Zelfbinding: de relatie in de toekomst staat op het spel dus je kan beter voor het
gezamenlijke belang kiezen.
2. Vertrouwen: vertrouw je de ander dan verlink jij ook niet en kies je voor gezamenlijk belang.
Vertrouw je de ander niet dan kies je voor individueel belang.
Gevangenenprobleem:
Marie
Wel verklaring Verlinken
Wel verklaring 8 jaar, 5 jaar 0 jaar, 16 jaar
Gies
Zwijgen 16 jaar, 0 jaar ½ jaar, ½ jaar
Wat doet Marie?
Marie kiest altijd voor het afleggen van een verklaring want 5 jaar is minder dan 16 jaar en 0 is
minder dan ½ jaar. Dus dominante strategie is wel een verklaring afleggen.
Wat doet Gies?
Gies kiest ook altijd voor het afleggen van een verklaring want 8 jaar is minder dan 16 jaar en 0 jaar
is minder dan ½ jaar. Dus dominante strategie is wel een verklaring afleggen.
Uitkomst
Marie en Gies kiezen beiden voor een belastende verklaring afleggen > 8 jaar en 5 jaar.
Toch zou samenwerken voor beiden beter zijn > ½ jaar en ½ jaar.
Samenwerken komt niet tot stand omdat zij elkaar niet vertrouwen.
, Hoofdstuk 8
Werkgevers surplus
Het verschil tussen het loon dat de werkgevers
bereid zijn te betalen en het werkelijke loon.
Werknemers surplus
het verschil tussen het loon dat de werknemers
minimaal willen verdienen en het werkelijke loon.
Verzonken kosten
Investeringen die niet terugverdiend kunnen worden op het moment dat een bedrijf met een
activiteit stopt. Omdat de investering in dat geval tot een afboeking leidt dan is er verzonken kosten.
Berovingsprobleem
Een probleem dat ontstaat als een partij meer dan de ander wordt benadeeld, bv vanwege het
optreden van verzonken kosten bij het stoppen van onderhandelingen of de samenwerking
Individuele arbeidsovereenkomst
Een mondelinge en een werknemer waarin de rechten en plichten van werkgever en werknemer zijn
geregeld.
Primaire arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaarden die betrekking hebben op het (bruto)loon, werktijden, pensioenregeling,
vakantieregeling en het te verrichten werk.
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Alles overige arbeidsvoorwaarden naast de primaire arbeidsvoorwaarden, zoals een
reiskostenvergoeding, een auto van de zaak of bedrijfskleding.
Loon
De prijs van arbeid op de arbeidsmarkt.
Vakcentrale
Een overkoepelende organisatie van vakbonden
Organisatiegraad van werknemers
Het percentage van de betrokken werknemers dat lid is van een werknemersorganisatie ofwel
vakbond.
Brancheorganisatie
Werkgeversorganisatie in een bepaalde branche of bedrijfstak.
Stichting van de arbeid
Het landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
Sociale partners
Centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
In een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) zijn afspraken tussen werkgevers of
werkgeversorganisaties en werknemersorganisatie (vakbonden) over arbeidsvoorwaarden
vastgelegd.
Brutoloon
Het contractuele of afgesproken loon voor aftrek van belastingen en premies.
Cao-loon
Tussen werkgevers en werknemers afgesproken brutobeloning voor verrichte arbeid inclusief
toeslagen en bijzondere beloningen zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering.
Gevangenenprobleem
Simultaan, niet coöperatief spel > spelers bepalen tegelijk de strategie en werken niet samen, zij
streven dus een individueel belang na, terwijl de uitkomst bij samenwerken beter was geweest.
Dominante strategie
De voordeligste strategie die iemand kist onafhankelijk van wat de ander kiest.
Suboptimale uitkomst
Na streven van individueel belang. > uitzonderingen:
1. Zelfbinding: de relatie in de toekomst staat op het spel dus je kan beter voor het
gezamenlijke belang kiezen.
2. Vertrouwen: vertrouw je de ander dan verlink jij ook niet en kies je voor gezamenlijk belang.
Vertrouw je de ander niet dan kies je voor individueel belang.
Gevangenenprobleem:
Marie
Wel verklaring Verlinken
Wel verklaring 8 jaar, 5 jaar 0 jaar, 16 jaar
Gies
Zwijgen 16 jaar, 0 jaar ½ jaar, ½ jaar
Wat doet Marie?
Marie kiest altijd voor het afleggen van een verklaring want 5 jaar is minder dan 16 jaar en 0 is
minder dan ½ jaar. Dus dominante strategie is wel een verklaring afleggen.
Wat doet Gies?
Gies kiest ook altijd voor het afleggen van een verklaring want 8 jaar is minder dan 16 jaar en 0 jaar
is minder dan ½ jaar. Dus dominante strategie is wel een verklaring afleggen.
Uitkomst
Marie en Gies kiezen beiden voor een belastende verklaring afleggen > 8 jaar en 5 jaar.
Toch zou samenwerken voor beiden beter zijn > ½ jaar en ½ jaar.
Samenwerken komt niet tot stand omdat zij elkaar niet vertrouwen.
, Hoofdstuk 8
Werkgevers surplus
Het verschil tussen het loon dat de werkgevers
bereid zijn te betalen en het werkelijke loon.
Werknemers surplus
het verschil tussen het loon dat de werknemers
minimaal willen verdienen en het werkelijke loon.
Verzonken kosten
Investeringen die niet terugverdiend kunnen worden op het moment dat een bedrijf met een
activiteit stopt. Omdat de investering in dat geval tot een afboeking leidt dan is er verzonken kosten.
Berovingsprobleem
Een probleem dat ontstaat als een partij meer dan de ander wordt benadeeld, bv vanwege het
optreden van verzonken kosten bij het stoppen van onderhandelingen of de samenwerking
Individuele arbeidsovereenkomst
Een mondelinge en een werknemer waarin de rechten en plichten van werkgever en werknemer zijn
geregeld.
Primaire arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaarden die betrekking hebben op het (bruto)loon, werktijden, pensioenregeling,
vakantieregeling en het te verrichten werk.
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Alles overige arbeidsvoorwaarden naast de primaire arbeidsvoorwaarden, zoals een
reiskostenvergoeding, een auto van de zaak of bedrijfskleding.
Loon
De prijs van arbeid op de arbeidsmarkt.
Vakcentrale
Een overkoepelende organisatie van vakbonden
Organisatiegraad van werknemers
Het percentage van de betrokken werknemers dat lid is van een werknemersorganisatie ofwel
vakbond.
Brancheorganisatie
Werkgeversorganisatie in een bepaalde branche of bedrijfstak.
Stichting van de arbeid
Het landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
Sociale partners
Centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
In een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) zijn afspraken tussen werkgevers of
werkgeversorganisaties en werknemersorganisatie (vakbonden) over arbeidsvoorwaarden
vastgelegd.
Brutoloon
Het contractuele of afgesproken loon voor aftrek van belastingen en premies.
Cao-loon
Tussen werkgevers en werknemers afgesproken brutobeloning voor verrichte arbeid inclusief
toeslagen en bijzondere beloningen zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering.