Informatiemanagement
Inhoud
1
,Hoofdstuk 1 Wat is informatie?..............................................................................................................2
Paragraaf 1.1 Het begrip informatie...................................................................................................2
Paragraaf 1.2 Indelingen van informatie............................................................................................3
Paragraaf 1.3 Kwaliteit van informatie...............................................................................................3
Hoofdstuk 2 Informatiemanagement.....................................................................................................4
Paragraaf 2.1 Het belang van informatie van organisaties.................................................................4
Paragraaf 2.2 Informatie- en communicatietechnologie....................................................................5
Paragraaf 2.3 Informatiemanagement in organisaties.......................................................................5
Paragraaf 2.4 Informatiemanagement vanuit bedrijfskundig perspectief..........................................6
Hoofdstuk 3 Informatiebehoeften..........................................................................................................7
Paragraaf 3.1 Informatiebehoeften met betrekking tot besluitvorming............................................7
Paragraaf 3.2 Informatiebehoeften met betrekking tot het managen van activiteiten......................8
Paragraaf 3.3 Informatiebehoeften met betrekking tot het coördineren van bedrijfsactiviteiten.....9
Paragraaf 3.4 Informatiebehoeften met betrekking tot het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten.......12
Hoofdstuk 4 Informatievoorziening......................................................................................................13
Paragraaf 4.1 Informatiesystemen...................................................................................................13
Paragraaf 4.2 Soorten informatiesystemen......................................................................................15
Hoofdstuk 1 Wat is informatie?
Paragraaf 1.1 Het begrip informatie
Een gegeven is een verslaglegging/afbeelding van een bepaald
feit. Deze worden pas informatie genoemd wanneer ze betekenis
hebben voor de ontvanger en er een context aan dit gegeven
wordt toegevoegd. Dit is persoons en/of functiegebonden. Dit
wordt weergegeven in het DIKW-model. Kennis wordt
gedefinieerd als het toepassen van data en informatie, zodat
deze bruikbaar is en dat er een handeling mee kan worden
verrichten. Kennis is te ontdekken uit patronen van informatie.
Het heeft dus een focus op het verleden. Een kenmerk van kennis
is dat de hoeveelheid ervaringen die zijn opgedaan mede
bepalend is voor het effect dat dit heeft op het handelen van deze persoon. Kennis is daarom ook
subjectief. De een kan iets op een andere manier ervaren dan de ander. Wijsheid (opgedane kennis
2
, praktisch weten te gebruiken) is een zelf ontplooiend en juist geen deterministisch proces. Het maakt
gebruik van de vorige drie niveaus om de principes te begrijpen. Het is belangrijk om wijsheid te
onderscheiden van iemand die intelligent is. Het gaat bij wijsheid om het toepassen van de
informatie. Dit model kent geen eenrichtingsverkeer. Zo kan het zijn dat informatie weer teruggezet
wordt naar gegevens, omdat de ontvanger niks met deze informatie kan. Kennis kan terug worden
gezet tot informatie wanneer dit eerst wel waardevol was, maar op dit moment niet meer.
Kennismanagement is het ontdekken, analyseren, beheren en verspreiden van kennis binnen een
onderneming. Hierdoor kunnen gebruikers effectief en efficiënt met kennis omgaan.
Kennismanagement wordt vooral gezien als een verzameling methodes om de kennis zo te managen
dat deze snel en makkelijk beschikbaar is voor de kenniswerker. Kennis veroudert waardoor
kennismanagement eigenlijk het managen van de informatie-uitwisseling tussen kennisaanbieder en
kenniswerker moet zijn.
Paragraaf 1.2 Indelingen van informatie
Indeling naar organisatieniveau:
Strategische informatie is gericht op de organisatiedoelstellingen. Beleidsnotities,
strategieplannen, missie, visie, meerjarenbegrotingen etc. zijn voorbeelden van
dergelijke informatie. (Richting gevend)
Tactische informatie is gericht op het besturen en beheersen van de organisatie (het
realiseren van de organisatiedoelstellingen). Deze informatie kun je vinden in
procedures, protocollen, maandrapportages etc. (Inrichten)
Operationele informatie is gericht op het uitvoeren van de operationele processen.
Deze informatie wordt meestal vastgelegd in werkinstructies, handboeken,
handleidingen etc. (Verrichten)
Indeling naar intern/extern:
Interne informatie is informatie die zich binnen een organisatie bevindt. Deze
informatie tref je doorgaans aan in digitale bestanden, formulieren, rapporten etc.,
maar ook in de hoofden van de medewerkers.
Externe informatie bevindt zich buiten de grenzen van de eigen organisatie. Hierbij
kun je denken aan informatie op internet, nationale en internationale regelgeving,
vergunningen, normen etc.
Bij zowel interne als externe informatie is het van belang dat deze op een adequate manier wordt
gemaakt, zodat ermee gewerkt kan worden.
Paragraaf 1.3 Kwaliteit van informatie
Het meten van de kwaliteit van de informatie doen we aan de hand van efficiëntie en effectiviteit.
De efficiëntie gaat over de kosten die behoren tot het verkrijgen van de informatie. Bij de efficiëntie
van informatie geldt de randvoorwaarde dat de baten van de verkregen informatie voor de
organisatie groter moeten zijn dan de kosten voor het verkrijgen van deze informatie. De effectiviteit
heeft betrekking op het behalen van het doel waarvoor de informatie dient.
Zoals gezegd, de effectiviteit van de informatie gaat over de doelmatigheid: in hoeverre wordt door
het verstrekken van de informatie bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen. De kwaliteit
wordt beoordeeld aan de hand van een aantal aspecten:
Tijdigheid: De mate waarin de informatie op het moment van het verkrijgen daarvan nog
overeenkomt met de werkelijkheid.
3
Inhoud
1
,Hoofdstuk 1 Wat is informatie?..............................................................................................................2
Paragraaf 1.1 Het begrip informatie...................................................................................................2
Paragraaf 1.2 Indelingen van informatie............................................................................................3
Paragraaf 1.3 Kwaliteit van informatie...............................................................................................3
Hoofdstuk 2 Informatiemanagement.....................................................................................................4
Paragraaf 2.1 Het belang van informatie van organisaties.................................................................4
Paragraaf 2.2 Informatie- en communicatietechnologie....................................................................5
Paragraaf 2.3 Informatiemanagement in organisaties.......................................................................5
Paragraaf 2.4 Informatiemanagement vanuit bedrijfskundig perspectief..........................................6
Hoofdstuk 3 Informatiebehoeften..........................................................................................................7
Paragraaf 3.1 Informatiebehoeften met betrekking tot besluitvorming............................................7
Paragraaf 3.2 Informatiebehoeften met betrekking tot het managen van activiteiten......................8
Paragraaf 3.3 Informatiebehoeften met betrekking tot het coördineren van bedrijfsactiviteiten.....9
Paragraaf 3.4 Informatiebehoeften met betrekking tot het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten.......12
Hoofdstuk 4 Informatievoorziening......................................................................................................13
Paragraaf 4.1 Informatiesystemen...................................................................................................13
Paragraaf 4.2 Soorten informatiesystemen......................................................................................15
Hoofdstuk 1 Wat is informatie?
Paragraaf 1.1 Het begrip informatie
Een gegeven is een verslaglegging/afbeelding van een bepaald
feit. Deze worden pas informatie genoemd wanneer ze betekenis
hebben voor de ontvanger en er een context aan dit gegeven
wordt toegevoegd. Dit is persoons en/of functiegebonden. Dit
wordt weergegeven in het DIKW-model. Kennis wordt
gedefinieerd als het toepassen van data en informatie, zodat
deze bruikbaar is en dat er een handeling mee kan worden
verrichten. Kennis is te ontdekken uit patronen van informatie.
Het heeft dus een focus op het verleden. Een kenmerk van kennis
is dat de hoeveelheid ervaringen die zijn opgedaan mede
bepalend is voor het effect dat dit heeft op het handelen van deze persoon. Kennis is daarom ook
subjectief. De een kan iets op een andere manier ervaren dan de ander. Wijsheid (opgedane kennis
2
, praktisch weten te gebruiken) is een zelf ontplooiend en juist geen deterministisch proces. Het maakt
gebruik van de vorige drie niveaus om de principes te begrijpen. Het is belangrijk om wijsheid te
onderscheiden van iemand die intelligent is. Het gaat bij wijsheid om het toepassen van de
informatie. Dit model kent geen eenrichtingsverkeer. Zo kan het zijn dat informatie weer teruggezet
wordt naar gegevens, omdat de ontvanger niks met deze informatie kan. Kennis kan terug worden
gezet tot informatie wanneer dit eerst wel waardevol was, maar op dit moment niet meer.
Kennismanagement is het ontdekken, analyseren, beheren en verspreiden van kennis binnen een
onderneming. Hierdoor kunnen gebruikers effectief en efficiënt met kennis omgaan.
Kennismanagement wordt vooral gezien als een verzameling methodes om de kennis zo te managen
dat deze snel en makkelijk beschikbaar is voor de kenniswerker. Kennis veroudert waardoor
kennismanagement eigenlijk het managen van de informatie-uitwisseling tussen kennisaanbieder en
kenniswerker moet zijn.
Paragraaf 1.2 Indelingen van informatie
Indeling naar organisatieniveau:
Strategische informatie is gericht op de organisatiedoelstellingen. Beleidsnotities,
strategieplannen, missie, visie, meerjarenbegrotingen etc. zijn voorbeelden van
dergelijke informatie. (Richting gevend)
Tactische informatie is gericht op het besturen en beheersen van de organisatie (het
realiseren van de organisatiedoelstellingen). Deze informatie kun je vinden in
procedures, protocollen, maandrapportages etc. (Inrichten)
Operationele informatie is gericht op het uitvoeren van de operationele processen.
Deze informatie wordt meestal vastgelegd in werkinstructies, handboeken,
handleidingen etc. (Verrichten)
Indeling naar intern/extern:
Interne informatie is informatie die zich binnen een organisatie bevindt. Deze
informatie tref je doorgaans aan in digitale bestanden, formulieren, rapporten etc.,
maar ook in de hoofden van de medewerkers.
Externe informatie bevindt zich buiten de grenzen van de eigen organisatie. Hierbij
kun je denken aan informatie op internet, nationale en internationale regelgeving,
vergunningen, normen etc.
Bij zowel interne als externe informatie is het van belang dat deze op een adequate manier wordt
gemaakt, zodat ermee gewerkt kan worden.
Paragraaf 1.3 Kwaliteit van informatie
Het meten van de kwaliteit van de informatie doen we aan de hand van efficiëntie en effectiviteit.
De efficiëntie gaat over de kosten die behoren tot het verkrijgen van de informatie. Bij de efficiëntie
van informatie geldt de randvoorwaarde dat de baten van de verkregen informatie voor de
organisatie groter moeten zijn dan de kosten voor het verkrijgen van deze informatie. De effectiviteit
heeft betrekking op het behalen van het doel waarvoor de informatie dient.
Zoals gezegd, de effectiviteit van de informatie gaat over de doelmatigheid: in hoeverre wordt door
het verstrekken van de informatie bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen. De kwaliteit
wordt beoordeeld aan de hand van een aantal aspecten:
Tijdigheid: De mate waarin de informatie op het moment van het verkrijgen daarvan nog
overeenkomt met de werkelijkheid.
3
