Uitwerkingen
Blok C/D,
Casus 7
Sten Tönjes
,Inhoudsopgave
Casus Meneer Vergeer.................................................................................................................................. 2
CGO............................................................................................................................................................... 3
COVA............................................................................................................................................................. 5
AFPF.............................................................................................................................................................. 6
Rekenen...................................................................................................................................................... 15
Onderzoekend vermogen............................................................................................................................. 16
Sociologie.................................................................................................................................................... 17
Vrije invulling in overleg met SLB-Docent-5..................................................................................................18
1
, Casus Meneer Vergeer
IC-verpleegkundige Esther heeft zojuist boodschappen gedaan bij de supermarkt. Ze moet ook nog
even naar de drogist, vandaar dat ze het winkelcentrum in is gelopen. Een meter of tien verderop ziet
ze een man wankelen; een vrouw die naast hem loopt, probeert hem op de been te houden, maar hij
zakt in elkaar. Hij ligt op de grond, op z'n buik; de vrouw knielt naast hem neer en roept angstig z'n
naam. Esther loopt er snel naartoe, vraagt aan de vrouw of dit haar man is en of hij gezond is. En ze
spreekt vervolgens de man (Meneer Vergeer) aan, draait hem op zijn rug en voelt in zijn hals.
"Hij heeft van die pilletjes voor onder zijn tong, voor z'n hart... hij heeft er nu al twee genomen want
hij zei dat 'ie pijn op z'n borst had... moet ik ze pakken? Snel, in z'n binnenzak..." Esther hoort de
paniek in haar stem. Tegelijkertijd constateert ze dat de man niet reageert. Ze voelt geen pulsaties in
z'n hals. Hij lijkt ook niet te ademen.
Esther beseft dat er snel gehandeld moet worden. Als IC-verpleegkundige heeft ze dit soort situaties
natuurlijk al vaak meegemaakt, maar dit is de eerste keer dat ze er buiten het ziekenhuis mee te
maken krijgt, en dat is toch anders.
Er staan inmiddels meerdere mensen te kijken; Esther schakelt hun hulp in en gaat aan de slag
volgens het reanimatieprotocol. De AED is snel ter plaatse, en het lukt gelukkig al vrij snel om het
hart weer "aan de gang" te krijgen. Maar de pulsaties in de hals zijn nauwelijks te voelen en de man
is nog steeds nauwelijks aanspreekbaar; hij doet af en toe even zijn ogen open en hij lijkt pijn te
hebben.
Na acht minuten is een ambulance ter plaatse en meneer Vergeer wordt meegenomen. Hij krijgt
onmiddellijk een infuus en zijn vitale parameters worden in kaart gebracht. Zijn bloeddruk is 96/60;
hartfrequentie 124/min. Op het ECG is te zien dat hij een acuut myocardinfarct heeft. Hij wordt
daarom snel naar het Antonius ziekenhuis gebracht. In de ambulance krijgt meneer al medicatie ter
voorbereiding op de ingreep.
In het ziekenhuis vindt een spoed-PCI plaats.
De ingreep is voorspoedig verlopen; meneer Vergeer ligt nu op de CCU.
2
Blok C/D,
Casus 7
Sten Tönjes
,Inhoudsopgave
Casus Meneer Vergeer.................................................................................................................................. 2
CGO............................................................................................................................................................... 3
COVA............................................................................................................................................................. 5
AFPF.............................................................................................................................................................. 6
Rekenen...................................................................................................................................................... 15
Onderzoekend vermogen............................................................................................................................. 16
Sociologie.................................................................................................................................................... 17
Vrije invulling in overleg met SLB-Docent-5..................................................................................................18
1
, Casus Meneer Vergeer
IC-verpleegkundige Esther heeft zojuist boodschappen gedaan bij de supermarkt. Ze moet ook nog
even naar de drogist, vandaar dat ze het winkelcentrum in is gelopen. Een meter of tien verderop ziet
ze een man wankelen; een vrouw die naast hem loopt, probeert hem op de been te houden, maar hij
zakt in elkaar. Hij ligt op de grond, op z'n buik; de vrouw knielt naast hem neer en roept angstig z'n
naam. Esther loopt er snel naartoe, vraagt aan de vrouw of dit haar man is en of hij gezond is. En ze
spreekt vervolgens de man (Meneer Vergeer) aan, draait hem op zijn rug en voelt in zijn hals.
"Hij heeft van die pilletjes voor onder zijn tong, voor z'n hart... hij heeft er nu al twee genomen want
hij zei dat 'ie pijn op z'n borst had... moet ik ze pakken? Snel, in z'n binnenzak..." Esther hoort de
paniek in haar stem. Tegelijkertijd constateert ze dat de man niet reageert. Ze voelt geen pulsaties in
z'n hals. Hij lijkt ook niet te ademen.
Esther beseft dat er snel gehandeld moet worden. Als IC-verpleegkundige heeft ze dit soort situaties
natuurlijk al vaak meegemaakt, maar dit is de eerste keer dat ze er buiten het ziekenhuis mee te
maken krijgt, en dat is toch anders.
Er staan inmiddels meerdere mensen te kijken; Esther schakelt hun hulp in en gaat aan de slag
volgens het reanimatieprotocol. De AED is snel ter plaatse, en het lukt gelukkig al vrij snel om het
hart weer "aan de gang" te krijgen. Maar de pulsaties in de hals zijn nauwelijks te voelen en de man
is nog steeds nauwelijks aanspreekbaar; hij doet af en toe even zijn ogen open en hij lijkt pijn te
hebben.
Na acht minuten is een ambulance ter plaatse en meneer Vergeer wordt meegenomen. Hij krijgt
onmiddellijk een infuus en zijn vitale parameters worden in kaart gebracht. Zijn bloeddruk is 96/60;
hartfrequentie 124/min. Op het ECG is te zien dat hij een acuut myocardinfarct heeft. Hij wordt
daarom snel naar het Antonius ziekenhuis gebracht. In de ambulance krijgt meneer al medicatie ter
voorbereiding op de ingreep.
In het ziekenhuis vindt een spoed-PCI plaats.
De ingreep is voorspoedig verlopen; meneer Vergeer ligt nu op de CCU.
2