Medische aansprakelijkheid – Jurisprudentie – Hoofdregel
Week 1 – Introductie en de rechtsverhouding
Baby Joost (NJ 2000, 734)
Baby werd geopereerd aan een liesbreuk. Door onvolkomenheid bij uitvoering operatie liep Joost een
ernstige hersenbeschadiging op. Joost behoeft voortdurende verzorging. HR: enkele aanwezigheid van
eigen belang is niet voldoende om de ouders tot partij bij de overeenkomst te maken.
Baby Kelly (NJ 2006, 606)
Tekortkoming t.a.v. een vrouwelijke patiënt die tot gevolg heeft dat zij wordt gefrustreerd in haar
beslissing tot afbreking van de zwangerschap is tevens onrechtmatig tegenover de partner, hoewel
deze partner geen contractspartij is. Bij de beslissing van de vrouw zijn immers ook zijn belangen
(vader van het kind) ten nauwste betrokken, omdat door de geboorte van een kind een verplichting
voor de ouders ontstaat om het kind levensonderhoud te verstrekken, en de verantwoordelijkheid voor
de verzorging en opvoeding van het kind te dragen.
Week 2 – Normschending en goed hulpverlenerschap
Speeckaert/Gradener (NJ 1991, 26)
Art. 7:453 BW. Het in acht nemen van de ‘zorg die een redelijk bekwaam en redelijk handelend
vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht’ => maatman = objectief criterium. HR
Speeckaert/Gradener. Er wordt geabstraheerd van ervaring, karakter en leeftijd van de hulpverlener.
Protocol I (NJ 2001, 649) en Protocol II (NJ 2006, 377)
De hulpverlener handelt als een goed hulpverlener als deze handelt conform de professionele
standaard. Het is de professionele standaard waaraan het handelen van de hulpverlener in kwestie
wordt getoetst. Zie Protocol I-arrest.
Gekeken moet worden naar de professionele standaard, die gold op het moment dat de geneeskundige
behandeling werd uitgevoerd.
Professionele standaard wordt ingevuld door zelfregulering, gedragsregels en beroepscodes, richtlijnen
of standaarden (Protocol I en II arrest).
Timmer/Deutman (NJ 1988, 500) en Schepers/De Bruijn (NJ 1994, 368)
Een mogelijk probleem bij het leveren van bewijs van de tekortkoming: onwetendheid van de patient
De patient is doorgaans onwetend over de wijze waarop de handeling bij hem heeft plaatsgevonden
(hij was bijv. onder narcose / niet bij kennis of kennisachterstand). Oplossing: hulpverlener heeft dan
ook een verzwaarde motiveringsplicht (Timmer/Deutman-arrest, Schepers/de Bruijn).
Week 3 – Grondslagen voor aansprakelijkheid I
Hoge Raad 19 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1082 & ECLI:NL:HR:2020:1090).
Zie kennisclip; week 3.
Week 4 – Grondslagen voor aansprakelijkheid II
Geen voorgeschreven jurisprudentie.
Week 5 – Causaal verband
Seresta-arrest (NJ 2004, 307),
Omkeringsregel
Gevaar heeft zich verwezenlijkt probleem bij overlijden: HR Seresta: niet duidelijk aan welke
oorzaak patient was overleden, dus norm niet duidelijk en dus niet duidelijk dat het gevaar zich had
verwezenlijkt waartoe de norm strekte ter voorkoming daarvan.
Informed consent-arresten (NJ 2002, 386 en 387)
1
Week 1 – Introductie en de rechtsverhouding
Baby Joost (NJ 2000, 734)
Baby werd geopereerd aan een liesbreuk. Door onvolkomenheid bij uitvoering operatie liep Joost een
ernstige hersenbeschadiging op. Joost behoeft voortdurende verzorging. HR: enkele aanwezigheid van
eigen belang is niet voldoende om de ouders tot partij bij de overeenkomst te maken.
Baby Kelly (NJ 2006, 606)
Tekortkoming t.a.v. een vrouwelijke patiënt die tot gevolg heeft dat zij wordt gefrustreerd in haar
beslissing tot afbreking van de zwangerschap is tevens onrechtmatig tegenover de partner, hoewel
deze partner geen contractspartij is. Bij de beslissing van de vrouw zijn immers ook zijn belangen
(vader van het kind) ten nauwste betrokken, omdat door de geboorte van een kind een verplichting
voor de ouders ontstaat om het kind levensonderhoud te verstrekken, en de verantwoordelijkheid voor
de verzorging en opvoeding van het kind te dragen.
Week 2 – Normschending en goed hulpverlenerschap
Speeckaert/Gradener (NJ 1991, 26)
Art. 7:453 BW. Het in acht nemen van de ‘zorg die een redelijk bekwaam en redelijk handelend
vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht’ => maatman = objectief criterium. HR
Speeckaert/Gradener. Er wordt geabstraheerd van ervaring, karakter en leeftijd van de hulpverlener.
Protocol I (NJ 2001, 649) en Protocol II (NJ 2006, 377)
De hulpverlener handelt als een goed hulpverlener als deze handelt conform de professionele
standaard. Het is de professionele standaard waaraan het handelen van de hulpverlener in kwestie
wordt getoetst. Zie Protocol I-arrest.
Gekeken moet worden naar de professionele standaard, die gold op het moment dat de geneeskundige
behandeling werd uitgevoerd.
Professionele standaard wordt ingevuld door zelfregulering, gedragsregels en beroepscodes, richtlijnen
of standaarden (Protocol I en II arrest).
Timmer/Deutman (NJ 1988, 500) en Schepers/De Bruijn (NJ 1994, 368)
Een mogelijk probleem bij het leveren van bewijs van de tekortkoming: onwetendheid van de patient
De patient is doorgaans onwetend over de wijze waarop de handeling bij hem heeft plaatsgevonden
(hij was bijv. onder narcose / niet bij kennis of kennisachterstand). Oplossing: hulpverlener heeft dan
ook een verzwaarde motiveringsplicht (Timmer/Deutman-arrest, Schepers/de Bruijn).
Week 3 – Grondslagen voor aansprakelijkheid I
Hoge Raad 19 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1082 & ECLI:NL:HR:2020:1090).
Zie kennisclip; week 3.
Week 4 – Grondslagen voor aansprakelijkheid II
Geen voorgeschreven jurisprudentie.
Week 5 – Causaal verband
Seresta-arrest (NJ 2004, 307),
Omkeringsregel
Gevaar heeft zich verwezenlijkt probleem bij overlijden: HR Seresta: niet duidelijk aan welke
oorzaak patient was overleden, dus norm niet duidelijk en dus niet duidelijk dat het gevaar zich had
verwezenlijkt waartoe de norm strekte ter voorkoming daarvan.
Informed consent-arresten (NJ 2002, 386 en 387)
1