Samenvatting SPSS experimentele onderzoeksmethoden opdrachten + uitleg

Session 1: Rehearsal and ANOVA



Assignment 1: one sample t-test

Gemiddelde en standaarddeviatie bepalen in SPSS van 1 groep
 Analyzedescriptivestatisticsdescriptives
 Vergeet niet alleen groep 1 te selecteren door dataselect cases
 De variabele die je selecteert is hier ‘y’, niet ‘group’ die je net met cases hebt
geselecteerd!

One sample t-test
 Analyzecompare meansone sample t-test
 Selecteer hier weer variabele ‘y’! Niet die gekke cases variabele.
 Kijk of het significant is door naar de p-waarde te kijken. Is het eenzijdig? Dan delen
door 2 als H1 overeenkomt met de data. Komt H1 niet overeen? Dan p = 1 – sig/2.

Assignment 2: Two sample t-test

Independent samples t-test
 Analyzecompare meansindependent samples t-test
 Selecteer de variabele waarvan je de gemiddeldes wilt
vergelijken
 Selecteer daarna in de ‘grouping variabele box’ de variabele
‘group’
 Klik daarna op ‘define groups’ en vul groepen in die je wilt
weten.
 Test variabele=continue variabele
 Grouping variabele=de categorische variabele (dus waar je het verschil tussen wilt
onderzoeken)

Variantie
 Kijk bij equal variances assumedsignificantie groter dan .05? Dan kijk je in de
bovenste rij (equal assumed). Kleiner dan .05? Dan kijk je in de onderste rij (equal not
assumed).




Assignment 3: ANOVA
1

, Een-weg ANOVA
 Analysegeneral linear modelunivariate
 Kies ‘y’ als dependent variabele en kies ‘group’ (categorische variabele) als fixed
factor
 Klik op options en vink aan: descriptive statistics en Homogeneity tests
o Asumptie ANOVA: populatie waarvan elke groep is getrokken moet dezelfde
variantie hebben en dezelfde standaarddeviatie (‘homogeneity of variance’).
Ze verschillen wel wat, maar moeten bij elkaar in de buurt liggen voor deze
test.

Variantie
 Rechts zie je Levens test. De significantie is overal 0. Dit betekent dat de varianties
van de groepen NIET GELIJK zijn in de
populatie (want p is kleiner dan alpha!).
 De variantie is dus niet gelijk, wat wel een
assumptie is van ANOVA.
 ANOVA is hier echter robuust tegen
wanneer de hoogste n van een groep niet
meer dan 1.5x zo groot is als de laagste n
van een groep.
 Als de p-waardes rechts groter zouden zijn dan alpha, dan betekend het dat de
varianties in de groepen WEL GELIJK zouden zijn.

Assignment 4: Another ANOVA

Independent samples t-test
 Analyzecompare meansindependent samples t-test
 Test variabele=continue variabele
 Grouping variabele=de categorische variabele (dus waar je het verschil tussen wilt
onderzoeken)

Experiment-wise type 1 error
 1 – (1 – alpha)^number of tests

R-squared
 0.01 (small)
 0.06 (medium)
 0.14 (large)




2