Verbintenissenrecht
Hoofdstuk 1 ‘verbintenissenrecht, plaatsbepaling’:
Begrip ‘verbintenissenrecht’: iets wat je volgens het recht verplicht bent om
te doen of te laten (recht en plicht). Deze verplichtingen noemen we ookwel
prestatie, deze prestaties zijn geld waard. Als je een verbintenis niet nakomt ben
je aansprakelijk voor de gevolgen.
De verplichtingen die je hebt noem je prestatie, de prestatie is het object van de
verbintenis. De dragers van de rechten en plichten zijn de rechtssubjecten.
De partij die een prestatie moet verrichten is de schuldenaar. De partij die recht
heeft op een prestatie is de schuldeiser.
Ontstaan van een verbintenis:
- Uit de wet: vloeit voort uit de wet (voor mensen die bijvoorbeeld geen
verbintenis willen).
- Uit een overeenkomst: afspraak tussen twee partijen komt tot stand
door aanbod en aanvaarding. Er is dan sprake van een wilsovereenkomst.
Als een verbintenis wordt nagekomen dan houdt het op met bestaan. Dit wordt
ook wel tenietgaan genoemd.
Tekortkoming in de nakoming:
Als je een verbintenis niet goed nakomt, is er sprake van wanprestatie. Bij
wanprestatie is er sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming.
→ Verbintenissen zijn wedekerig, je hebt rechten en plichten over en weer.
Een verbintenis kan verplichtingen hebben om iets te doen of om iets juist te
laten.
Verbintenissen uit de wet:
- Onrechtmatige daad ( 6:162 BW): Je maak hier inbreuk op een ander
zijn recht. ‘Wil’ speelt hier geen rol. Het is de feitelijke handeling die in
combinatie met de wettelijke bepaling, de verbintenis doet ontstaan.
- Rechmatige daad:
1) Onverschuldigde betaling: iemand die perongeluk bedrag op je
rekening stort. Je bent verplicht terug te storten, omdat er geen
verbintenis was om dat geld te storten. Er is hier dan sprake van een
onverschuldigde betaling.
2) Ongerechtvaardigde vereiking: Als er over dat gestortte geld rente
is gekomen, dan is de rente niet onverschuldigd betaald maar is er
sprake van ongerechtvaardigde vereiking. Zonder dit bedrag had je
namelijk ook die rente niet gekregen, deze rente zal dus ook
terugbetaald moeten worden.
3) Zaakwaarneming: je bent op vakantie, je raam breekt. De buurman
maakt, zonder dat iets heb kunnen willen. Kosten zijn alsnog voor jou
omdat je buurman de zaakwaarnemer was.
Publiekrecht:
Het publiekrecht regelt de betrekking tussen de overheid en de burgers. Zoals
strafrecht en bestuursrecht.
~1~
,~2~
, Onderscheid in privaatrecht:
Privaatrecht:
Verbintenissen recht is een onderdeel van het privaatrecht (ookwel burgerlijk
recht of civielrecht). Privaatrecht regelt het recht met de betrekking op burgers
onderling.
Personenrecht:
Personenrecht kan onderverdeelt worden in personen- en familierecht en het
rechtsperonsenrecht. Het persoon- en familierecht bevat regels die gelden voor
natuurlijke personen. Het rechtspersonenrecht bevat regels voor rechtspersonen.
Rechtspersonen zijn stichtingen en verenigingen etc. Rechtspersonen kunnen niet
overlijden en doordoor biedt het meer zekerheid en continuiteit.
Vermogensrecht:
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent vermogen centraal. Onder
vermogen verstaan we: alles dat een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) bezit
en op geld waardeerbaar is.
Beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht
In romeinse rijk had privaatrecht een hoge kwalitiet. Privaatrecht heeft
beginselen:
1. Contractsvrijheid
Partijen zijn vrij om overeen te komen wat zij willen, zolang dit niet
verboden is.
2. Pacta sunt servanda
Overeenkomsten moeten worden nagekomen. Belofte maakt schuld.
3. Vormvrijheid
Alles mag op de manier zoals de partijen willen, tenzij de wetgever hiervan
expliciet afwijkt.
Soms zijn er wel uitzonderingen waar er geen sprake is van vormvrijheid,
bijv de notaris, de deurwaarder en de ambtenaren van de burgerlijke
stand.
Dwingend en regelendrecht
- Dwingend recht: hier mag niet van afgeweken worden.
- Regelend recht (aanvullend recht): hiervan mag afgeweken worden door
partijen.
De redelijkheid en billijkheid
Partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. De
redelijkheid verwijst naar het verstand en de billijkheid naar ons rechtsgevoel.
Procedure van privaatrecht
Materieelrecht: betekent inhoudelijk. Bepaalt wie in welke situatie waarop recht
heeft.
Formeelrecht (ookwel procesrecht): het formele recht ziet op de procedures
waarmee iemand zijn recht kan verwezenlijken.
Hoofdregel: wie eist, bewijst.
~3~
Hoofdstuk 1 ‘verbintenissenrecht, plaatsbepaling’:
Begrip ‘verbintenissenrecht’: iets wat je volgens het recht verplicht bent om
te doen of te laten (recht en plicht). Deze verplichtingen noemen we ookwel
prestatie, deze prestaties zijn geld waard. Als je een verbintenis niet nakomt ben
je aansprakelijk voor de gevolgen.
De verplichtingen die je hebt noem je prestatie, de prestatie is het object van de
verbintenis. De dragers van de rechten en plichten zijn de rechtssubjecten.
De partij die een prestatie moet verrichten is de schuldenaar. De partij die recht
heeft op een prestatie is de schuldeiser.
Ontstaan van een verbintenis:
- Uit de wet: vloeit voort uit de wet (voor mensen die bijvoorbeeld geen
verbintenis willen).
- Uit een overeenkomst: afspraak tussen twee partijen komt tot stand
door aanbod en aanvaarding. Er is dan sprake van een wilsovereenkomst.
Als een verbintenis wordt nagekomen dan houdt het op met bestaan. Dit wordt
ook wel tenietgaan genoemd.
Tekortkoming in de nakoming:
Als je een verbintenis niet goed nakomt, is er sprake van wanprestatie. Bij
wanprestatie is er sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming.
→ Verbintenissen zijn wedekerig, je hebt rechten en plichten over en weer.
Een verbintenis kan verplichtingen hebben om iets te doen of om iets juist te
laten.
Verbintenissen uit de wet:
- Onrechtmatige daad ( 6:162 BW): Je maak hier inbreuk op een ander
zijn recht. ‘Wil’ speelt hier geen rol. Het is de feitelijke handeling die in
combinatie met de wettelijke bepaling, de verbintenis doet ontstaan.
- Rechmatige daad:
1) Onverschuldigde betaling: iemand die perongeluk bedrag op je
rekening stort. Je bent verplicht terug te storten, omdat er geen
verbintenis was om dat geld te storten. Er is hier dan sprake van een
onverschuldigde betaling.
2) Ongerechtvaardigde vereiking: Als er over dat gestortte geld rente
is gekomen, dan is de rente niet onverschuldigd betaald maar is er
sprake van ongerechtvaardigde vereiking. Zonder dit bedrag had je
namelijk ook die rente niet gekregen, deze rente zal dus ook
terugbetaald moeten worden.
3) Zaakwaarneming: je bent op vakantie, je raam breekt. De buurman
maakt, zonder dat iets heb kunnen willen. Kosten zijn alsnog voor jou
omdat je buurman de zaakwaarnemer was.
Publiekrecht:
Het publiekrecht regelt de betrekking tussen de overheid en de burgers. Zoals
strafrecht en bestuursrecht.
~1~
,~2~
, Onderscheid in privaatrecht:
Privaatrecht:
Verbintenissen recht is een onderdeel van het privaatrecht (ookwel burgerlijk
recht of civielrecht). Privaatrecht regelt het recht met de betrekking op burgers
onderling.
Personenrecht:
Personenrecht kan onderverdeelt worden in personen- en familierecht en het
rechtsperonsenrecht. Het persoon- en familierecht bevat regels die gelden voor
natuurlijke personen. Het rechtspersonenrecht bevat regels voor rechtspersonen.
Rechtspersonen zijn stichtingen en verenigingen etc. Rechtspersonen kunnen niet
overlijden en doordoor biedt het meer zekerheid en continuiteit.
Vermogensrecht:
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent vermogen centraal. Onder
vermogen verstaan we: alles dat een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) bezit
en op geld waardeerbaar is.
Beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht
In romeinse rijk had privaatrecht een hoge kwalitiet. Privaatrecht heeft
beginselen:
1. Contractsvrijheid
Partijen zijn vrij om overeen te komen wat zij willen, zolang dit niet
verboden is.
2. Pacta sunt servanda
Overeenkomsten moeten worden nagekomen. Belofte maakt schuld.
3. Vormvrijheid
Alles mag op de manier zoals de partijen willen, tenzij de wetgever hiervan
expliciet afwijkt.
Soms zijn er wel uitzonderingen waar er geen sprake is van vormvrijheid,
bijv de notaris, de deurwaarder en de ambtenaren van de burgerlijke
stand.
Dwingend en regelendrecht
- Dwingend recht: hier mag niet van afgeweken worden.
- Regelend recht (aanvullend recht): hiervan mag afgeweken worden door
partijen.
De redelijkheid en billijkheid
Partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. De
redelijkheid verwijst naar het verstand en de billijkheid naar ons rechtsgevoel.
Procedure van privaatrecht
Materieelrecht: betekent inhoudelijk. Bepaalt wie in welke situatie waarop recht
heeft.
Formeelrecht (ookwel procesrecht): het formele recht ziet op de procedures
waarmee iemand zijn recht kan verwezenlijken.
Hoofdregel: wie eist, bewijst.
~3~
