100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting celbiologie HST 20

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
20-09-2021
Written in
2019/2020

Deze samenvatting is gebaseerd op hoofdstuk 20 van de slides van Peter Vangheluwe, aangevuld met uitleg gegeven in de les.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 20, 2021
Number of pages
16
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 20: Cellulaire gemeenschappen:
weefsels, stamcellen en kanker
1 DE EXTRACELLULAIRE MATRIX EN BINDWEEFSELS

1.1 DIERLIJKE BINDWEEFSELVARIANTEN BESTAAN GROTENDEELS UIT EXTRACELLULAIRE MATRIX
Weefselleer = cellen in meercellige organismen werken samen in weefsels

Cel contacten met extracellulaire matrix:
- houdt cellen samen
- biedt sterkte, steun en beweeglijkheid

Ook directe cel-cel contacten → elke cel heeft eigen
cytoskelet + verbindende eiwitten
celjuncties dragen krachten over van het
cytoskelet van één cel naar de volgende of naar de
extracellulaire matrix


1.1.1 De vier belangrijke soorten weefsels bij dieren
1. bindweefsel
2. epitheelweefsel
3. zenuwweefsel (H12)
4. spierweefsel (H17)

• Bindweefsels bezitten een goed ontwikkelde extracellulaire matrix
o taai en buigzaam: pees
o hard en dens: bot
o meegevend en elastisch: kraakbeen
o zacht en transparant: gelstructuur in het oog
• Eigenschappen ven de extracellulaire matrix hangen af van
o het type en hoeveelheid collageen
o andere moleculen die tussen collageen zijn geweven
o afhankelijk van welke stoffen, in welke combinaties en in welke hoeveelheden, krijg je andere types van
extracellulaire matrix die andere eigenschappen vertonen

1.1.2 Dierlijke bindweefselvarianten bestaan grotendeels uit extracellulaire matrix
= grondsubstantie + vezels

BOTTEN
• Systeem van Havers
o osteoblasten: bouwen de extracellulaire matrix op
o osteocyten: osteoblasten die vastzitten in de matrix
o osteoclasten: gaan EM afbreken om ze te hernieuwen
• trekweerstand (collageen) + drukweerstand (calciumfosfaat)




1

,1.2 COLLAGEENVEZELS GEORGANISEERD IN BUNDELS BIEDEN TREKSTERKTE
Collageen zijn heel grote extracellulaire eiwitvezels die terug te vinden zijn in de extracellulaire matrix. Doordat de
vezels zo groot zijn, kan collageen niet zomaar worden opgebouwd in de cel.

Een enkele collageen streng is een heel lange eiwitketen. Typisch is
dat er 3 van de enkele strengen door elkaar geweven worden
waardoor een collageen molecule wordt opgebouwd.

Eén triplet is de basisbouwsteen voor een collageenvezel. Door het
samenvoegen van meerdere tripletten ontstaat er een dikke
collageenvezel.

In de huid liggen de collageenvezels op een gestructureerde manier
in 2 richtingen:
- in de lengte
- dwars; loodrecht op de andere vezels




Q: ‘Hoe komt het dat de collageenvezels worden opgebouwd in de extracellulaire
matrix, hoe kan de cel dit regelen ondanks dat ze kleiner is dan de vezels?’

De cel maak een voorloper van het collageen: procollageen dat al in tripletten
geweven wordt (groen)
De eindstukken (rood) verhinderen dat er nieuwe collageen moleculen aan elkaar
kunnen koppelen.
De procollageen keten kom in de secretorische vesikkels terecht en wordt zo in de
extracellulaire matrix terecht.

In de EM worden de eindstandige stukjes afgebroken door procollageen peptidase.
Na afbraak blijven de collageen moleculen over die zichzelf gaan opbouwen tot veel
grotere collageen vezels.

1.2.1 Fibroblasten produceren extracellulaire matrix en collageenvezels
Fibroblast = collageenproducerende cel in de huid, pezen en veel andere soorten bindweefsel
Osteoblast = collageenproducerende cel in het bot
→ meer gespecialiseerde vorm van fibroblasten

1.2.2 Enkele eigenschappen van collageen
• Meest voorkomende eiwit in zoogdieren: 25% van totale massa
• In huid, been, bot, pezen, …

• 20 genen coderen voor collageen
• 5 types (I-V)

• Collageen eiwitketens bestaat uit herhalingen van Gly-Pro-X of Gly-X-Hyp
o Collageen bevat veel glycine residues (1/3)
▪ kleinste aminozuur: past binnen in de kabel
• bevat geen zijketens → collageenketens kunnen dicht genoeg tegen elkaar klusteren
▪ helpt de vorming van een drie-strengige helix
▪ één enkel glycine mutatie in collageen kan lethaal zijn

2

, o Collageen bevat veel proline of hydroxyproline (1/6) (en hydroxyllysine)
▪ belangrijk om collageen moleculen samen te binden
▪ hydroxylering vergt moleculaire zuurstof (O2) en vitamine C (reductiemiddel)
▪ tekort aan vitamine C leidt tot bindweefselproblemen: scheurbuik




1.2.3 Collageen wordt door de fibroblasten al een precursor gesecreteerd (procollageen) en nadien extracellulair
omgezet in collageen door procollageen peptidase
Hyperextensie huid door:
• fout in collageen crosslinking
o lathyrisme wordt veroorzaakt door toxine van Lathyrus odoratus zaden
▪ verzwakte benen
▪ BAPN inhibeert lysyl-oxidase wat belangrijk is voor kruisverbinding collageen
• afwezigheid van procollageen peptidase



1.3 CELLEN ORGANISEREN HET COLLAGEEN DAT WORDT GESECRETEERD
Collageenvezels in de huid vertonen soms “triplexhout” organisatie.

Huid: ‘geweven’ collageenvezels in alternerende richtingen
• parallelle bundels in pezen langs belangrijke trek-as
• biedt treksterkte in verschillende richtingen

Herinner: treksterkte
• intracellulair: intermediaire filamenten
• extracellulair: collageen
• combinatie van intra- en extracellulaire filamenten bepaalt de totale
stevigheid van het weefsel en hoeveel trekweerstand het kan
opvangen



1.4 INTEGRINES VERBINDEN DE MATRIX BUITEN EEN CEL MET HET CYTOSKELET BINNEN DE CEL
Integrines = dimere receptor eiwitten die zich in het plasmamembraan bevinden en belangrijk zijn bij het
vasthechten van cellen op de extracellulaire matrix
Aan de extracellulaire zijden werken ze samen met
fibronectine. Hierop zitten bindingsplaatsen voor
collageen en integrine
→ schakelmolecule om collageen en meer integrine
vast te houden

Aan de intracellulaire zijden werken ze samen met
adaptor eiwitten die gaan vasthechten op actine
filamenten van het cytoskelet.



• Verankering van integrines in het PM aan de extracellulaire matrix en het cytoskelet
o vermijdt het uittrekken van integrines uit het PM
o transmissie signaal van extra → intracellulair
• Integrines worden gefosforyleerd tijdens de mitose door Cdks (H18)
• Belangrijk bij het kruipen/bewegen van cellen
3
$8.49
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
rlisa2220

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
rlisa2220 Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
4
Last sold
3 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions