Theknowhow – H.G. 1
,Theknowhow – H.G. 2
Wie ben ik?
Ik ben een student die gedurende zijn studietraject alles op het laatste moment laat opstapelen. Ik
ben iemand die snel een vak kan studeren omdat ik telkens de nodige documenten goed probeer te
onderscheiden waardoor ik minder tijd nodig heb. Ik heb het getuigschrift van vakbekwaamheid voor
het vervoer van goederen over weg behaald in februari 2021. Ik ben afgestudeerd van de richting
financiën- en verzekeringswezen en zit nu in mijn masterjaar in Bedrijfskunde.
Waarom dit document?
Als een last-minute student heb ik geleerd om de essentie van een examen te zien. Dit document
dient om te slagen voor het deel oefeningen van het vak arbeidsreglementering, indien je meer
wenst te leren over het vak zelf raad ik je aan om het boek te lezen.
, Theknowhow – H.G. 3
Meerkeuzevragen
1. De chauffeur bemerkt bij het begin van zijn dagtaak met een voertuig, dat uitgerust is met
een digitale tachograaf dat hij zijn bestuurderskaart niet bij zich heeft en waarschijnlijk
verloren heeft.
a. De chauffeur mag zijn rit aanvatten, nadat hij het verlies gemeld heeft bij de politie
via een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling en hij minstens een afdruk
heeft gemaakt van de gegevens van het door hem bestuurde voertuig waarop hij zijn
naam, nummer van zijn bestuurderskaart of rijbewijs vermeldt en zijn handtekening
plaatst.
b. De chauffeur mag zijn rit niet aanvatten, omdat hij hoegenaamd niet mag rijden
zonder bestuurderskaart, zelfs bij verlies van zijn kaart.
c. De chauffeur mag zijn rit aanvatten, nadat hij het verlies gemeld heeft bij de politie
via een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling en deze verklaring bij zich in
het voertuig bewaart.
d. De chauffeur mag zijn rit aanvatten zonder enige verdere verplichting, omdat hij toch
als houder van een geldige bestuurderskaart geregistreerd staat in de centrale
databank.
2. De dagelijkse rijtijd van het rijdend personeel mag:
a. Maximaal 10 uur bedragen, maar slechts drie maal per week.
b. Maximaal 9 uur bedragen.
c. Maximaal 10 uur bedragen, maar slechts tweemaal per week.
d. Maximaal 12 uur bedragen.
3. De totale bij elkaar opgetelde rijtijd per periode van twee opeenvolgende weken:
a. Is niet beperkt op voorwaarde dat de maximale rijtijd per dag en per week niet wordt
overschreden.
b. Mag niet meer bedragen dan 56 uur.
c. Mag niet meer bedragen dan 90 uur (volgens een regime van week 1+2 en week
2+3, enz.)/
d. Mag niet meer bedragen dan 90 uur (volgens een regime van week 1+2 en week 3+4
enz.).
4. Tijdens de rit moet de chauffeur van het voertuig op verzoek van de met controle belaste
ambtenaren momenteel de registraties van zijn rij- en rusttijden kunnen tonen van:
a. De dag zelf en van de 21 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
b. De lopende week en van de 15 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
c. De dag zelf en van de 28 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
d. De lopende week en van de laatste dag van de voorafgaande week.
5. De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens moeten worden
overgebracht naar beveiligde externe media:
a. Ten minste om de 28 dagen vanaf de laatste overbrenging.
b. Enkel en alleen maar bij het veranderen van werkgever.
c. Enkel en alleen maar op vraag van de controleur.
d. Ten minste om de 21 dagen vanaf de laatste overbrenging.
,Theknowhow – H.G. 2
Wie ben ik?
Ik ben een student die gedurende zijn studietraject alles op het laatste moment laat opstapelen. Ik
ben iemand die snel een vak kan studeren omdat ik telkens de nodige documenten goed probeer te
onderscheiden waardoor ik minder tijd nodig heb. Ik heb het getuigschrift van vakbekwaamheid voor
het vervoer van goederen over weg behaald in februari 2021. Ik ben afgestudeerd van de richting
financiën- en verzekeringswezen en zit nu in mijn masterjaar in Bedrijfskunde.
Waarom dit document?
Als een last-minute student heb ik geleerd om de essentie van een examen te zien. Dit document
dient om te slagen voor het deel oefeningen van het vak arbeidsreglementering, indien je meer
wenst te leren over het vak zelf raad ik je aan om het boek te lezen.
, Theknowhow – H.G. 3
Meerkeuzevragen
1. De chauffeur bemerkt bij het begin van zijn dagtaak met een voertuig, dat uitgerust is met
een digitale tachograaf dat hij zijn bestuurderskaart niet bij zich heeft en waarschijnlijk
verloren heeft.
a. De chauffeur mag zijn rit aanvatten, nadat hij het verlies gemeld heeft bij de politie
via een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling en hij minstens een afdruk
heeft gemaakt van de gegevens van het door hem bestuurde voertuig waarop hij zijn
naam, nummer van zijn bestuurderskaart of rijbewijs vermeldt en zijn handtekening
plaatst.
b. De chauffeur mag zijn rit niet aanvatten, omdat hij hoegenaamd niet mag rijden
zonder bestuurderskaart, zelfs bij verlies van zijn kaart.
c. De chauffeur mag zijn rit aanvatten, nadat hij het verlies gemeld heeft bij de politie
via een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling en deze verklaring bij zich in
het voertuig bewaart.
d. De chauffeur mag zijn rit aanvatten zonder enige verdere verplichting, omdat hij toch
als houder van een geldige bestuurderskaart geregistreerd staat in de centrale
databank.
2. De dagelijkse rijtijd van het rijdend personeel mag:
a. Maximaal 10 uur bedragen, maar slechts drie maal per week.
b. Maximaal 9 uur bedragen.
c. Maximaal 10 uur bedragen, maar slechts tweemaal per week.
d. Maximaal 12 uur bedragen.
3. De totale bij elkaar opgetelde rijtijd per periode van twee opeenvolgende weken:
a. Is niet beperkt op voorwaarde dat de maximale rijtijd per dag en per week niet wordt
overschreden.
b. Mag niet meer bedragen dan 56 uur.
c. Mag niet meer bedragen dan 90 uur (volgens een regime van week 1+2 en week
2+3, enz.)/
d. Mag niet meer bedragen dan 90 uur (volgens een regime van week 1+2 en week 3+4
enz.).
4. Tijdens de rit moet de chauffeur van het voertuig op verzoek van de met controle belaste
ambtenaren momenteel de registraties van zijn rij- en rusttijden kunnen tonen van:
a. De dag zelf en van de 21 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
b. De lopende week en van de 15 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
c. De dag zelf en van de 28 kalenderdagen daaraan voorafgaand.
d. De lopende week en van de laatste dag van de voorafgaande week.
5. De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens moeten worden
overgebracht naar beveiligde externe media:
a. Ten minste om de 28 dagen vanaf de laatste overbrenging.
b. Enkel en alleen maar bij het veranderen van werkgever.
c. Enkel en alleen maar op vraag van de controleur.
d. Ten minste om de 21 dagen vanaf de laatste overbrenging.