HCM 1.1 Architectuur en Design
Architectuur = de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de
gebouwde omgeving; inclusief steden, gebouwen, interieurs,
landschappen, meubelen, objecten etc.
Design = ontwerp/vormgeving, artistiek industrieel ontwerp, de stijl van
een product etc.
Eclecticisme = het combineren van elementen uit verschillende
(historische) stijlen en stromingen binnen één enkel kunstwerk of gebouw
Arts-and-Crafts-Movement
- Kritiek op industriële revolutie en de lelijke en goedkope
massaproducten
- Terug naar de romantiek, schoonheid en ambachtelijkheid van de
middeleeuwen
- Kunst moet nuttig en mooi zijn en voortkomen uit een eenheid van
kunst en arbeid in dienst van de samenleving, zoals ook het ontwerp
en de bouw van een Gotische kathedraal
Dus in de 19e eeuw gingen ze de middeleeuwen na doen ‘oud laten lijken’.
Maar moderne meubels konden dat verraden, zoals bijv. een bank.
Dutch design = minimalistisch, experimenteel, innovatief, onconventioneel
en met een gevoel voor humor.
The Great Exhibition of the works of industry of all nations (1851) =
internationale presentatie om het land te promoten en uiteindelijk
economisch en cultureel gewin te behalen. Tevens hoopt men dat handel
en kennis bijdraagt aan wereldvrede.
HCW 1.1 Kunstgeschiedenis
Kunst = het vermogen om dat wat in de geest of gemoed leeft of gewekt
is, op zodanige wijze tot uiting te brengen, dat het kan ontroeren door
schoonheid.
Kunst = een ambacht dat bedoeld is om de zintuigen te prikkelen.
Complementair kleurencontrast = kleuren versterken elkaar en staan
tegenover elkaar in de kleurencirkel.
Expressionisme = In voorstelling/beeld emotie laten zien, ook eigen
emotie vastleggen in beeld.
Pointillisme = met heel veel kleine puntjes een werk maken.
Met kleur kan je emotie vastleggen in een werk, koele kleuren wijken en
warme kleuren komen op je af.
, Abstractie = geen relatie tot de zichtbare werkelijkheid.
HCM 1.2 Architectuur- en Designgeschiedenis: Vorm
Nieuwe vormen door nieuwe materialen en technieken.
Wassily Chair (1925):
Hypermodern: stalen buis en leer, de eerste stoel
met een gebogen buisframe.
Thonet stoel nr. 14 (1873):
- Licht
- Hout buigen
- 50.000.000 verkochte exemplaren
- Goedkoop
- Weinig afval
- Eenvoudig in elkaar te zetten
- Cafémeubilair
De nieuwe architectuur aan het begin van de 21ste eeuw wordt gekenmerkt
door de toepassing van: staal, gietijzer, aluminium, glas en gewapend
beton.
Art Nouveau & Jugendstil ca. 1880-1914 kenmerken:
- Decadent en uiterst decoratief
- Asymmetrische composities met grote ‘gespannen’ lijnen
- De natuur en Japanse kunst als belangrijke inspiratiebronnen
- Gebruik (en ook laten zien) van nieuwe materialen
HCW 1.2 Kunstgeschiedenis: Vorm
Les demoiselles d’Avignon, Pablo Picasso (1907)
- Geometrische vormen
- Gestileerd
- Gesloten
Architectuur = de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de
gebouwde omgeving; inclusief steden, gebouwen, interieurs,
landschappen, meubelen, objecten etc.
Design = ontwerp/vormgeving, artistiek industrieel ontwerp, de stijl van
een product etc.
Eclecticisme = het combineren van elementen uit verschillende
(historische) stijlen en stromingen binnen één enkel kunstwerk of gebouw
Arts-and-Crafts-Movement
- Kritiek op industriële revolutie en de lelijke en goedkope
massaproducten
- Terug naar de romantiek, schoonheid en ambachtelijkheid van de
middeleeuwen
- Kunst moet nuttig en mooi zijn en voortkomen uit een eenheid van
kunst en arbeid in dienst van de samenleving, zoals ook het ontwerp
en de bouw van een Gotische kathedraal
Dus in de 19e eeuw gingen ze de middeleeuwen na doen ‘oud laten lijken’.
Maar moderne meubels konden dat verraden, zoals bijv. een bank.
Dutch design = minimalistisch, experimenteel, innovatief, onconventioneel
en met een gevoel voor humor.
The Great Exhibition of the works of industry of all nations (1851) =
internationale presentatie om het land te promoten en uiteindelijk
economisch en cultureel gewin te behalen. Tevens hoopt men dat handel
en kennis bijdraagt aan wereldvrede.
HCW 1.1 Kunstgeschiedenis
Kunst = het vermogen om dat wat in de geest of gemoed leeft of gewekt
is, op zodanige wijze tot uiting te brengen, dat het kan ontroeren door
schoonheid.
Kunst = een ambacht dat bedoeld is om de zintuigen te prikkelen.
Complementair kleurencontrast = kleuren versterken elkaar en staan
tegenover elkaar in de kleurencirkel.
Expressionisme = In voorstelling/beeld emotie laten zien, ook eigen
emotie vastleggen in beeld.
Pointillisme = met heel veel kleine puntjes een werk maken.
Met kleur kan je emotie vastleggen in een werk, koele kleuren wijken en
warme kleuren komen op je af.
, Abstractie = geen relatie tot de zichtbare werkelijkheid.
HCM 1.2 Architectuur- en Designgeschiedenis: Vorm
Nieuwe vormen door nieuwe materialen en technieken.
Wassily Chair (1925):
Hypermodern: stalen buis en leer, de eerste stoel
met een gebogen buisframe.
Thonet stoel nr. 14 (1873):
- Licht
- Hout buigen
- 50.000.000 verkochte exemplaren
- Goedkoop
- Weinig afval
- Eenvoudig in elkaar te zetten
- Cafémeubilair
De nieuwe architectuur aan het begin van de 21ste eeuw wordt gekenmerkt
door de toepassing van: staal, gietijzer, aluminium, glas en gewapend
beton.
Art Nouveau & Jugendstil ca. 1880-1914 kenmerken:
- Decadent en uiterst decoratief
- Asymmetrische composities met grote ‘gespannen’ lijnen
- De natuur en Japanse kunst als belangrijke inspiratiebronnen
- Gebruik (en ook laten zien) van nieuwe materialen
HCW 1.2 Kunstgeschiedenis: Vorm
Les demoiselles d’Avignon, Pablo Picasso (1907)
- Geometrische vormen
- Gestileerd
- Gesloten
