100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting L-filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen $8.61   Add to cart

Summary

Samenvatting L-filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen

 46 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak L-filosofische grondslagen van de geesteswetenschappen. Inhoudstafel: 1. Inleiding 2 2. Plato (428 – 347 v. Chr.) 3 2.1. Inleiding 3 2.2. De Meno-paradox 3 2.3. Wederherinnering en Ideeën 4 2.4. Plato’s ‘twee-werelden’-visie 5 3. Aristoteles (384-322 v.C...

[Show more]

Preview 4 out of 53  pages

  • August 5, 2021
  • 53
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING L-FILOSOFISCHE GRONDSLAGEN VAN DE
GEESTESWETENSCHAPPEN
Inhoud
Table of Contents
Inhoud...................................................................................................................................................1
Popper en het demarcatieprobleem................................................................................................26

,1. Inleiding
 “Epistemologie”: komt van epistêmê: zowel ‘kennis’ als ‘wetenschap’
 Hangen samen: wanneer men kennis heeft, bevindt men zich in een toestand van
wetenschap
 Epistemologie = filosofische kenleer, bestudeert de aard, reikwijdte en rechtvaardiging van
kennis
 “Hoe kennis verwerven”
o Relevante vragen: Wat is kennis?, Hoe onderscheidt kennis zich van
mening/overtuiging?, Hoe kunnen we kennis verwerven/rechtvaardigen?
 Wat is kennis? -> 3 componenten:
o Standaardtheorie: Kennis als ‘gerechtvaardigde, ware overtuiging’ (JTB)

 Definitie gaat terug op Plato (zie Meno & Theaetetus)
o Kennis veronderstelt overtuiging

 Ik kan maar iets weten indien ik ervan overtuigd ben dat het het geval is
o Kennis veronderstelt waarheid

 Ik kan maar iets weten als dat ook waar is
 Standaardtheorie v/d waarheid: waarheid als correspondentie
(overeenstemming met feiten)
o Kennis veronderstelt rechtvaardiging

 Ik kan maar iets weten als ik ook weet waarom het waar is
 Vb. zeggen: ‘Trump heeft de verkiezing gewonnen’
 Bronnen van kennis:
o Waarneming/ervaring: a posteriori kennis: kennis komt achteraf -> eerst ervaring

 Ervaringskennis
 Vb. ‘Het regent’
 Belangrijkste kennisbron voor ‘empiristische’ theorieën
 O.a. Aristoteles, Britse empiristen, positivisten, vroege Wittgenstein
o Verstand: a priori kennis: van te voren hebben -> niet afhankelijk van ervaring

 Vb. ‘De som van de hoeken van een driehoek is 180°’
 Belangrijkste kennisbron voor ‘rationalistische’ theorieën
 O.a. Plato, Descartes
 Kunnen een rol spelen in rechtvaardiging van kennis
 Hoe men opvattingen bekomt (bv. via een droomervaring)
Context of discovery

, <->
Hoe men deze rechtvaardigt (onderzoek naar die droomervaring)
Context of justification
 Kunnen hetzelfde zijn
 Demarcatieprobleem: heeft betrekking op de vraag waar de scheidingslijn loopt tussen
wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke uitspraken.
 Wetenschapsfilosofie beraadt zich over speciaal type kennis: wetenschappelijke kennis
o Welke methode gebruikt, Hoe wetenschappelijke kennis rechtvaardigen, hoe
verhouden wetenschappelijke modellen zicht tot werkelijkheid, Wat onderscheidt
wetenschappelijke van niet-wetenschappelijke kennis, hoe verhouden verschillende
wetenschappen zich tot elkaar?
 Metafysica: “Aard van de werkelijkheid waarover we kennis verwerven”


1. Plato (428 – 347 v. Chr.)
Plato over a priori kennis

1.1. Inleiding
 Auteur v filosofische dialogen
 Ethische uitgangspunt: onderzoekt het ethische en wat dat inhoudt  cf. Socrates
 1Ste invloedrijk model van a priori kennis
o Ideeënleer

o Leer v/d onsterfelijke ziel

 Eerste definitie van kennis als JTB

1.1. De Meno-paradox
 Meno, ‘over de deugd’ = dialoog over deugdzaamheid
 Centrale vraag: Kan de deugd onderwezen worden?
 Deugd bestaat in een vorm van inzicht/kennis
o Socrates w overtuigd dat ware deugd gereduceerd kan worden tot kennis

 Niemand is slecht en doet bewust kwaad
 Wie het goede kent, zal het goede doen
 Men handelt doelbewust, met als doel: iets goed
 Dit niet doen is doordat men zich vergist in wat goed is
Bv. moorden omdat eerwraak belangrijker/beter is
 (Hoe) kunnen we kennis verwerven?
 De ‘Meno-paradox’:
o Wie kent, hoeft niet te zoeken

, o Wie niet kent, weet niet waarnaar hij naar op zoek is

 Kennisverwerving is dus ofwel overbodig, ofwel onmogelijk
 Een Sofistische (geen reële) paradox steunend op ambiguïteit? Onderscheid tussen:
o De vraag begrijpen (pre-theoretisch begrip)

o Het antwoord/de definitie kennen (theoretische articulatie)

 Oplossing v Socrates: de theorie van de anamnese/wederherinnering
o Elk leren (mathêsis) is een zich-herinneren (anamnêsis), we hebben de kennis al

 Kennis is reeds (onbewust) aanwezig
 Kennis is nog niet (bewust) aanwezig
 Nood aan wederherinnering (anamnese)
 Plato’s a priori kennis veronderstelt de pre-existentie van de ziel
 Praktisch ‘bewijs’: de ondervraging van de slaaf
 Kennis veronderstelt ‘oorzakelijkheidsredernering’
= weten waarom de overtuiging waar is (=JTB)

1.1. Wederherinnering en Ideeën
 Phaedo, over de ziel: 1 van de mooiste dialogen (dramatische enscenering) over laatste
levensdag Socrates
o Onderwerp: onsterfelijkheid van de ziel

 Het argument van de wederherinnering
o De pre-existentie van de ziel wordt afgeleid uit de observatie dat de mens beschikt
over niet-empirische kennis (die men dus niet in dit leven kan hebben verworven)
 Welke kennis? Conceptuele kennis: begrippen (die Ideeën veronderstellen)
 Argument van de wederherinnering
o We spreken van gelijke stokken (en begrijpen wat we daarmee bedoelen)

 Dus: begrip ‘Gelijkheid is verondersteld in onze empirische oordelen
o Waar komt begrip “Gelijkheid” vandaan?

 Niet uit waarneming (geen empirisch begrip)
 Want: gelijke stokken zijn nooit zomaar gelijk, maar tegelijk ook
ongelijk
Bv. Wat voor de ene rechtvaardig is, mss voor de andere niet
 Dan moet ons begrip van Gelijkheid voorafgaan aan waarneming
 Want: waarnemingsoordelen veronderstellen begrip van Gelijkheid
 Gelijkheid moet dus reeds van voor we waarnemen zijn gekend
 Dus: kennis van Gelijkheid (Idee) is a priori

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wallyfh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.61
  • (0)
  Add to cart