PROBLEEM 1
Leerdoelen
1. Welke analysetechnieken/toetsen/effectmaten moeten worden gebruikt bij
welke meetniveaus?
2. Wat houden ze in? (hoe bereken je de uitkomsten, welke formules, wat zijn
de uitkomsten)
3. Hoe moeten de uitkomsten worden geïnterpreteerd?
Bronnen
- Webcasts
- Grotenhuis
Leerdoel 1 Welke analysetechnieken/toetsen/effectmaten moeten worden
gebruikt bij welke meetniveaus?
meetniveau kenmerk a:
nominaal/ ordinaal ratio/
categorisch interval
meetniveau
kenmerk b:
nominaal/ Kruistabel Kruistabel Verschil 2 analysetechniek
categorisch gemiddelden
(2 groepen) / ANOVA
(>2 groepen)
Chi2-toets Chi2-toets T-toets / significantietoets
F-toets
Cramer’s Cramer’s V / Phi /Odds Cohen’s d / effectmaat
V/Phi/OR/RR ratio (OR)/ Relatief r
Risico (RR)
ordinaal Rangcorrelatie Rangcorrelatie analysetechniek
T-toets T-toets significantietoets
Spearman’s R Spearman’s R effectmaat
ratio/ Correlatie analysetechniek
interval
T-Toets significantietoets
Pearson’s R effectmaat
Leerdoel 2 Wat houden ze in? (hoe bereken je de uitkomsten, welke formules,
wat zijn de uitkomsten)
Analysetechniek: manier van analyseren, kijken of er een werkelijk verband is
tussen de variabelen
- Kruistabel
- Vergelijken gemiddelden
- ANOVA
- Rangcorrelatie
- Correlatie
Significantietoets: toets je de data mee, is het verband significant (H 0
verwerpen en H1 aanvaarden)
- Chi2-toets
- T-toets
- F-toets
Effectmaat: sterkte van het verband
- Cramer’s V
- Phi
1
, - Odds ratio (OR)
- Relatief risico (RR)
- Cohen’s d
- R
- Spearman’s r
- Pearson’s r
Meetniveaus:
Nominaal: verschillende
categorieën zonder
volgorde
- Ordinaal: sprake van
een rangorde, maar
geen duidelijke
verschillen
- Interval: verschillen
tussen opeenvolgende
categorieën zijn bekend.
Er is geen vast
nulpunt, dus je kan geen
verhoudingen berekenen
2
Leerdoelen
1. Welke analysetechnieken/toetsen/effectmaten moeten worden gebruikt bij
welke meetniveaus?
2. Wat houden ze in? (hoe bereken je de uitkomsten, welke formules, wat zijn
de uitkomsten)
3. Hoe moeten de uitkomsten worden geïnterpreteerd?
Bronnen
- Webcasts
- Grotenhuis
Leerdoel 1 Welke analysetechnieken/toetsen/effectmaten moeten worden
gebruikt bij welke meetniveaus?
meetniveau kenmerk a:
nominaal/ ordinaal ratio/
categorisch interval
meetniveau
kenmerk b:
nominaal/ Kruistabel Kruistabel Verschil 2 analysetechniek
categorisch gemiddelden
(2 groepen) / ANOVA
(>2 groepen)
Chi2-toets Chi2-toets T-toets / significantietoets
F-toets
Cramer’s Cramer’s V / Phi /Odds Cohen’s d / effectmaat
V/Phi/OR/RR ratio (OR)/ Relatief r
Risico (RR)
ordinaal Rangcorrelatie Rangcorrelatie analysetechniek
T-toets T-toets significantietoets
Spearman’s R Spearman’s R effectmaat
ratio/ Correlatie analysetechniek
interval
T-Toets significantietoets
Pearson’s R effectmaat
Leerdoel 2 Wat houden ze in? (hoe bereken je de uitkomsten, welke formules,
wat zijn de uitkomsten)
Analysetechniek: manier van analyseren, kijken of er een werkelijk verband is
tussen de variabelen
- Kruistabel
- Vergelijken gemiddelden
- ANOVA
- Rangcorrelatie
- Correlatie
Significantietoets: toets je de data mee, is het verband significant (H 0
verwerpen en H1 aanvaarden)
- Chi2-toets
- T-toets
- F-toets
Effectmaat: sterkte van het verband
- Cramer’s V
- Phi
1
, - Odds ratio (OR)
- Relatief risico (RR)
- Cohen’s d
- R
- Spearman’s r
- Pearson’s r
Meetniveaus:
Nominaal: verschillende
categorieën zonder
volgorde
- Ordinaal: sprake van
een rangorde, maar
geen duidelijke
verschillen
- Interval: verschillen
tussen opeenvolgende
categorieën zijn bekend.
Er is geen vast
nulpunt, dus je kan geen
verhoudingen berekenen
2