M&O 3: Samenvatting
Hoofdstuk 1: Beleid & Strategie
Beleid = streven naar het bereiken van doelstellingen met vooraf bepaalde middelen in een
gekozen tijdsvolgorde waarbij prioriteiten zijn
gesteld.
- Doelen, keuzes, plannen en acties à
PDCA-cyclus:
1. Plan;
2. Do;
3. Check;
4. Act.
Beleidscyclus/ stappenplan:
I Analyse
Discussie
D Contourennota à geraamte (Slendebroek, 2021)
O Algemeen beleid
Specifiek beleid
V/R Werkplan
N Evaluatie
Verschil projectmanagement en beleid = tijdsduur.
Kenmerken/ vragen bij een beleidsplan:
1. Niveau van beleid:
a. Impliciet beleid = niet beschreven/ verborgen beleid;
b. Beschrijvend beleid = beschreven voor een specifiek onderdeel/ tak;
c. Samenhangend beleid = beschreven voor aaneenschakeling van onderdelen
(Top down);
d. Strategisch beleid = beschreven beleid voor de gehele organisatie met
doelstellingen, middelen en de weg die belopen wordt (Bottum up à o.b.v.
onderzoek).
2. Kenmerken beleidsplan:
a. Hoe lang is de beleidsperiode?
b. Voor wie is het beleidsplan geschreven?
• Ledenvergadering;
• Leden;
• Sponsor;
,M&O 3: Samenvatting
• Subsidiegever;
• Bestuurlijk kader; Mogelijke inhoudsopgaven:
• Uitvoerend kader.
c. Hoe is het beleidsplan tot stand gekomen?
• Top-down;
• Bottom-up;
• Interactief.
• of onbekend).
d. Wat is de functie van het beleidsplan?
i. Vernieuwend = innoveren;
ii. Sturend/ coördinerend = protocollen;
iii. Communicatief = stakeholders;
iv. Profilerend = relatieomgeving;
v. Legitimerend = verantwoording.
3. Criteria beleidsplan:
a. Analyse huidige situatie:
i. Conclusies beleidsvoering verleden;
ii. Marktonderzoek à Intern en extern;
iii. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen;
iv. Analyse ledencijfers.
b. Doelstellingen à SMART.
c. Samenhang:
i. Analyse en doelstellingen;
ii. Doelstellingen en activiteiten;
iii. Activiteiten, organisatie en financiën;
iv. Evaluatie en doelstellingen.
, M&O 3: Samenvatting
Strategie Driehoek:
Missie = Waarom is deze organisatie er en wat willen we?
Visie = Wat willen we zijn in de toekomst?
Strategie = Hoe gaan we dit doen in concretere plannen?
o De richting en scope van een organisatie over de lange termijn wat
concurrentievoordeel voor de organisatie oplevert door de inzet van eigen middelen,
waarbij de verwachtingen van belanghebbenden worden vervuld en waarbij
ingespeeld wordt op de veranderende omgeving.
Model van strategisch management (Jagersma, 2006) (ZTG):
Omgevingsanalyse à Strategieformulering à Strategie implementatie à Strategie-evaluatie.
Hoofdstuk 1: Beleid & Strategie
Beleid = streven naar het bereiken van doelstellingen met vooraf bepaalde middelen in een
gekozen tijdsvolgorde waarbij prioriteiten zijn
gesteld.
- Doelen, keuzes, plannen en acties à
PDCA-cyclus:
1. Plan;
2. Do;
3. Check;
4. Act.
Beleidscyclus/ stappenplan:
I Analyse
Discussie
D Contourennota à geraamte (Slendebroek, 2021)
O Algemeen beleid
Specifiek beleid
V/R Werkplan
N Evaluatie
Verschil projectmanagement en beleid = tijdsduur.
Kenmerken/ vragen bij een beleidsplan:
1. Niveau van beleid:
a. Impliciet beleid = niet beschreven/ verborgen beleid;
b. Beschrijvend beleid = beschreven voor een specifiek onderdeel/ tak;
c. Samenhangend beleid = beschreven voor aaneenschakeling van onderdelen
(Top down);
d. Strategisch beleid = beschreven beleid voor de gehele organisatie met
doelstellingen, middelen en de weg die belopen wordt (Bottum up à o.b.v.
onderzoek).
2. Kenmerken beleidsplan:
a. Hoe lang is de beleidsperiode?
b. Voor wie is het beleidsplan geschreven?
• Ledenvergadering;
• Leden;
• Sponsor;
,M&O 3: Samenvatting
• Subsidiegever;
• Bestuurlijk kader; Mogelijke inhoudsopgaven:
• Uitvoerend kader.
c. Hoe is het beleidsplan tot stand gekomen?
• Top-down;
• Bottom-up;
• Interactief.
• of onbekend).
d. Wat is de functie van het beleidsplan?
i. Vernieuwend = innoveren;
ii. Sturend/ coördinerend = protocollen;
iii. Communicatief = stakeholders;
iv. Profilerend = relatieomgeving;
v. Legitimerend = verantwoording.
3. Criteria beleidsplan:
a. Analyse huidige situatie:
i. Conclusies beleidsvoering verleden;
ii. Marktonderzoek à Intern en extern;
iii. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen;
iv. Analyse ledencijfers.
b. Doelstellingen à SMART.
c. Samenhang:
i. Analyse en doelstellingen;
ii. Doelstellingen en activiteiten;
iii. Activiteiten, organisatie en financiën;
iv. Evaluatie en doelstellingen.
, M&O 3: Samenvatting
Strategie Driehoek:
Missie = Waarom is deze organisatie er en wat willen we?
Visie = Wat willen we zijn in de toekomst?
Strategie = Hoe gaan we dit doen in concretere plannen?
o De richting en scope van een organisatie over de lange termijn wat
concurrentievoordeel voor de organisatie oplevert door de inzet van eigen middelen,
waarbij de verwachtingen van belanghebbenden worden vervuld en waarbij
ingespeeld wordt op de veranderende omgeving.
Model van strategisch management (Jagersma, 2006) (ZTG):
Omgevingsanalyse à Strategieformulering à Strategie implementatie à Strategie-evaluatie.