Welkom
Allereerst natuurlijk welkom bij dit voorlichtingsgesprek! Wij zijn Mirthe en Anouk. Fijn dat jullie er
allemaal zijn! Dit gesprek gaat ongeveer 15 minuten duren en het gaat over diabetes type 1, omdat
jij Bilgen daarmee gediagnosticeerd bent. Wij zullen jullie wat informatie geven over diabetes type
1 en geven wat tips waar jullie wat aan zouden kunnen hebben om het leven met diabetes wat
makkelijker te maken. Als jullie vragen hebben over iets stel ze gerust tussendoor! Of wanneer
jullie iets niet snappen, gewoon vragen! Wij zijn er om jullie te helpen en te ondersteunen zodat
Bilgen en jullie weer een zo goed mogelijk leven kunnen hebben met de diabetes die er nu bij is
gekomen. Wij zijn eigenlijk wel benieuwd hoe het daarmee gaat, Bilgen zou je daar zelf wat over
willen vertellen hoe het nu met jou gaat?
Wat is diabetes type 1?
https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/diabetes-in-het-algemeen/wat-is-diabetes
Nou wat is er net gezegd? Wij richten ons op Diabetes type 1, omdat jij dat hebt Bilgen. En daarbij
werd verteld dat ongeveer 1 op de 10 mensen die diabetes heeft type 1 heeft.
Bij type 1 wordt er helemaal geen insuline meer aangemaakt door het lichaam. Dit is zo omdat het
afweersysteem per ongeluk de cellen die insuline aanmaken vernietigd. De meneer in het filmpje
vergeleek insuline met een sleutel die ‘deuren’ van een cel kan openen zodat de suiker naar de cel
kan. Bij type 1 zijn er dus geen ‘sleuteltjes’ (geen insuline) meer waardoor suiker zich ophoopt in
het bloed en dat is gevaarlijk. Daardoor moeten mensen met type 1 meerdere keren per dag
insuline inspuiten of een insulinepomp dragen. Jij hebt al geleerd hoe je insuline moet inspuiten,
dus je hoeft nog geen pomp te dragen. Wel is het zo dat je om de paar weken/maanden terug moet
komen. Dan gaan wij kijken hoe het is met jouw bloedsuikerspiegel en kijken we of de insuline die jij
inspuit helpt of dat het wat meer of minder moet worden zodat jij gezond blijft.
, Fabeltjes en misverstanden over diabetes:
1. Van veel snoepen krijg je diabetes: van alleen suiker eten krijg je niet zomaar diabetes.
Door andere oorzaken gaat er in het lichaam wat mis. De alvleesklier maakt niet meer
genoeg insuline. Of het lichaam reageert niet meer op insuline. Toch is het beter om niet
veel te snoepen. Want in snoep zitten meestal veel vetten en calorieën. Daarvan word je
dik, en daar kun je wel diabetes door krijgen.
2. Mensen met diabetes mogen geen suiker: mensen met diabetes mogen suiker eten, maar
liefst met mate. Van suiker stijgt je bloedsuiker snel en er zitten geen nuttige
voedingsstoffen in. Het lichaam maakt overigens ook bloedsuiker van ander voedsel (bv.
melk, brood, aardappelen). Het is niet nodig om suikervrije koekjes en gebak te kopen.
Suikervrije frisdrank kan wel handig zijn. Hier komen we zometeen nog op terug.
3. Diabetes is besmettelijk: je kunt niet door contact met iemand anders diabetes krijgen.
Diabetes is geen infectieziekte die door bacteriën, virussen of lichamelijk contact kan
worden overgedragen. Ook niet via borstvoeding. Diabetes is een ‘technisch’ probleem dat
ontstaat door oorzaken binnen het eigen lichaam.
Algemene informatie over diabetes type 1
Diabetes is een van de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen. Bijna alle kinderen met
diabetes hebben diabetes type 1. Ongeveer 6000 kinderen tussen de 0 en 18 jaar hebben diabetes
type 1 maar het kunnen er net wat meer/minder zijn. Dat is niet helemaal zeker.
Gevolgen diabetes
Diabetes kan ook ernstige gevolgen hebben. Hier zou je ook chronisch last van kunnen krijgen.
Chronisch betekent dat je er je hele leven last van zou kunnen hebben. We hebben een aantal
gevolgen op een rijtje gezet voor jullie:
- 10-43% krijgt hart- en vaatziekten
- 1 op de 10 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten komt door diabetes
- 5-40% van de mensen met diabetes heeft nierschade, afhankelijk van het aantal jaren
diabetes
- 6-34% van de mensen met diabetes heeft aangetaste zenuwen, afhankelijk van het aantal
jaren diabetes
- 1 op de 6 mensen met diabetes lijdt aan depressie. Dat is twee keer vaker dan bij de
algemene bevolking.
Allereerst natuurlijk welkom bij dit voorlichtingsgesprek! Wij zijn Mirthe en Anouk. Fijn dat jullie er
allemaal zijn! Dit gesprek gaat ongeveer 15 minuten duren en het gaat over diabetes type 1, omdat
jij Bilgen daarmee gediagnosticeerd bent. Wij zullen jullie wat informatie geven over diabetes type
1 en geven wat tips waar jullie wat aan zouden kunnen hebben om het leven met diabetes wat
makkelijker te maken. Als jullie vragen hebben over iets stel ze gerust tussendoor! Of wanneer
jullie iets niet snappen, gewoon vragen! Wij zijn er om jullie te helpen en te ondersteunen zodat
Bilgen en jullie weer een zo goed mogelijk leven kunnen hebben met de diabetes die er nu bij is
gekomen. Wij zijn eigenlijk wel benieuwd hoe het daarmee gaat, Bilgen zou je daar zelf wat over
willen vertellen hoe het nu met jou gaat?
Wat is diabetes type 1?
https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/diabetes-in-het-algemeen/wat-is-diabetes
Nou wat is er net gezegd? Wij richten ons op Diabetes type 1, omdat jij dat hebt Bilgen. En daarbij
werd verteld dat ongeveer 1 op de 10 mensen die diabetes heeft type 1 heeft.
Bij type 1 wordt er helemaal geen insuline meer aangemaakt door het lichaam. Dit is zo omdat het
afweersysteem per ongeluk de cellen die insuline aanmaken vernietigd. De meneer in het filmpje
vergeleek insuline met een sleutel die ‘deuren’ van een cel kan openen zodat de suiker naar de cel
kan. Bij type 1 zijn er dus geen ‘sleuteltjes’ (geen insuline) meer waardoor suiker zich ophoopt in
het bloed en dat is gevaarlijk. Daardoor moeten mensen met type 1 meerdere keren per dag
insuline inspuiten of een insulinepomp dragen. Jij hebt al geleerd hoe je insuline moet inspuiten,
dus je hoeft nog geen pomp te dragen. Wel is het zo dat je om de paar weken/maanden terug moet
komen. Dan gaan wij kijken hoe het is met jouw bloedsuikerspiegel en kijken we of de insuline die jij
inspuit helpt of dat het wat meer of minder moet worden zodat jij gezond blijft.
, Fabeltjes en misverstanden over diabetes:
1. Van veel snoepen krijg je diabetes: van alleen suiker eten krijg je niet zomaar diabetes.
Door andere oorzaken gaat er in het lichaam wat mis. De alvleesklier maakt niet meer
genoeg insuline. Of het lichaam reageert niet meer op insuline. Toch is het beter om niet
veel te snoepen. Want in snoep zitten meestal veel vetten en calorieën. Daarvan word je
dik, en daar kun je wel diabetes door krijgen.
2. Mensen met diabetes mogen geen suiker: mensen met diabetes mogen suiker eten, maar
liefst met mate. Van suiker stijgt je bloedsuiker snel en er zitten geen nuttige
voedingsstoffen in. Het lichaam maakt overigens ook bloedsuiker van ander voedsel (bv.
melk, brood, aardappelen). Het is niet nodig om suikervrije koekjes en gebak te kopen.
Suikervrije frisdrank kan wel handig zijn. Hier komen we zometeen nog op terug.
3. Diabetes is besmettelijk: je kunt niet door contact met iemand anders diabetes krijgen.
Diabetes is geen infectieziekte die door bacteriën, virussen of lichamelijk contact kan
worden overgedragen. Ook niet via borstvoeding. Diabetes is een ‘technisch’ probleem dat
ontstaat door oorzaken binnen het eigen lichaam.
Algemene informatie over diabetes type 1
Diabetes is een van de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen. Bijna alle kinderen met
diabetes hebben diabetes type 1. Ongeveer 6000 kinderen tussen de 0 en 18 jaar hebben diabetes
type 1 maar het kunnen er net wat meer/minder zijn. Dat is niet helemaal zeker.
Gevolgen diabetes
Diabetes kan ook ernstige gevolgen hebben. Hier zou je ook chronisch last van kunnen krijgen.
Chronisch betekent dat je er je hele leven last van zou kunnen hebben. We hebben een aantal
gevolgen op een rijtje gezet voor jullie:
- 10-43% krijgt hart- en vaatziekten
- 1 op de 10 sterfgevallen aan hart- en vaatziekten komt door diabetes
- 5-40% van de mensen met diabetes heeft nierschade, afhankelijk van het aantal jaren
diabetes
- 6-34% van de mensen met diabetes heeft aangetaste zenuwen, afhankelijk van het aantal
jaren diabetes
- 1 op de 6 mensen met diabetes lijdt aan depressie. Dat is twee keer vaker dan bij de
algemene bevolking.