Working Words At Work: Chapter 18

Working Words at Work: Thinking

18.1. Having an Opinion

Overwegen To consider that, something + adj, as
something, to-
Beschouwen als To regard something as something
= to look on something as somebody
= to view something as something
Een gevoel hebben met iets To regard something with something
= to look on something as something
Een kijk hebben op To look at something
Een invalshoek A point of view
= a viewpoint
= an angle
= a position (on)
= a stand (on)
= an attitude (to/towards)
Een sterk geloof of sterke mening A conviction
= a persuasion
Geaccepteerd door de meeste Orthodox
↔ unorthodox
Zo sterk dat het niet veranderd kan worden Unshakeable


18.2. Thinking things over

In acht nemen To consider (for/as)
= to contemplate something
= to think something over
In gedachten hebben To have in mind
= to contemplate
Ergens lang en goed over nadenken To think something out/through
= to ponder (on/over)
= to think twice (about)
Goed nadenken in een spirituele context To contemplate
= to meditate (on/upon)
In iemand opkomen To occur to somebody
= to cross one’s mind
= to come to mind
= to strike that
Zich vragen stellen bij iets To wonder about something
Ergens traag en aandachtig over nadenken To chew something over
Broeden op To brood (on/over)
Bezig zijn met To be preoccupied with
= to be absorbed/engrossed (in)
Zich een idee of plan van iets in het hoofd To conceive of something
halen  A conception