hfd 15 : Bloedstroming en de controle over bloeddruk
1. Inleiding
1.1. Cardiovasculair systeem (fig. 15.1) pagina 513
• Rechter kant van het hart= zuurstofarm bloed komt daar naartoe
• Het bloed gaat dan naar de longen ➔ +O2 ➔ wordt zuurstofrijk bloed
• Zuurstofrijk bloed gaat naar de linker kant van het hart via de aders en gaat bloed naar
rest van het lichaam stromen
• Linkerhelft en rechterhelft volledig van elkaar gescheiden
• Bloedstroom van hofe P naar lage P
Slagaders => arteriolen => capillairen => venule => aders
• Slagaders
o druk reservoir (rood bloed)
o stevige wand→ samenstelling: elastisch, fibreus bindweefsel en glad
spierweefsel en endotheel
o Bloed dat de linkerhelft van het hart verlaat. Slaan druk, geproduceerd door
samentrekking van linker ventrikel, op als elastische energie (elastische wand).
o bloed afgegeven aan arteriolen
• Arteriolen ( kleine slagaders)
o direct distributie van bloedstroom naar individueel weefsels door selectief te
vernauwen of uit te zetten
o Zorgen voor vasodilatatie: verwijden en vasoconstrictie = vernauwen)
o Diameter afhankelijk van O2 concentratie + autonoom zenuwstelsel +
hormonen
o Samenstelling: Gladspierweefsel en endotheel
o Bloed afgegeven aan haarvaten ( capillairen)
• Capillairen (haarvaten)
o Bloed wordt dankzij hun lekkende epitheel uitgewisseld tss plasma, interstitiële
vloeistof en de cellen van het lichaam
o Interstitiële vloeistof = extracellulaire vloeistof tussen cellen
o Samenstelling: gewoon endotheel
o Aan uiteinde van een haarvat, stroomt bloed naar de veneuze kant ( venen
dienen als volume reservoir)
• Venulen ( kleine bloedvat)
o Zijn de kleinste aders
o Transporteren bloed uit de capillairen naar de aders
o Samenstelling:fibreus weefsel en endotheel
• Aders/ venen
o volume reservoir ( blauw bloed)
o samenstelling: glad spierweefsel, fibreus en elastisch bindweefsel en endotheel
o veel meer venen dan arteriën en liggen dichter bij het opp
o bloed stroomt naar rechter kant hart
Bloedonderzoek (venapunctie): Tourniquet oefent druk uit op de bloedvaten, maar op de diepe
hogedrukslagaders worden niet beïnvloed, alleen de lage druk aderen => bloed verzamelt zich in
de aderen, waardoor ze zichtbaarder worden
1
, Priscillia Angela Cosentino
2. Bloedvat
2.1. Fig. 15.2 structuur v/e bloedvat
• Slagaders: stijf, maar elastisch, bevatten energie om uit te zetten
• Arteriolen: minder elastisch, maar meer gespierd, wordt beïnvloedt door chemicaliën
o De meta-arteriolen = arteriool die de overgang doet tss arteriolen en venulen en
bevatten mindere soepele spieren
o Arteriolen bevatten precapillaire sluitspieren
▪ Kunnen sluiten als antwoord van een signaal
▪ Wanneer ze ontspannen zijn ➔ bloed stroomt naar alle capillairen
▪ Wanneer ze samentrekken ➔ bloed stroomt alleen in de meta-arteriool en
sluit de capillairen af
• Haarvaten : een laag endotheel op basaalmembraan
• Microcirculatie: arteriolen + capillairen + venulen
• Aders: eenrichtingsventrielen
Arterien→ arteriolen→ capillair bed met metarteriolen die dienen als atrioveneuze bypass waar
het bloed rechtstreek van arteriole naar venule kan gaan (minder O2)
2.2. Bloedvaten bevatten gladde spieren
• Vasoconstrictie: vernauwen ( verkleinen) en vasodilatatie: verwijden ( vergroten)
• Gladde spieren zijn in staat om samentrekking in stand te houden : spier toon
• Samenrekking van gladde spieren is afhankelijk van Ca2+
2.3. Binnenkant van alle bloedvatbedekt met endotheel
• Secretie paracriene signaalmolecules
• Regulatie bloeddruk
• Groei bloedvaten
• Absportie van stoffen
2.4. Uitwisseling vindt plaats in de haarvaten
• Plasma en cellen wisselen materialen over dun capillaire muren
• Capillaire dichtheid is gerelateerd aan de metabole activiteit van cellen
• Haarvaten hebben de dunste wanden
o Enkele laag afgeplatte endotheelcellen
o Ondersteunend door basale lamina
o Continu of venstervormig
▪ Continue capillairen hebben lekkende junctions ( knooppunten)
▪ Venstervormige capillairen hebben bredere poriën
• Beenmerg, lever en milt hebben deze typische haarvaten niet, ze hebben sinusoïden (5x
breder dan capillairen)
2.5. Veins of aders
• Aders zijn talrijker dan slagaders
• grotere diameter en dunnere wanden ( bevatten minder elastische weefsels)
• Houdt meer dan 50 % v/h totale bloedvolume
• Liggen dichter bij het oppervlak
2