Mijn professionele identiteit 2
Theorieblok 1: De professional
1. Op weg naar de complete professional
-> leven in een dynamische wereld (alles verandert steeds, nieuwe ontwikkelingen die elkaar opvolgen)
NIET = leren voor een beroep
WEL = leren voor het leven (levenslang leren, constant bijscholen)
-> belangrijk om aan constante reflectie te doen
-> men weet pas wat er moet veranderen als men kritisch naar zijn handelen blijft kijken
De complete professional
= een vakman die zijn verantwoordelijkheid neemt door zichzelf voortdurend te ontwikkelden en door
op professioneel en persoonlijk vlak levenslang te leren
-> constante zoektocht naar wat je wilt en vindt
-> zelf verantwoordelijk voor eigen vakinhoudelijke (intellectuele) en persoonlijke ontwikkeling
2. De lerende professional
-> jezelf constant blijven ontwikkelen
-> professionele en persoonlijke competenties levenslang ontwikkelen
Leren vroeger Leren nu
= enkel leren op school = levenslang leren
-> in de eerste fase van het leven leren op school -> in de eerste fase van het leven leren op school
-> in het verdere leven toepassen wat men geleerd heeft -> bijscholing in de vorm van opleiding, training of cursus
-> bewust reflecteren
-> beroepsbekwaamheid ontwikkelen door te leren uit
ervaringen
-> voldoende tijd nemen om gedisciplineerd te oefenen
-> ontwikkelen onszelf tijdens het leren
-> kennisniveau groeit
-> vaardigheden nemen toe
-> denkpatronen aanpassen
-> veranderen als mens
2.1 Experiential Learning Model (ELM)
= leerstijlen van Kolb
-> David Kolb & Roger Fry
Principe
-> management model ten behoeve van een
effectief leerproces
, -> cyclisch (circulair proces, we moeten elke leerfase doorlopen hebben)
-> meerdere methodes om te leren
-> elk individu heeft zijn eigen voorkeur voor een leerstijl
-> mensen zijn geneigd zichzelf een leerstijl aan te meten waar ze goed in zijn
-> volgens Kolb is het goed om aandacht te besteden aan de leerstijlen die men niet eigen is
Doel
-> leercyclus vollediger en evenwichtiger doorlopen door aan elke fase evenveel aandacht te besteden
-> in een groep is deze diversiteit er al van nature doordat groepsleden elkaar aanvullen
Vier leerfasen Vier leerstijlen
Fase 1 1. Dromer
= concrete ervaring = concreet ervaren, waarnemen en reflecteren
-> nood aan het ervaren
2. Denker
Fase 2 = waarnemen, reflecteren en begripsvorming uitvoeren
= reflectief observeren (waarnemen, overdenken)
-> intern (in zichzelf) 3. Beslisser
= abstract denken en actief experimenteren
Fase 3
= abstract conceptualiseren (begripsvorming) 4. Doener
-> nood aan het begrijpen = actief experimenteren en concreet ervaren
Fase 4
-> actief experimenteren
-> extern (uiten)
2.2 Single, double en triple loop learning
Single-Loop Learning Double-Loop Learning
= eenzijdig oplossen van toenemende veranderingen = dieper ingaan op de oorzaak van het probleem
en de daardoor ontstane problemen. -> handelen in het verleden bekijken door middel van
-> weinig aandacht geschonken aan de werkelijke de feedback.
oorzaak van het probleem
Voorbeeld
Voorbeeld -> het is koud doordat het raam openstaat, ik doe het
-> het is koud doordat het raam openstaat, ik zet de raam dicht EN ik zet de verwarming aan.
verwarming aan om de koude tegen te gaan.
Tweede orde denken en leren
Eerste orde denken en leren = vernieuwend leren of meta-leren
= verbeterend leren -> nieuwe dingen eigen maken omdat routinematige
-> dingen beter doen nadat we fouten constateren oplossingen niet meer werken
-> vraagt reflectie (reflection) -> vraagt reflecteren op een bijstelling van
-> individuele actie en individueel leren ervaringskennis (reflection in action)
-> individueel leren overstijgen
, Triple-Loop Learning
= bekomen tot vernieuwingsprocessen
-> effectief procedure uitschrijven, gehele werking omgooien en met de
nieuwe manier aan de slag gaan
Voorbeeld
-> mensen met een beperking mochten langskomen voor een rondleiding
in een organisatie met mogelijkheden tot opvang.
-> vielen niet binnen de juiste graad, geeft hun een naar gevoel
-> werking werd volledig omgegooid, eerst worden de juiste documenten
opgevraagd en daarna krijgen ze pas een rondleiding.
Derde orde denken en leren
= lerend veranderen
-> in een constant veranderende omgeving tot vernieuwingsprocessen
komen
-> optimaliseren van eigen leren of leervermogen
-> vraagt reflectie over eigen denken, handelen en leren (reflection on
reflection in action)
2.3 Werken aan de meta-cognitieve competentie
Metacognitieve sturing of zelf-regulatie = zicht krijgen op eigen leren en het gericht bijsturen van eigen
leerprocessen en activiteiten
Metacognitie
= proces van reflecteren over en bijsturen van het eigen
denken
-> denken over het denken
-> nadenken over hoe ik leer
Metacognitieve kennis Metacognitieve vaardigheden
= het bewustzijn van hoe we denken = acties die we nemen om te leren
-> kunnen bepalen wat we al weten en wat nog niet -> bijsturen van het leerproces
Voorbeeld Voorbeeld
-> een student die hier goed in is kan goed het -> een student die hier goed in is zal de juiste
onderscheid maken tussen concepten die ze leerstrategieën kunnen gebruiken voor een taak en
beheersen en concepten die ze nog verder moeten hun aanpak veranderen naargelang de uitkomst.
bestuderen.
2.4 Sociale leercompetentie
= leren door middel van samenwerking
-> steeds meer behoefte aan het samen leren
-> samen nadenken over hetgeen dat we doen
Samen meer competent zijn dan de som der individuele competenties
-> door samen te werken kan men efficiënter werken dan door
-> collega’s moeten bereid zijn om in teams samen te werken, om zo beter te functioneren als bedrijf
, -> onderstaande aspecten zijn terug te vinden in het teamwerk, op deze manier maken ze teamwerk
efficiënter dan apart werk
Affectief-motivationele aspecten Cognitieve aspecten
-> bereid zijn om… -> mogelijkheid tot taakverdeling
-> relevantie inzien van… -> elkaar aanvullen en versterken
-> vertrouwen hebben in… -> leiderschapsvaardigheden
-> opbrengsten zien vanuit… -> leren van het team
-> team sturen en begeleiden
Vier leeractiviteiten op de werkvloer
zelf collegae experts medewerkers /cliënten
reflectie denken intervisie supervisie medewerker -/ cliëntgericht
= gelijkgestemden in = iemand die de proberen te zijn
een groep leiding neemt
feedback zelfbeoordeling peer- coaching expert-coaching medewerker/
cliënt evaluatie
visieontwikkeling lezen discussie training “markt”/doelgroepgericht
proberen te zijn
uitproberen experiment project oefening met medewerkers
/cliënten samen vernieuwen
-> combinatie van bovenstaande leeractiviteiten is noodzakelijk om tot professionele
gedragsveranderingen en vernieuwing te komen
Vier dimensies op de werkvloer
-> de vier leeractiviteiten kunnen vorm krijgen in vier dimensies
1. Individuele vorm
= respectievelijk denken, jezelf beoordelen, leren, studeren en experimenteren
2. Samen met een collega
= intervisie, peer-coaching, discussies en deelname aan gemeenschappelijke vernieuwingsprojecten
3. Onder leiding van een expert
= supervisie, expert-coaching, training en oefenen
Vb. chef, deskundige, begeleider
4. Samen met cliënten, klanten of medewerkers
= reflecteren over werking wanneer men gericht wilt werken
Vb. evaluaties over het functioneren, tevredenheidsenquêtes, visieontwikkeling
Theorieblok 1: De professional
1. Op weg naar de complete professional
-> leven in een dynamische wereld (alles verandert steeds, nieuwe ontwikkelingen die elkaar opvolgen)
NIET = leren voor een beroep
WEL = leren voor het leven (levenslang leren, constant bijscholen)
-> belangrijk om aan constante reflectie te doen
-> men weet pas wat er moet veranderen als men kritisch naar zijn handelen blijft kijken
De complete professional
= een vakman die zijn verantwoordelijkheid neemt door zichzelf voortdurend te ontwikkelden en door
op professioneel en persoonlijk vlak levenslang te leren
-> constante zoektocht naar wat je wilt en vindt
-> zelf verantwoordelijk voor eigen vakinhoudelijke (intellectuele) en persoonlijke ontwikkeling
2. De lerende professional
-> jezelf constant blijven ontwikkelen
-> professionele en persoonlijke competenties levenslang ontwikkelen
Leren vroeger Leren nu
= enkel leren op school = levenslang leren
-> in de eerste fase van het leven leren op school -> in de eerste fase van het leven leren op school
-> in het verdere leven toepassen wat men geleerd heeft -> bijscholing in de vorm van opleiding, training of cursus
-> bewust reflecteren
-> beroepsbekwaamheid ontwikkelen door te leren uit
ervaringen
-> voldoende tijd nemen om gedisciplineerd te oefenen
-> ontwikkelen onszelf tijdens het leren
-> kennisniveau groeit
-> vaardigheden nemen toe
-> denkpatronen aanpassen
-> veranderen als mens
2.1 Experiential Learning Model (ELM)
= leerstijlen van Kolb
-> David Kolb & Roger Fry
Principe
-> management model ten behoeve van een
effectief leerproces
, -> cyclisch (circulair proces, we moeten elke leerfase doorlopen hebben)
-> meerdere methodes om te leren
-> elk individu heeft zijn eigen voorkeur voor een leerstijl
-> mensen zijn geneigd zichzelf een leerstijl aan te meten waar ze goed in zijn
-> volgens Kolb is het goed om aandacht te besteden aan de leerstijlen die men niet eigen is
Doel
-> leercyclus vollediger en evenwichtiger doorlopen door aan elke fase evenveel aandacht te besteden
-> in een groep is deze diversiteit er al van nature doordat groepsleden elkaar aanvullen
Vier leerfasen Vier leerstijlen
Fase 1 1. Dromer
= concrete ervaring = concreet ervaren, waarnemen en reflecteren
-> nood aan het ervaren
2. Denker
Fase 2 = waarnemen, reflecteren en begripsvorming uitvoeren
= reflectief observeren (waarnemen, overdenken)
-> intern (in zichzelf) 3. Beslisser
= abstract denken en actief experimenteren
Fase 3
= abstract conceptualiseren (begripsvorming) 4. Doener
-> nood aan het begrijpen = actief experimenteren en concreet ervaren
Fase 4
-> actief experimenteren
-> extern (uiten)
2.2 Single, double en triple loop learning
Single-Loop Learning Double-Loop Learning
= eenzijdig oplossen van toenemende veranderingen = dieper ingaan op de oorzaak van het probleem
en de daardoor ontstane problemen. -> handelen in het verleden bekijken door middel van
-> weinig aandacht geschonken aan de werkelijke de feedback.
oorzaak van het probleem
Voorbeeld
Voorbeeld -> het is koud doordat het raam openstaat, ik doe het
-> het is koud doordat het raam openstaat, ik zet de raam dicht EN ik zet de verwarming aan.
verwarming aan om de koude tegen te gaan.
Tweede orde denken en leren
Eerste orde denken en leren = vernieuwend leren of meta-leren
= verbeterend leren -> nieuwe dingen eigen maken omdat routinematige
-> dingen beter doen nadat we fouten constateren oplossingen niet meer werken
-> vraagt reflectie (reflection) -> vraagt reflecteren op een bijstelling van
-> individuele actie en individueel leren ervaringskennis (reflection in action)
-> individueel leren overstijgen
, Triple-Loop Learning
= bekomen tot vernieuwingsprocessen
-> effectief procedure uitschrijven, gehele werking omgooien en met de
nieuwe manier aan de slag gaan
Voorbeeld
-> mensen met een beperking mochten langskomen voor een rondleiding
in een organisatie met mogelijkheden tot opvang.
-> vielen niet binnen de juiste graad, geeft hun een naar gevoel
-> werking werd volledig omgegooid, eerst worden de juiste documenten
opgevraagd en daarna krijgen ze pas een rondleiding.
Derde orde denken en leren
= lerend veranderen
-> in een constant veranderende omgeving tot vernieuwingsprocessen
komen
-> optimaliseren van eigen leren of leervermogen
-> vraagt reflectie over eigen denken, handelen en leren (reflection on
reflection in action)
2.3 Werken aan de meta-cognitieve competentie
Metacognitieve sturing of zelf-regulatie = zicht krijgen op eigen leren en het gericht bijsturen van eigen
leerprocessen en activiteiten
Metacognitie
= proces van reflecteren over en bijsturen van het eigen
denken
-> denken over het denken
-> nadenken over hoe ik leer
Metacognitieve kennis Metacognitieve vaardigheden
= het bewustzijn van hoe we denken = acties die we nemen om te leren
-> kunnen bepalen wat we al weten en wat nog niet -> bijsturen van het leerproces
Voorbeeld Voorbeeld
-> een student die hier goed in is kan goed het -> een student die hier goed in is zal de juiste
onderscheid maken tussen concepten die ze leerstrategieën kunnen gebruiken voor een taak en
beheersen en concepten die ze nog verder moeten hun aanpak veranderen naargelang de uitkomst.
bestuderen.
2.4 Sociale leercompetentie
= leren door middel van samenwerking
-> steeds meer behoefte aan het samen leren
-> samen nadenken over hetgeen dat we doen
Samen meer competent zijn dan de som der individuele competenties
-> door samen te werken kan men efficiënter werken dan door
-> collega’s moeten bereid zijn om in teams samen te werken, om zo beter te functioneren als bedrijf
, -> onderstaande aspecten zijn terug te vinden in het teamwerk, op deze manier maken ze teamwerk
efficiënter dan apart werk
Affectief-motivationele aspecten Cognitieve aspecten
-> bereid zijn om… -> mogelijkheid tot taakverdeling
-> relevantie inzien van… -> elkaar aanvullen en versterken
-> vertrouwen hebben in… -> leiderschapsvaardigheden
-> opbrengsten zien vanuit… -> leren van het team
-> team sturen en begeleiden
Vier leeractiviteiten op de werkvloer
zelf collegae experts medewerkers /cliënten
reflectie denken intervisie supervisie medewerker -/ cliëntgericht
= gelijkgestemden in = iemand die de proberen te zijn
een groep leiding neemt
feedback zelfbeoordeling peer- coaching expert-coaching medewerker/
cliënt evaluatie
visieontwikkeling lezen discussie training “markt”/doelgroepgericht
proberen te zijn
uitproberen experiment project oefening met medewerkers
/cliënten samen vernieuwen
-> combinatie van bovenstaande leeractiviteiten is noodzakelijk om tot professionele
gedragsveranderingen en vernieuwing te komen
Vier dimensies op de werkvloer
-> de vier leeractiviteiten kunnen vorm krijgen in vier dimensies
1. Individuele vorm
= respectievelijk denken, jezelf beoordelen, leren, studeren en experimenteren
2. Samen met een collega
= intervisie, peer-coaching, discussies en deelname aan gemeenschappelijke vernieuwingsprojecten
3. Onder leiding van een expert
= supervisie, expert-coaching, training en oefenen
Vb. chef, deskundige, begeleider
4. Samen met cliënten, klanten of medewerkers
= reflecteren over werking wanneer men gericht wilt werken
Vb. evaluaties over het functioneren, tevredenheidsenquêtes, visieontwikkeling
