T6 - Tijd van regenten en vorsten
KA’s – Kenmerkende Aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie.
6.1 Over zeeën en oceanen
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met
een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
Terwijl in de kustgewesten de landbouw afnam door het hoogstaande grondwater vond in Noord-
Duitse gebieden, en in de Baltische landen juist een toename van de graanproductie plaats.
Graanhandelaren kochten graan in deze gebieden, en verkochten deze in de kustgewesten van de
Nederlanden. Nederlandse zuivelproducten werden in het Oostzeegebied verkocht. Deze
winstgevende handel wordt moedernegotie genoemd. Doordat een groot deel van deze handel liep
via Amsterdam groeide deze stad nog meer uit tot het centrum van handelskapitalisme. Handelaren
brachten er goederen uit heel Europa om deze later tegen een hogere prijs te verkopen. Graan uit
het Oostzeegebied, wijn en olijfolie uit het Middellandse Zeegebied, haring uit de Noordzee en
talloze andere producten vulden de pakhuizen, waardoor Amsterdam uitgroeide tot de belangrijkste
stapelmarkt van Europa.
2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.
VOC (1602)
Economie:
- Monopolie op Nederlandse handel met Azië.
- Belangrijkste producten:
- specerijen
- zijde
- porselein
- Kapitaal via aandelen.
Politiek:
- Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
- Afsluiten van verdragen.
- Eigen soldaten
WIC (1621)
- Monopolie op Nederlandse handel met West Afrika en Amerika.
- Belangrijkste producten:
- zilver
- slaven
- plantageproducten (bijv. suiker)
- Kapitaal via aandelen
Politiek:
- Eigen soldaten.
- Kaapvaart tegen Spanje.
- Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
- Afsluiten van verdragen.
KA’s – Kenmerkende Aspecten
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie.
6.1 Over zeeën en oceanen
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met
een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
Terwijl in de kustgewesten de landbouw afnam door het hoogstaande grondwater vond in Noord-
Duitse gebieden, en in de Baltische landen juist een toename van de graanproductie plaats.
Graanhandelaren kochten graan in deze gebieden, en verkochten deze in de kustgewesten van de
Nederlanden. Nederlandse zuivelproducten werden in het Oostzeegebied verkocht. Deze
winstgevende handel wordt moedernegotie genoemd. Doordat een groot deel van deze handel liep
via Amsterdam groeide deze stad nog meer uit tot het centrum van handelskapitalisme. Handelaren
brachten er goederen uit heel Europa om deze later tegen een hogere prijs te verkopen. Graan uit
het Oostzeegebied, wijn en olijfolie uit het Middellandse Zeegebied, haring uit de Noordzee en
talloze andere producten vulden de pakhuizen, waardoor Amsterdam uitgroeide tot de belangrijkste
stapelmarkt van Europa.
2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.
VOC (1602)
Economie:
- Monopolie op Nederlandse handel met Azië.
- Belangrijkste producten:
- specerijen
- zijde
- porselein
- Kapitaal via aandelen.
Politiek:
- Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
- Afsluiten van verdragen.
- Eigen soldaten
WIC (1621)
- Monopolie op Nederlandse handel met West Afrika en Amerika.
- Belangrijkste producten:
- zilver
- slaven
- plantageproducten (bijv. suiker)
- Kapitaal via aandelen
Politiek:
- Eigen soldaten.
- Kaapvaart tegen Spanje.
- Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
- Afsluiten van verdragen.