Voorbeeldpagina
(In deze samenvatting wordt de hele paragraaf behandeld)
Hoofdstuk 4.3, Nederland in 1848
Het Koninkrijk der Nederlanden:
In 1813 werden de soldaten van Napoleon uit Nederland verdreven. Leiders in Europa wilden weer
terug naar de tijd dat koningen en edelen de macht hadden. Ze besloten van Nederland een
koninkrijk te maken. Het moest groot en sterk zijn. België, Nederland en Luxemburg werden
daarom samengevoegd tot één eenheidsstaat. In 1830 kwamen de Belgen in opstand en maakte
zich los van Nederland. In 1815 kreeg het koninkrijk enkele koloniën terug. Koning Willem I, die in
1815 koning was geworden, geloofde niet in democratie. Hij wilde alle macht en zelf beslissen wie
er in de regering zou zitten. Er was wel een parlement met een eerste en tweede kamer. Deze
waren niet erg democratisch. Wel was er een grondwet met grondrechten voor iedereen. We
zeggen daarom dat Nederland in 1815 een constitutionele monarchie met censuskiesrecht
werd. Economisch stond het koninkrijk er in 1815 niet goed voor. Om de situatie te verbeteren liet
Willem I kanalen graven en wegen aanleggen. Ook moesten er spoorlijnen en stoommachines
komen. In 1839 reed de eerste stoomtrein tussen Haarlem en Amsterdam.
(In deze samenvatting wordt de hele paragraaf behandeld)
Hoofdstuk 4.3, Nederland in 1848
Het Koninkrijk der Nederlanden:
In 1813 werden de soldaten van Napoleon uit Nederland verdreven. Leiders in Europa wilden weer
terug naar de tijd dat koningen en edelen de macht hadden. Ze besloten van Nederland een
koninkrijk te maken. Het moest groot en sterk zijn. België, Nederland en Luxemburg werden
daarom samengevoegd tot één eenheidsstaat. In 1830 kwamen de Belgen in opstand en maakte
zich los van Nederland. In 1815 kreeg het koninkrijk enkele koloniën terug. Koning Willem I, die in
1815 koning was geworden, geloofde niet in democratie. Hij wilde alle macht en zelf beslissen wie
er in de regering zou zitten. Er was wel een parlement met een eerste en tweede kamer. Deze
waren niet erg democratisch. Wel was er een grondwet met grondrechten voor iedereen. We
zeggen daarom dat Nederland in 1815 een constitutionele monarchie met censuskiesrecht
werd. Economisch stond het koninkrijk er in 1815 niet goed voor. Om de situatie te verbeteren liet
Willem I kanalen graven en wegen aanleggen. Ook moesten er spoorlijnen en stoommachines
komen. In 1839 reed de eerste stoomtrein tussen Haarlem en Amsterdam.