100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Examentrainer Oefentoets Biologie voor jou (Bvj) 5 VWO Thema 6 Gedrag en beweging

Rating
-
Sold
-
Pages
10
Grade
9-10
Uploaded on
28-06-2021
Written in
2020/2021

Dit is een examentrainer met antwoorden van Biologie voor jou (Bvj) 5 VWO Thema 6 Gedrag en beweging. Het document bevat oude examenvragen van dit thema. Het is een goede voorbereiding op jouw SE of CE.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Uploaded on
June 28, 2021
Number of pages
10
Written in
2020/2021
Type
Exam (elaborations)
Contains
Questions & answers

Subjects

Content preview

5 VWO thema 6 Gedrag en beweging  EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN




Examentrainer

Vragen

Lachspieren

Lachen doe je vaak als reactie op een grappige situatie of een grap. Maar ook door het lezen van
woorden als 'lachen' en 'grappig' worden de lachspieren geprikkeld. Andersom blijkt dat spieren in
de lachstand ervoor zorgen dat je een situatie eerder als grappig beoordeelt. Bij lachtherapie, met
als doel stress te verminderen, wordt hiervan gebruikgemaakt.


De belangrijkste lachspier is de grote jukbeenspier Zygomaticus major (zie afbeelding 1). Bij
contractie van deze spier wordt de mondhoek omhoog getrokken.

Afbeelding 1




In afbeelding 1 zijn nog drie andere spieren rond de mond benoemd.

2p 1 Welke van deze spieren is de antagonist van de grote jukbeenspier?
A De Zygomaticus minor.
B De Orbicularis oris.
C De Depressor anguli oris.

De grote jukbeenspier bestaat uit een bepaald type spierweefsel.
Enkele kenmerken van spierweefsels zijn:
1 De spiercellen zijn met elkaar versmolten tot spiervezels.
2 De spiervezels hebben vertakkingen.
3 Onder de microscoop zijn dwarsbanden zichtbaar.

2p 2 Welke van deze kenmerken zijn van toepassing op het spierweefsel van een jukbeenspier?
A Alleen 1 en 2.
B Alleen 1 en 3.
C Alleen 2 en 3.
D 1, 2 en 3.

1 © Uitgeverij Malmberg

, 5 VWO thema 6 Gedrag en beweging  EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN




Als je langdurig de slappe lach krijgt, kan er een zuurstoftekort ontstaan in de lachspieren. Dankzij
de vorming van melkzuur kan ATP uit de glycolyse gebruikt worden door de spieren om, ondanks
het zuurstoftekort, samen te trekken.

2p 3 Welk proces maakt in deze situatie de vorming van ATP mogelijk?
A Het tekort aan NAD+ wordt aangevuld door reductie van melkzuur.
B Het tekort aan NAD+ wordt aangevuld door reductie van pyrodruivenzuur.
C Het tekort aan NADH,H+ wordt aangevuld door oxidatie van melkzuur.
D Het tekort aan NADH,H+ wordt aangevuld door oxidatie van pyrodruivenzuur.

Verzuring van spieren kan de zuurstofafgifte vanuit het bloed stimuleren. Hiervoor worden twee
verklaringen gegeven:
1 Bij verzuring van het bloed verschuift het evenwicht Hb + O2  HbO2 naar links.
2 Door een lage pH van het bloed stijgt de ademfrequentie waardoor er meer zuurstof wordt
aangevoerd.

2p 4 Welke van deze verklaringen is of welke zijn juist?
A Geen van beide.
B Alleen 1.
C Alleen 2.
D Beide.

Bron: examen vwo 2013-1.



Creatine

Creatine speelt een belangrijke rol in de energiehuishouding van spierweefsel. Creatinemoleculen
zijn relatief klein: COOH-CH2-NCH3-CNH-NH2.
Een volwassen mens heeft ongeveer 23 gram creatine per dag nodig, waarvan 12 gram door de
nieren en de lever wordt gevormd. De rest wordt uit het voedsel opgenomen.
In spierweefsel wordt creatine omgezet in creatinefosfaat (CP) en opgeslagen. CP wordt gebruikt
om ADP om te zetten in ATP.
Drie waarnemingen zijn:
1 De concentratie van creatine in het spierweefsel kan oplopen tot het tienvoudige van de
concentratie in het bloed.
2 Hoe hoger de activiteit van spierweefsel, hoe sneller daar de opname van creatine uit het bloed
plaatsvindt.
3 Als extra creatine aan de voeding wordt toegevoegd, blijkt in de spieren meer opslag van
creatine plaats te vinden.

2p 5 Uit welke van deze waarnemingen blijkt dat creatine door actief transport in spiercellen wordt
opgenomen?
A Alleen uit 1.
B Alleen uit 2.
C Alleen uit 3.
D Alleen uit 1 en 2.
E Alleen uit 1 en 3.
F Alleen uit 2 en 3.

Een sportieve proefpersoon loopt de 100 meter sprint in 15 seconden. Bij de sprint wordt de
voorraad ATP in zijn beenspieren in ongeveer 2 seconden verbruikt. Daarna houdt vooral CP de
ATP-concentratie nog rond de 6 seconden op peil. Vervolgens kan ATP nog gedurende tenminste
32 seconden door anaerobe dissimilatie worden vrijgemaakt. Pas na circa 40 seconden gaat de
aerobe dissimilatie in de beenspieren een belangrijke rol spelen.




2 © Uitgeverij Malmberg

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
maaikeberg Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
193
Member since
9 year
Number of followers
109
Documents
0
Last sold
1 month ago

4.2

25 reviews

5
12
4
7
3
4
2
2
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions