Doelgroepen A
- Studieomvang: 3 studiepunten
- Docent: Lotte Verté
- Groep: OTP-2B@S2
- Leerstof: Jeugdhulpverlening, een orthopedagogisch perspectief + cursus DG/A + PPT
1. Kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking
Kennen: Handboek, hoofdstuk 3, p. 87 – 119
Niet: 3.4 Prevalentie
3.6 Diagnostiek
Namen van testen en schalen
Geef de kernelementen van de definitie van een verstandelijke beperking en licht toe?
1. Intelligentie
Intelligentie is de globale activiteit van een individu om doelgericht te handelen, rationeel
te denken en op een effectieve wijze om te gaan met zijn omgeving.
- Complex
- Multidimensionaal
- Hogere orde cognitieve vaardigheden
Redeneren
Plannen
Problemen oplossen
Complexe ideeën begrijpen
Leren o.b.v. instructie en ervaring
Oordelen
Praktisch inzicht
- Voorbeeld: Cattel-Horn-Carrol-model
2. Adaptieve vaardigheden
De effectiviteit en mate waarin iemand beantwoordt aan de eisen van persoonlijke
onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid, die verwacht worden op bepaalde
leeftijd en in een bepaalde cultuur.
3. Ontwikkelingsleeftijd
De ontwikkelingsleeftijd is de periode tussen de geboorte en de leeftijd van 18 jaar.
1
, Wat betekent adaptieve vaardigheden en geef enkele voorbeelden?
- Conceptuele vaardigheden
Taal
Lezen
Schrijven
Begrip van geld
Begrip van tijd
Begrip van getal
- Sociale vaardigheden
Interpersoonlijke vaardigheden
Sociale verantwoordelijkheid
Zelfwaardering
Niet goedgelovig of naïef zijn
Zich aan de regels houden
Vermijden om in slachtofferrol te komen
Sociaal probleemoplossend gedrag
- Praktische vaardigheden
ADL
Vaardigheden m.b.t. werk
Gebruik van geld
Veiligheid
Gezondheidszorg
Mobiliteit
Verplaatsing
Routines
Schema’s
Gebruik van telefoon
Geef het verschil tussen de definitie vanuit het deficit-model en het sociaal-ecologisch
referentiekader?
1. Deficit-model
De focus ligt op de stoornis op beperking in het functioneren
2. Sociaal-ecologisch referentiekader
De focus ligt op de ondersteuningsbehoeften van de persoon om activiteiten te kunnen
uitvoeren en te kunnen participeren aan de samenleving.
2
, Geef het verschil tussen de term algemene ontwikkelingsvertraging en verstandelijke
beperking?
1. Algemene ontwikkelingsvertraging
Belangrijke ontwikkelingsmijlpalen op het domein van motoriek, taal, cognitie en
redzaamheid niet bereiken. Pas vanaf de leeftijd van 5 jaar.
2. Verstandelijke beperking
Beperkingen ontstaan voor de leeftijd van 18 jaar (tijdens de ontwikkelingsperiode).
Welke categorieën etiologische factoren ken je en illustreer a.d.h.v. een concreet voorbeeld?
1. Biologische factoren
- Genetische factoren (syndroom van down = trisomie van chr. 21)
- Misvormingen in vorming van hersenen (spina bifida = open ruggetje)
- Ziekte bij de moeder (rubella = rode hond)
- Risicofactoren bij de geboorte (zuurstoftekort)
2. Sociale factoren
- Ongunstige leefomstandigheden (geen goed onderdak)
- Tijdens en/of na de zwangerschap (ondervoeding)
- Milieufactoren (lood- of kwikvergiftigingen)
3. Risicogedrag van de moeder
- Risicovol consumptiegedrag
- Verwaarlosing
- Misbruik
- Huiselijk geweld
4. Opvoedingsfactoren
- Onvoldoende voorbereid op zwangerschap
- Onvoldoende ondersteuning
- Ernstige deprivatie o.v.v. opvoeding
Voorbeeld: Angelman syndroom
- Ernstige verstandelijke beperking
- Microcefalie
- Epilepsie
- Ataxie
- Afwezigheid van taal
- Lachbuien
- Hyperactief
- Slaapproblemen
- Scoliose op oudere leeftijd
3
- Studieomvang: 3 studiepunten
- Docent: Lotte Verté
- Groep: OTP-2B@S2
- Leerstof: Jeugdhulpverlening, een orthopedagogisch perspectief + cursus DG/A + PPT
1. Kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking
Kennen: Handboek, hoofdstuk 3, p. 87 – 119
Niet: 3.4 Prevalentie
3.6 Diagnostiek
Namen van testen en schalen
Geef de kernelementen van de definitie van een verstandelijke beperking en licht toe?
1. Intelligentie
Intelligentie is de globale activiteit van een individu om doelgericht te handelen, rationeel
te denken en op een effectieve wijze om te gaan met zijn omgeving.
- Complex
- Multidimensionaal
- Hogere orde cognitieve vaardigheden
Redeneren
Plannen
Problemen oplossen
Complexe ideeën begrijpen
Leren o.b.v. instructie en ervaring
Oordelen
Praktisch inzicht
- Voorbeeld: Cattel-Horn-Carrol-model
2. Adaptieve vaardigheden
De effectiviteit en mate waarin iemand beantwoordt aan de eisen van persoonlijke
onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid, die verwacht worden op bepaalde
leeftijd en in een bepaalde cultuur.
3. Ontwikkelingsleeftijd
De ontwikkelingsleeftijd is de periode tussen de geboorte en de leeftijd van 18 jaar.
1
, Wat betekent adaptieve vaardigheden en geef enkele voorbeelden?
- Conceptuele vaardigheden
Taal
Lezen
Schrijven
Begrip van geld
Begrip van tijd
Begrip van getal
- Sociale vaardigheden
Interpersoonlijke vaardigheden
Sociale verantwoordelijkheid
Zelfwaardering
Niet goedgelovig of naïef zijn
Zich aan de regels houden
Vermijden om in slachtofferrol te komen
Sociaal probleemoplossend gedrag
- Praktische vaardigheden
ADL
Vaardigheden m.b.t. werk
Gebruik van geld
Veiligheid
Gezondheidszorg
Mobiliteit
Verplaatsing
Routines
Schema’s
Gebruik van telefoon
Geef het verschil tussen de definitie vanuit het deficit-model en het sociaal-ecologisch
referentiekader?
1. Deficit-model
De focus ligt op de stoornis op beperking in het functioneren
2. Sociaal-ecologisch referentiekader
De focus ligt op de ondersteuningsbehoeften van de persoon om activiteiten te kunnen
uitvoeren en te kunnen participeren aan de samenleving.
2
, Geef het verschil tussen de term algemene ontwikkelingsvertraging en verstandelijke
beperking?
1. Algemene ontwikkelingsvertraging
Belangrijke ontwikkelingsmijlpalen op het domein van motoriek, taal, cognitie en
redzaamheid niet bereiken. Pas vanaf de leeftijd van 5 jaar.
2. Verstandelijke beperking
Beperkingen ontstaan voor de leeftijd van 18 jaar (tijdens de ontwikkelingsperiode).
Welke categorieën etiologische factoren ken je en illustreer a.d.h.v. een concreet voorbeeld?
1. Biologische factoren
- Genetische factoren (syndroom van down = trisomie van chr. 21)
- Misvormingen in vorming van hersenen (spina bifida = open ruggetje)
- Ziekte bij de moeder (rubella = rode hond)
- Risicofactoren bij de geboorte (zuurstoftekort)
2. Sociale factoren
- Ongunstige leefomstandigheden (geen goed onderdak)
- Tijdens en/of na de zwangerschap (ondervoeding)
- Milieufactoren (lood- of kwikvergiftigingen)
3. Risicogedrag van de moeder
- Risicovol consumptiegedrag
- Verwaarlosing
- Misbruik
- Huiselijk geweld
4. Opvoedingsfactoren
- Onvoldoende voorbereid op zwangerschap
- Onvoldoende ondersteuning
- Ernstige deprivatie o.v.v. opvoeding
Voorbeeld: Angelman syndroom
- Ernstige verstandelijke beperking
- Microcefalie
- Epilepsie
- Ataxie
- Afwezigheid van taal
- Lachbuien
- Hyperactief
- Slaapproblemen
- Scoliose op oudere leeftijd
3