Strafrecht 2
Studiejaar
Het vak strafrecht 2 borduurt voort op de stof uit strafrecht 1. In dit dat wordt een
verdieping gegeven op strafrecht 1. Ook komen er nieuwe onderwerpen aan de orde en zijn
er 20 arresten waarvan je de casus en de beslissing moet kennen.
Tijdens deze collegereeks wordt er gebruik gemaakt van het boek: ‘Grondtrekken van het
Nederlandse strafrecht’ geschreven door: mr. M.J. Kronenberg en dr. B. De Wilde.
De collegereeks ziet er als volgt uit:
- Week 1: Hoofdstuk 1, 2 & 3
- Week 2: Hoofdstuk 4
- Week 3: Hoofdstuk 5 & 6
- Week 4: Hoofdstuk 7,8,9 & 10
- Week 5: Hoofdstuk 11, 12 & 13
- Week 6: Hoofdstuk 14, 15 & 16
- Week 7: Responsiecollege
Let op! Dit document bevat een uitwerking van alleen de hoorcolleges. In het tentamen
kunnen ook vragen uit het boek en de arresten worden gesteld, die niet in deze
samenvatting voorkomen. Dit document is er enkel om ondersteuning te bieden bij het
bestuderen van dit vak.
Tip 1: gebruik je papieren wettenbundel veelvuldig! Zo raak je er vertrouwd mee en dat is
handig voor tijdens je tentamen.
Tip 2: leer vooral ook de 20 arresten goed.
1
,Inhoudsopgave
1. Hoorcollege 1............................................................................................................................................. 3
1.1. Het recht om te straffen................................................................................................................................3
1.2. Wat is het doel van straffen en zijn er alternatieven....................................................................................3
1.3. Wat basisbegrippen uit Strafrecht 1..............................................................................................................4
2. Hoorcollege 2............................................................................................................................................. 6
1.1. Wat zijn strafuitsluitingsgronden?................................................................................................................6
1.2. Welke strafuitsluitingsgronden zijn er?.........................................................................................................7
1.3. Bijzondere strafuitsluitingsgronden..............................................................................................................8
1.4. Enkele opmerkingen......................................................................................................................................8
3. Hoorcollege 3............................................................................................................................................. 9
3.1. Deelneming....................................................................................................................................................9
3.2. Poging..........................................................................................................................................................10
3.3. De voorbereiding.........................................................................................................................................11
4. Hoorcollege 4........................................................................................................................................... 12
4.1. Eerst wat verbredende onderwerpen..........................................................................................................12
4.2. Preliminair verweer.....................................................................................................................................14
4.3. De strafbeschikking.....................................................................................................................................14
4.4. De verschuiving van het strafrecht naar het bestuursrecht........................................................................15
5. Hoorcollege 5........................................................................................................................................... 16
5.1. Het bewijsrecht............................................................................................................................................16
5.2. Sanctierecht.................................................................................................................................................17
5.3. Jeugdstrafrecht............................................................................................................................................18
6. Hoorcollege 6........................................................................................................................................... 20
6.1. Gewone rechtsmiddelen..............................................................................................................................20
6.2. Buitengewone rechtsmiddelen....................................................................................................................21
6.2.1. Herziening ten voordele van verdachte..............................................................................................22
6.2.2. Herziening ten nadele van verdachte..................................................................................................23
6.3. Mensenrechten............................................................................................................................................23
6.4. Rechtsvinding...............................................................................................................................................24
7. Week 7.................................................................................................................................................... 24
8. Arresten................................................................................................................................................... 24
2
, 1. Hoorcollege 1
Week 1 staat in het teken van:
- Het recht om te straffen;
- Wat is het doel van straffen en zijn er alternatieven;
- En wat basisbegrippen uit strafrecht 1.
1.1. Het recht om te straffen
In de samenleving geldt er een soort norm, waarvan we vinden hoe mensen zich moeten
gedragen. In de oudheid handelden mensen al in strijd met deze norm. Wanneer persoon A
een koe stal van persoon B, nam persoon B een koe (en soms twee koeien) terug van
persoon A. Op deze manier werd de menselijke gedraging (in dit geval: diefstal) vergolden.
Ook wel: oog om oog en tand om tand. Onderlinge vergelding is gedoemd om te mislukken.
Daarom zijn er regelingen in het leven geroepen om de escalatie van vergelding te
voorkomen. De eerste wet om vergelding in te dammen staat in de Bijbel en is de wet van
Mozes: de 10 geboden.1 In deze wet staan een aantal strafbepalingen, bijvoorbeeld: als je
iemand doodt, word je zelf ook gedood.2
Koning Hammoerabi in Babylon (2130 – 2088 v. Chr) schreef een paal van 2,5 meter hoog
met wetten. Deze is bijzonder omdat het beschrijft:
- Waarom er gestraft moet worden;
- Wat de vergelding is;
- Wie er mag vergelden (de gemeenschap i.p.v. familie);
- Beschrijft de positie dader/slachtoffer (rangenstelsel);
- Geeft verzachtende omstandigheden (mate van vergelding).
Filosofen vroegen zich af waarom we een overheid hebben. Ze kwamen o.a. tot de conclusie
dat we vrijheid (het recht om zelf te gaan vergelden) inleverden, in ruil voor bescherming en
veiligheid. Vanuit dit punt heeft de overheid dus het recht om te straffen. Hier kwam veel
kritiek op. Leo Tolstoj: de staat heeft niet het recht om iemand te doden. Clara Wichmann:
het kwade kan alleen door het goede worden overwonnen. De mens is een doel. Het doden
van mensen is dus een zeer slecht afschrikmiddel. Verbetering komt niet door straffen.
1.2. Wat is het doel van straffen en zijn er alternatieven
Het strafrecht ken een aantal strafdoellen:
- Vergelding;
- Preventie;
o Speciale preventie: voorkomen dat de dader het nog een keer doet.
o Generale preventie: maatschappij ziet welke straf ze krijgen bij het
overtreden van de norm.
- Normhandhaving.
1
Exodus 20: 2-26
2
Exodus 21:12
3