Samenvatting I&F 2.4
Hoorcollege 1
Cash flow tussen onderneming en financiële markten
De Balans
Netto werkkapitaal: vlottende activa -/- vlottende passiva
Risicoperceptie
De kosten van de financiering door een bank, bestaat uit het Euribor-percentage (Euribor = Euro
Interbank Offered Rate. Is het rente tarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar
leningen in euro’s verstrekken) plus een bepaalde toeslag. Deze toeslag vormt de winstmarge en de
risicotoeslag voor de bank. Hoe lager de bank het risico inschat, hoe lager de toeslag die ze in
rekening brengen!
1
,Waar let de bank op?
- Ondernemer
- Onderneming
- Rentabiliteit; verleden en ook de nabije toekomst
- Vermogen; hoeveel schulden? Verhouding schulden/eigen vermogen
- Zekerheid; welke onderpanden zijn er?
In deze volgorde van prioriteit.
Risicoperceptie
Risicoperceptie: de WACC
Door het risicoprofiel te verlagen, wordt de risicoperceptie lager, dus ook de risicotoeslag. Dit geldt
zowel voor het eigen vermogen als het vreemde vermogen.
Als de risicotoeslag voor het eigen vermogen en het vreemde vermogen lager is, wat is dan de
consequentie voor de vermogenskostenvoet (de WACC)?
De WACC is dan lager!
Risicoperceptie: het werkkapitaal
Ondernemers hechten vaak aan een positief beeld van de liquiditeit op de balans.
Hoe hoger de liquiditeit, hoe beter de onderneming aan de verplichtingen op korte termijn kan
voldoen. Dat wil zeggen dat de onderneming goed in staat is om de rekeningen te betalen!
De formule voor het berekenen van de liquiditeit is als volgt:
Vlottende activa
Liquiditeit ∧current ratio=
Vlottende passiva
De vlottende activa: voorraden, debiteuren & liquide middelen.
Een hoge liquiditeit bereik je dus door veel voorraden aan te houden, de post debiteuren flink te
laten oplopen en veel geld in kas of op de rekening courant te houden.
De werkelijkheid is, dat dit alleen oppervlakkig gezien gunstig is.
- Hoge voorraden vormen een risico; want deze kunnen misschien niet verkocht worden.
- Een hoge post debiteuren vormt een risico, want wellicht betalen de debiteuren niet.
- Liquide middelen hebben als nadeel dat ze niet renderen, waar wel duur zijn om aan te
houden, omdat de gefinancierd moeten worden met eigen en/of vreemd vermogen.
2
,Risicoperceptie: het werkkapitaal
Het is goed om op de balans te laten zien dat je aan een verplichtingen kunt voldoen, maar een te
hoog werkkapitaal geeft een risicovol beeld.
Waardebepaling: het perspectief
Wanneer je overweegt een bedrijf over te nemen of te investeren in een project, bepaal je de
waarde vanuit twee verschillende perspectieven:
- Wat wil ik maximaal betalen, wat is de prijs?
- Kan ik na de investering voldoende rendement realiseren?
Wat wil ik maximaal betalen?
Twee elementen zijn bij de Discounted Cash Flow (Netto Contante Waarde) methode bepalend voor
de waarde van de investering:
- De cash flow
- De disconteringsvoet
Kan ik na de investering voldoende cash flow realiseren?
Als je overweegt te investeren, moet je jezelf de vraag stellen of je voldoende cash flow kunt
genereren, rekening houdend met de plannen die je hebt op het bedrijf te laten bloeien. Het gaat
hierbij om de investering die je pleegt en de risico’s die je loopt over je investering.
Bij het bepalen van het perspectief voor de toekomst, dient de toekomstige ondernemingsstrategie
te worden verwerkt. Indien deze afwijkt van het verleden, kan dit uiteraard aanzienlijke
consequenties hebben voor de toekomstige geldstromen.
Voorbeelden van een nieuwe ondernemingsstrategie zijn:
- De onderneming gaat nieuwe markten betreden of zich op nieuwe producten of diensten
richten;
- De onderneming gaat investeren in nieuwe technologie;
- De onderneming gaat haar productie uitbesteden of start juist haar eigen productiefaciliteit;
Cash Flow
- Cashflow = een van de belangrijkste stukken informatie die aan de jaarrekening kan worden
ontleend.
- Het in de jaarrekening opgenomen kasstroomoverzicht geeft ons echter niet de informatie
die we nodig hebben.
- Onze focus ligt bij de vraag hoe cash flow wordt gegenereerd door het gebruik van de activa
en hoe het wordt gebruikt om de verschaffers van kapitaal te betalen.
3
, Cash Flow From Assets
- Cash Flow From Assets (CFFA)
= Operating Cash Flow (OCF)
- Net Capital spending (NCS)
- Changes in NWC (∆NWC)
Operating Cash Flow (OCF) = Bedrijfsresultaat + Afschrijvingen – Belastingen
Investeringen (NCS) = Vaste activa jaareinde – Vaste activa jaarbegin + Afschrijvingen
Mutatie netto werkkapitaal (∆NWC) = Netto werkkapitaal jaareinde – Netto werkkapitaal
jaarbegin
Cash Flow From Assets (CFFA) = Cash Flow to Creditors (CF/CR) + Cash Flow to Stockholders (CF/SH)
Cash Flow naar schuldeisers (CF/CR) = Betaalde interest – Nieuwe leningen
Cash Flow naar aandeelhouders (CF/SH) = Betaald dividend – Nieuw aandelenkapitaal
Tabel 2.6
4
Hoorcollege 1
Cash flow tussen onderneming en financiële markten
De Balans
Netto werkkapitaal: vlottende activa -/- vlottende passiva
Risicoperceptie
De kosten van de financiering door een bank, bestaat uit het Euribor-percentage (Euribor = Euro
Interbank Offered Rate. Is het rente tarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar
leningen in euro’s verstrekken) plus een bepaalde toeslag. Deze toeslag vormt de winstmarge en de
risicotoeslag voor de bank. Hoe lager de bank het risico inschat, hoe lager de toeslag die ze in
rekening brengen!
1
,Waar let de bank op?
- Ondernemer
- Onderneming
- Rentabiliteit; verleden en ook de nabije toekomst
- Vermogen; hoeveel schulden? Verhouding schulden/eigen vermogen
- Zekerheid; welke onderpanden zijn er?
In deze volgorde van prioriteit.
Risicoperceptie
Risicoperceptie: de WACC
Door het risicoprofiel te verlagen, wordt de risicoperceptie lager, dus ook de risicotoeslag. Dit geldt
zowel voor het eigen vermogen als het vreemde vermogen.
Als de risicotoeslag voor het eigen vermogen en het vreemde vermogen lager is, wat is dan de
consequentie voor de vermogenskostenvoet (de WACC)?
De WACC is dan lager!
Risicoperceptie: het werkkapitaal
Ondernemers hechten vaak aan een positief beeld van de liquiditeit op de balans.
Hoe hoger de liquiditeit, hoe beter de onderneming aan de verplichtingen op korte termijn kan
voldoen. Dat wil zeggen dat de onderneming goed in staat is om de rekeningen te betalen!
De formule voor het berekenen van de liquiditeit is als volgt:
Vlottende activa
Liquiditeit ∧current ratio=
Vlottende passiva
De vlottende activa: voorraden, debiteuren & liquide middelen.
Een hoge liquiditeit bereik je dus door veel voorraden aan te houden, de post debiteuren flink te
laten oplopen en veel geld in kas of op de rekening courant te houden.
De werkelijkheid is, dat dit alleen oppervlakkig gezien gunstig is.
- Hoge voorraden vormen een risico; want deze kunnen misschien niet verkocht worden.
- Een hoge post debiteuren vormt een risico, want wellicht betalen de debiteuren niet.
- Liquide middelen hebben als nadeel dat ze niet renderen, waar wel duur zijn om aan te
houden, omdat de gefinancierd moeten worden met eigen en/of vreemd vermogen.
2
,Risicoperceptie: het werkkapitaal
Het is goed om op de balans te laten zien dat je aan een verplichtingen kunt voldoen, maar een te
hoog werkkapitaal geeft een risicovol beeld.
Waardebepaling: het perspectief
Wanneer je overweegt een bedrijf over te nemen of te investeren in een project, bepaal je de
waarde vanuit twee verschillende perspectieven:
- Wat wil ik maximaal betalen, wat is de prijs?
- Kan ik na de investering voldoende rendement realiseren?
Wat wil ik maximaal betalen?
Twee elementen zijn bij de Discounted Cash Flow (Netto Contante Waarde) methode bepalend voor
de waarde van de investering:
- De cash flow
- De disconteringsvoet
Kan ik na de investering voldoende cash flow realiseren?
Als je overweegt te investeren, moet je jezelf de vraag stellen of je voldoende cash flow kunt
genereren, rekening houdend met de plannen die je hebt op het bedrijf te laten bloeien. Het gaat
hierbij om de investering die je pleegt en de risico’s die je loopt over je investering.
Bij het bepalen van het perspectief voor de toekomst, dient de toekomstige ondernemingsstrategie
te worden verwerkt. Indien deze afwijkt van het verleden, kan dit uiteraard aanzienlijke
consequenties hebben voor de toekomstige geldstromen.
Voorbeelden van een nieuwe ondernemingsstrategie zijn:
- De onderneming gaat nieuwe markten betreden of zich op nieuwe producten of diensten
richten;
- De onderneming gaat investeren in nieuwe technologie;
- De onderneming gaat haar productie uitbesteden of start juist haar eigen productiefaciliteit;
Cash Flow
- Cashflow = een van de belangrijkste stukken informatie die aan de jaarrekening kan worden
ontleend.
- Het in de jaarrekening opgenomen kasstroomoverzicht geeft ons echter niet de informatie
die we nodig hebben.
- Onze focus ligt bij de vraag hoe cash flow wordt gegenereerd door het gebruik van de activa
en hoe het wordt gebruikt om de verschaffers van kapitaal te betalen.
3
, Cash Flow From Assets
- Cash Flow From Assets (CFFA)
= Operating Cash Flow (OCF)
- Net Capital spending (NCS)
- Changes in NWC (∆NWC)
Operating Cash Flow (OCF) = Bedrijfsresultaat + Afschrijvingen – Belastingen
Investeringen (NCS) = Vaste activa jaareinde – Vaste activa jaarbegin + Afschrijvingen
Mutatie netto werkkapitaal (∆NWC) = Netto werkkapitaal jaareinde – Netto werkkapitaal
jaarbegin
Cash Flow From Assets (CFFA) = Cash Flow to Creditors (CF/CR) + Cash Flow to Stockholders (CF/SH)
Cash Flow naar schuldeisers (CF/CR) = Betaalde interest – Nieuwe leningen
Cash Flow naar aandeelhouders (CF/SH) = Betaald dividend – Nieuw aandelenkapitaal
Tabel 2.6
4