Hoofdstuk 5
Zouten en zoutoplossingen
5.1 Zoutformules en namen
Positieve magnesiumionen en negatieve sulfide-ionen trekken elkaar aan ionbinding gevormd
het zout: magnesiumsulfide
De + en – ionen zijn gerangschikt in een kristelrooster bij zout: ionrooster.
Enkelvoudige ionen = ze staan 1 of meer elektronen af
Samengestelde ionen = ionen die uit 2 of meer verschillende atoomsoorten bestaan
BINAS 66B
De systematische naam van een zout is afgeleid van de namen van de ionen waaruit het zout is
opgebouwd. + komt voorop.
Zouten kunnen ook andere naam hebben, triviale naam (dagelijks)
BINAS 66A
In ionrooster zijn + en – door elkaar omringend, geen zoutmoleculen aan te wijzen.
Zout is ongeladen. Zoutformule = verhoudingsformule
Metalen: alleen metaalatomen
Zouten: combinatie van metaal en niet-metaalatomen
Moleculaire stoffen: alleen niet-metaalatomen
5.2 Zouten in water
Macroniveau: zouten kunnen elektrische stroom geleiden
Microniveau: in zoutoplossing geladen deeltjes (ionen) voorkomen die vrij kunnen bewegen
Proces hydratatie = zout lost op in water ionen van het zout laten elkaar los. Dringen
tussen watermoleculen. Elk ion wordt omgeven door mantel (aq) van watermoleculen.
Opgeloste ionen = gehydrateerde ionen
Oplossen van zouten
Natriumchloride lost op in water, in oplosvergelijking weergeven.
(Omdat zout niet met water reageert, maar erin oplost, komt het niet voor in vergelijking)
NaCl (s) Na+ (aq) + Cl- (aq)
Indampen van zouten
Zoutoplossing verwarmt, verdampt het water. Zout blijft als vaste stof achter.
De vergelijking tegenovergestelde als van oplossing. Nu krijg je indampvergelijking:
Zn2+ (aq) + SO42- (aq) ZnSO4 (s)
, Niet alle zouten oplosbaar in water – ionbinding te sterk, komen de ionen niet los uit
ionrooster. BINAS 45A oplosbaarheid van zouten in water; oplosbaarheidstabel: welke
stoffen g,s,m oplosbaar zijn in water en welke zouten reageren met water
4 zouten met oxide-ion die reageren met water: Na2O, BaO, CaO, K2O. Bij de reactie
verandert O2—ionen in OH—ionen
Na2O (s) + H2O (l) 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)
Uit deze reactie ontstaat oplossing van hydroxide:
Natriumhydroxide-oplossing = natronloog
Kaliumhydroxide-oplossing = kaliloog
Calciumhydroxide-oplossing = kalkwater
Bariumhydroxide-oplossing = barietwater
5.3 Zouthydraten
Exotherm proces: energie komt vrij
Endotherm proces: energie nodig
Uitharden van zouten is exotherm proces. Zouten die water hebben opgenomen zijn
zouthydraten (eigen naam en formule). Het water dat in rooster gebonden is: kristalwater
In geval van gips kan een mol calciumsulfaat 2 mol water opnemen:
calciumsulfaatdihydraat:
CaSO4 . 2 H20 (s)
Wit kopersulfaat is een reagens (= kun je aanwezigheid van een stof aantonen) voor water.
Microniveau: in wit kopersulfaat zijn koperionen niet gehydrateerd (dus stof is wit). Zodra je
water erbij gooit, omringen de watermoleculen in het ionrooster de koperionen en worden
de koperionen gehydrateerd.
Macroniveau: de stof verandert van kleur, de stof wordt blauw.
Opnemen van kristalwater is omkeerbaar, als je blauwe kopersulfaat verwarmt, verdampt
het kristalwater uit ionrooster en kleurt weer wit.
Het afstaan van kristalwater = endotherm proces
Het opnemen van kristalwater = exotherm proces (1 mol kopersulfaat kan 5 mol water opnemen)
Reactievergelijking:
Opnemen van kristalwater door wit kopersulfaat
CuSO4 (s) + 5 h2O (l) CuSO4 . 5 h2O (s) (wit blauw)
Afstaan van kristalwater door blauw te verwarmen
CuSO4 . 5 H2O (s) CuSO4 + 5 H2O (s) (blauw wit)
Zouten en zoutoplossingen
5.1 Zoutformules en namen
Positieve magnesiumionen en negatieve sulfide-ionen trekken elkaar aan ionbinding gevormd
het zout: magnesiumsulfide
De + en – ionen zijn gerangschikt in een kristelrooster bij zout: ionrooster.
Enkelvoudige ionen = ze staan 1 of meer elektronen af
Samengestelde ionen = ionen die uit 2 of meer verschillende atoomsoorten bestaan
BINAS 66B
De systematische naam van een zout is afgeleid van de namen van de ionen waaruit het zout is
opgebouwd. + komt voorop.
Zouten kunnen ook andere naam hebben, triviale naam (dagelijks)
BINAS 66A
In ionrooster zijn + en – door elkaar omringend, geen zoutmoleculen aan te wijzen.
Zout is ongeladen. Zoutformule = verhoudingsformule
Metalen: alleen metaalatomen
Zouten: combinatie van metaal en niet-metaalatomen
Moleculaire stoffen: alleen niet-metaalatomen
5.2 Zouten in water
Macroniveau: zouten kunnen elektrische stroom geleiden
Microniveau: in zoutoplossing geladen deeltjes (ionen) voorkomen die vrij kunnen bewegen
Proces hydratatie = zout lost op in water ionen van het zout laten elkaar los. Dringen
tussen watermoleculen. Elk ion wordt omgeven door mantel (aq) van watermoleculen.
Opgeloste ionen = gehydrateerde ionen
Oplossen van zouten
Natriumchloride lost op in water, in oplosvergelijking weergeven.
(Omdat zout niet met water reageert, maar erin oplost, komt het niet voor in vergelijking)
NaCl (s) Na+ (aq) + Cl- (aq)
Indampen van zouten
Zoutoplossing verwarmt, verdampt het water. Zout blijft als vaste stof achter.
De vergelijking tegenovergestelde als van oplossing. Nu krijg je indampvergelijking:
Zn2+ (aq) + SO42- (aq) ZnSO4 (s)
, Niet alle zouten oplosbaar in water – ionbinding te sterk, komen de ionen niet los uit
ionrooster. BINAS 45A oplosbaarheid van zouten in water; oplosbaarheidstabel: welke
stoffen g,s,m oplosbaar zijn in water en welke zouten reageren met water
4 zouten met oxide-ion die reageren met water: Na2O, BaO, CaO, K2O. Bij de reactie
verandert O2—ionen in OH—ionen
Na2O (s) + H2O (l) 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)
Uit deze reactie ontstaat oplossing van hydroxide:
Natriumhydroxide-oplossing = natronloog
Kaliumhydroxide-oplossing = kaliloog
Calciumhydroxide-oplossing = kalkwater
Bariumhydroxide-oplossing = barietwater
5.3 Zouthydraten
Exotherm proces: energie komt vrij
Endotherm proces: energie nodig
Uitharden van zouten is exotherm proces. Zouten die water hebben opgenomen zijn
zouthydraten (eigen naam en formule). Het water dat in rooster gebonden is: kristalwater
In geval van gips kan een mol calciumsulfaat 2 mol water opnemen:
calciumsulfaatdihydraat:
CaSO4 . 2 H20 (s)
Wit kopersulfaat is een reagens (= kun je aanwezigheid van een stof aantonen) voor water.
Microniveau: in wit kopersulfaat zijn koperionen niet gehydrateerd (dus stof is wit). Zodra je
water erbij gooit, omringen de watermoleculen in het ionrooster de koperionen en worden
de koperionen gehydrateerd.
Macroniveau: de stof verandert van kleur, de stof wordt blauw.
Opnemen van kristalwater is omkeerbaar, als je blauwe kopersulfaat verwarmt, verdampt
het kristalwater uit ionrooster en kleurt weer wit.
Het afstaan van kristalwater = endotherm proces
Het opnemen van kristalwater = exotherm proces (1 mol kopersulfaat kan 5 mol water opnemen)
Reactievergelijking:
Opnemen van kristalwater door wit kopersulfaat
CuSO4 (s) + 5 h2O (l) CuSO4 . 5 h2O (s) (wit blauw)
Afstaan van kristalwater door blauw te verwarmen
CuSO4 . 5 H2O (s) CuSO4 + 5 H2O (s) (blauw wit)