§1 SO O RTEN SIGN AL ER IN G
Een hormoon is een uitgescheiden molecuul die door het lichaam circuleert en specifieke
cellen stimuleert. Deze specifieke cellen hebben receptoren die met het specifieke
hormoon kan binden. Cellen zonder de receptor voor dat hormoon worden niet beïnvloed.
De twee basissystemen voor communicatie en regulatie in het lichaam zijn:
- Endocriene systeem, dit is de chemische signalering door hormonen.
- Zenuwstelsel, dit is het netwerk van neuronen die onderling signalen uitwisselen.
Bij endocriene signalering worden hormonen die zijn uitgescheiden door endocriene
cellen in de extracellulaire vloeistof ‘opgenomen’ en gaan via de bloedsomloop (of
hemolymph) naar de target cellen.
Een functie van de endocriene signalering is het in stand houden van de homeostase.
Hormonen reguleren bijv.:
- Bloeddruk en volume
- Energie metabolisme
- Opgeloste stoffen concentraties in lichaamsvloeistoffen
Endocriene signalering geeft reacties op:
- Omgeving stimuli
- Reguleert groei en ontwikkeling
- Triggert fysieke en gedragsveranderingen die een link hebben met seksuele
volwassenheid en voortplanting
Communicatie tussen dierlijke cellen via uitgescheiden
signalen wordt vaak geordend aan de hand van twee criteria:
Het type uitscheidende cel en de route die het signaal aflegt
om zijn doelwit te bereiken. Hiernaast staan 5 vormen van
signalering die op deze manier worden geordend.
a) Endocriene signalering gebeurt doordat de chemische
stofjes in de bloedbaan diffunderen en vanuit daar overal in
het lichaam terecht kunnen komen.
b) Paracriene signalering gebeurt doordat de chemische
stofjes heel lokaal diffunderen en een respons veroorzaken bij
de omliggende cellen. Paracriene signalering werkt dus d.m.v.
lokale regulatoren, de moleculen die over korte afstanden
werken.
Prostaglandine is een soort lokale regulator. Ze worden in het
hele lichaam geproduceerd en hebben als bijvoorbeeld als
functie om ontstekingen te bevorderen en gevoel van pijn te
geven als reactie op een letsel. Prostaglandinen zijn vetzuren.
Stikstofmonoxide (NO) is een soort lokale regulator in gas
vorm. Als het niveau van zuurstof daalt in het bloed wordt er
NO uitgescheiden door de vaatwanden. NO activeert in de
gladde spiercellen een enzym die de cel laat relaxen. Het
resultaat is vasodilatatie en hierdoor komt er meer bloed in de
weefsels.
, Lokale regulators spelen een rol bij de regulatie van de bloeddruk, functioneren van het
zenuwstelsel en reproductie
c) Autocriene signalering gebeurt op dezelfde cel als dat het chemische stofje heeft
vrijgelaten
d) Synaptische signalering is wanneer de neurotransmitters diffunderen van synaps
naar synaps om daar een impuls voor te zetten. Neurotransmitters leggen door diffusie
een kleine afstand af en binden dan met receptoren van de targetcellen.
Synaptische signalering is belangrijk bij:
- Sensatie
- Geheugen
- Kennis
- Beweging
e) neuro-endocrine signalering hierbij diffunderen neurohormonen in de bloedbaan en
worden via daar naar de doelcellen geleid waar zij een impuls veroorzaken.
Bij neuro endocriene signalering scheiden neurosecretory cells (vorm van neuronen)
neurohormonen uit.
Deze neurohormonen gaan door diffusie van de zenuwcel naar de bloedstroom.
Een voorbeeld van een neurohormoon is antidiuretisch hormoon (ADH)
Signalering door feromonen
Sommige diersoorten communiceren door middel van feromonen. Feromonen zijn een
soort hormonen die in de omgeving worden vrijgelaten met als doel zijn soortgenoten. De
functie’ s van feromonen zijn:
- Verdedigen van het territorium
- Waarschuwing voor jagers
- Het lokken van eventuele partners
Feromonen hebben dus een functie buiten het lichaam en werken dus op organismes van
dezelfde populatie.
Hormonen vallen onder drie belangrijke chemische
hoofdklassen:
- Polypeptiden, dit zijn lange kettingen die bestaan uit
aminozuren (voorbeeld: insuline)
- Steroïden, deze bestaan allemaal uit cholesterol
(voorbeeld: cortisol)
- Aminen, deze bestaat alleen uit een aminozuur.
(voorbeeld: epinephrine en thyroxine)
Polypeptiden en de meeste aminen zijn wateroplosbaar. En steroïden en andere grote
non polaire hormonen (zoals thyroxine) zijn vet oplosbaar. Steroïden bestaan deels uit
vetten en vetten zijn waterafstotend, het is dus vanzelfsprekend dat deze in vetten
oplossen i.p.v. in water.
Door het vermogen van deze hormonen om op te lossen in of water of vet hebben zij
verschillende wegen om bij hun doelcellen te komen.
Wateroplosbare hormonen worden uitgescheiden door exocytose (het vervoeren van
stofjes in blaasjes richting de buitenkant van de cel) en reizen daarna vrij door de
bloedstroom. Wateroplosbare hormonen kunnen niet door het plasmamembraam of de
target cel heen gaan door diffusie, dit komt door de hydrofobe lipide laag waaruit het