Het diagnostisch proces van de lumbale wervelzuil (LWZ)
1. Verwijzing en aanmelding
2. Anamnese
- Vaststellen hulpvraag
- Klachten van de patiënt
o Inventaris van de klachten
o Aard van de klacht
o Ernst van de klacht
o Positieve en negatieve invloeden
o Vaststellen ontstaansmoment
o Beloop (normaal – afwijkend)
o Reeds ondergane therapie voor klachten
- Visueel Analoge Schaal (VAS)
- Rode en gele vlaggen?
o Rode vlaggen: wijzen op een onderliggend anatomisch probleem
o Gele vlaggen: patiënt heeft meer risico op het ontwikkelen van een
chronische aandoening
- Medische (voor) geschiedenis
o Relevante medische antecedenten
o Medicatie
o Medische interventies
- Persoonlijke en externe factoren die klachten beïnlvoeden
- Wijze van omgaan met klachten
- Hulpmiddelen
- Analyse
3. Onderzoek
3.1 Inspectie
Doelstelling:
1) Nagaan of er standsafwijkingen zijn
2) Nagaan of er antalgische houding aangenomen wordt
Uitgangshouding van de patiënt:
- Stand
- Blootvoets
- Bekken voldoende ontbloot
- Rekening houden met lichtinval: voldoende licht en best in de buurt van een witte
muur
Uitvoering:
- Therapeut voert een inspectie uit vanaf dorsaal, ventraal en lateraal
1
,Beoordeling: therapeut construeert een symmetrielijn en evalueert volgende criteria:
• Algemene lichaamshouding van de patiënt
o Stand hoofd
o Schouder – neklijn
o Okselplooien
o Tepelhoogte
o Voeten, achillespezen
o Armomtrek, luchtfiguren
o Stand clavicula, scapula
• De stand van de LWK en het bekken
o Tailledriehoek
o Bilplooi
o Standafwijkingen
o Aflijnen
o Hoogstand, anteversie, retroversie
o Scoliose (rotaties romp)
o SIAS en SIPS langs dezelfde kant hoger dan aan de andere kant?
Beenlengteverschil
o SIAS en SIPS aan verschillende kant verschillend van hoogte?
bekkenverwringing
• De tonus van de musculatuur
o Hypertoon
o Hypotoon
3.1.1 Inspectie dorsaal
- Loodlijn construeren
o Stand hoofd
o Schouder neklijn
o Okselplooien
- Specifieke stand LWK en bekken
o Tailledriehoek
o Bilplooi
o Standafwijkingen benen en enkels
o Aflijnen onderste ledematen
o Scapula
o Voeten, achillespezen
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie?
- SIPS aftekenen om zo (onderrand) de hoogte te vergelijken
2
, 3.1.2 Inspectie ventraal
- Loodlijn construeren
o Hoofd
o Schouder-neklijn
o Clavicula
o Okselplooien
o Armlengte en luchtdriehoeken
o Tailledriehoeken
- Specifieke stand LWK en bekken
o Onderste ledematen
o Voeten
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie
- SIAS (onderrand) aftekenen
3.1.3 Inspectie lateraal
- Loodlijn construeren
o Stand hoofd
o Rotaties romp
o Stand schouder
o Stand elleboog en pols
- Specifieke stand LWK en bekken
o Krommingen van de wervelzuil
o Stand van het bekken (anteversie/retroversie)
o Onderste ledematen, stand van alle gewrichten
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie
3
, 3.1.4 Scoliose- screening
SRS = Scoliose Research Society heeft scoliose screening bepaald, en raadt dit aan dus uit te
voeren bij kinderen tussen 10-14 jaar.
Wanneer spreken we van scoliose?
Indien de Cobb-hoek groter is dan 10°, de prevalentie van scoliose is het hoogst bij
adolescenten van 10 tot 14 jaar. Meisjes zijn hier meer gevoelig voor, waarschijnlijk omdat
ze sneller groeien dan jongens en daarbij ook minder spiervolume hebben.
3.1.4.1 Inspectie scoliose
Controleren 6 items:
- Stand hoofd: recht
- Curvatuur: zichtbare deviatie
- Tailledriehoek: symmetrisch
- Schouders: neklijn symmetrisch
- Ligging scapula symmetrisch
- Stand bekken symmetrisch
o 1 positief => direct naar AFBT
o Het kan scoliose suggereren
4
1. Verwijzing en aanmelding
2. Anamnese
- Vaststellen hulpvraag
- Klachten van de patiënt
o Inventaris van de klachten
o Aard van de klacht
o Ernst van de klacht
o Positieve en negatieve invloeden
o Vaststellen ontstaansmoment
o Beloop (normaal – afwijkend)
o Reeds ondergane therapie voor klachten
- Visueel Analoge Schaal (VAS)
- Rode en gele vlaggen?
o Rode vlaggen: wijzen op een onderliggend anatomisch probleem
o Gele vlaggen: patiënt heeft meer risico op het ontwikkelen van een
chronische aandoening
- Medische (voor) geschiedenis
o Relevante medische antecedenten
o Medicatie
o Medische interventies
- Persoonlijke en externe factoren die klachten beïnlvoeden
- Wijze van omgaan met klachten
- Hulpmiddelen
- Analyse
3. Onderzoek
3.1 Inspectie
Doelstelling:
1) Nagaan of er standsafwijkingen zijn
2) Nagaan of er antalgische houding aangenomen wordt
Uitgangshouding van de patiënt:
- Stand
- Blootvoets
- Bekken voldoende ontbloot
- Rekening houden met lichtinval: voldoende licht en best in de buurt van een witte
muur
Uitvoering:
- Therapeut voert een inspectie uit vanaf dorsaal, ventraal en lateraal
1
,Beoordeling: therapeut construeert een symmetrielijn en evalueert volgende criteria:
• Algemene lichaamshouding van de patiënt
o Stand hoofd
o Schouder – neklijn
o Okselplooien
o Tepelhoogte
o Voeten, achillespezen
o Armomtrek, luchtfiguren
o Stand clavicula, scapula
• De stand van de LWK en het bekken
o Tailledriehoek
o Bilplooi
o Standafwijkingen
o Aflijnen
o Hoogstand, anteversie, retroversie
o Scoliose (rotaties romp)
o SIAS en SIPS langs dezelfde kant hoger dan aan de andere kant?
Beenlengteverschil
o SIAS en SIPS aan verschillende kant verschillend van hoogte?
bekkenverwringing
• De tonus van de musculatuur
o Hypertoon
o Hypotoon
3.1.1 Inspectie dorsaal
- Loodlijn construeren
o Stand hoofd
o Schouder neklijn
o Okselplooien
- Specifieke stand LWK en bekken
o Tailledriehoek
o Bilplooi
o Standafwijkingen benen en enkels
o Aflijnen onderste ledematen
o Scapula
o Voeten, achillespezen
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie?
- SIPS aftekenen om zo (onderrand) de hoogte te vergelijken
2
, 3.1.2 Inspectie ventraal
- Loodlijn construeren
o Hoofd
o Schouder-neklijn
o Clavicula
o Okselplooien
o Armlengte en luchtdriehoeken
o Tailledriehoeken
- Specifieke stand LWK en bekken
o Onderste ledematen
o Voeten
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie
- SIAS (onderrand) aftekenen
3.1.3 Inspectie lateraal
- Loodlijn construeren
o Stand hoofd
o Rotaties romp
o Stand schouder
o Stand elleboog en pols
- Specifieke stand LWK en bekken
o Krommingen van de wervelzuil
o Stand van het bekken (anteversie/retroversie)
o Onderste ledematen, stand van alle gewrichten
- Musculatuur, tonus, hypertrofie, atrofie
3
, 3.1.4 Scoliose- screening
SRS = Scoliose Research Society heeft scoliose screening bepaald, en raadt dit aan dus uit te
voeren bij kinderen tussen 10-14 jaar.
Wanneer spreken we van scoliose?
Indien de Cobb-hoek groter is dan 10°, de prevalentie van scoliose is het hoogst bij
adolescenten van 10 tot 14 jaar. Meisjes zijn hier meer gevoelig voor, waarschijnlijk omdat
ze sneller groeien dan jongens en daarbij ook minder spiervolume hebben.
3.1.4.1 Inspectie scoliose
Controleren 6 items:
- Stand hoofd: recht
- Curvatuur: zichtbare deviatie
- Tailledriehoek: symmetrisch
- Schouders: neklijn symmetrisch
- Ligging scapula symmetrisch
- Stand bekken symmetrisch
o 1 positief => direct naar AFBT
o Het kan scoliose suggereren
4