02-02-2021 Fysiotherapie en ademproblemen
anatomie:
Hoge luchtwegen:
1. Stevigheid → kraakbeenringen van trachea verwijden, elastine vezels bedekken
wand van kleine luchtwegen
2. Glad spierweefsel→ beïnvloeden diameter, bij inspanning wordt diameter vergroot
alveoli → longblaasje
● goed doorbloed
● a. pulmonalis → longbloedvat
● Wanden zijn bedekt met elastine → rekbaarheid en vormvastheid
Ademhalingsspieren
primaire ademhalingsspieren→ in rust gebruiken
● inspiratie→ diafragma, externe intercostale spieren
● expiratie interen intercostale spieren, parasternale interne intercostale spieren
Secundaire ademhalingsspieren → inspanning
● Inspiratie → m. sternocleidomastoideus, trapezius desc, scaleni
● Expiratie ( bij zware inspanning of geforceerde expiratie zoals hoesten) → rectus
abdominis, obliquus externus, obliques internus, transversus abdominis
Inademen: verlaging druk in de longen. Uitademen: verhogen druk in longen
Long Pleura → vliezen
Visceral pleura (binnenste)
Pariëtale pleura (buitenste)
Pleuraholte: smalle ruimte tussen de pleura gevuld met vloeistof. Zorgt voor adhesie en
wrijvingsloze glijding
Inspanningsfysiologie
1. cardiocirculatoire ( hart / perfusie longuen / circulatie / transport naar cel )
2. ventilator ( adempomp , co2 )
3. 02-transport in de longen
4. perifere spierkracht
5. angst, motivatie, zelfvertrouwen. (casus )
Alactisch systeem ( anaeroob )
Atp → ADP + PI + energie ( ook andersom )
Lactisch systeem (anaeroob)
Anaerobe glycolyse
● koolhydraten
,Ventilatoire reacties op inspanning
A. ramp test
● Na warming up draai je min of meer volledig op het aerobe systeem
● Ventilatie neemt lineair toe met het wattage
● Beperkt vermogen wat het aerobe systeem kan leveren
● Meer vermogen daarbovenop leveren komt vanuit anaerobe glycolys. A.g.v
anaerobe glycolyse ontstaat lactaat
● risico op acidose ( te hoog zuurstof gehalte)
● H wordt gebufferd en als brandstof gebruikt
● CO2 wordt uitgeademd
B. Constant work state test
● Toename ademminuutvolume tot steady-state
● In steady state draai je op vetoxidatie
● Intensiteit die je uren lang kan volhouden
Chemosensoren co2
- perifeer: Aorta, spieren
- Centraal: hersenstam
- Daling ph waarde lichaam wordt zuur
Zuurstofopname neemt lineair toe met de belasting tot een plateau
Vo2 max
- de maximale hoeveelheid zuurstof die per minuut
Ademarbeid
Inspiratoir, de compliantie van de thorax en long overwinnen
● restrictieve longaandoeningen
○ stug = lage compliantie
○ slappe = hoge compliantie
expiratoir, eventueel de luchtwegweerstand overwinnen
● obstructieve longaandoeningen
Normaliter 1-3% van totale energieverbruik
Pathologisch tot 10x zoveel gebruik
Restrictief longlijden : longfibrose, scoliose
Verminderde ruimte voor longen om uit te zetten
Verhoogde ademarbeid: Grotere druk nodig tijdens inspiratie voor uitzetten van alveoli
Obstructief longlijden: verhoogde ademarbeid
Verhoogde ademarbeid: verhoogde luchtwegweerstand of langere tijd nodig tijdens expiratie
voor uitzetten van alveoli → verkleining bronchi
→ kans op collaboreren
, Spirometrie: Longtest
● gewone ademteugen
● volledige ademteugen
COPD patienten relatief minder type 1 spiervezels
anatomie:
Hoge luchtwegen:
1. Stevigheid → kraakbeenringen van trachea verwijden, elastine vezels bedekken
wand van kleine luchtwegen
2. Glad spierweefsel→ beïnvloeden diameter, bij inspanning wordt diameter vergroot
alveoli → longblaasje
● goed doorbloed
● a. pulmonalis → longbloedvat
● Wanden zijn bedekt met elastine → rekbaarheid en vormvastheid
Ademhalingsspieren
primaire ademhalingsspieren→ in rust gebruiken
● inspiratie→ diafragma, externe intercostale spieren
● expiratie interen intercostale spieren, parasternale interne intercostale spieren
Secundaire ademhalingsspieren → inspanning
● Inspiratie → m. sternocleidomastoideus, trapezius desc, scaleni
● Expiratie ( bij zware inspanning of geforceerde expiratie zoals hoesten) → rectus
abdominis, obliquus externus, obliques internus, transversus abdominis
Inademen: verlaging druk in de longen. Uitademen: verhogen druk in longen
Long Pleura → vliezen
Visceral pleura (binnenste)
Pariëtale pleura (buitenste)
Pleuraholte: smalle ruimte tussen de pleura gevuld met vloeistof. Zorgt voor adhesie en
wrijvingsloze glijding
Inspanningsfysiologie
1. cardiocirculatoire ( hart / perfusie longuen / circulatie / transport naar cel )
2. ventilator ( adempomp , co2 )
3. 02-transport in de longen
4. perifere spierkracht
5. angst, motivatie, zelfvertrouwen. (casus )
Alactisch systeem ( anaeroob )
Atp → ADP + PI + energie ( ook andersom )
Lactisch systeem (anaeroob)
Anaerobe glycolyse
● koolhydraten
,Ventilatoire reacties op inspanning
A. ramp test
● Na warming up draai je min of meer volledig op het aerobe systeem
● Ventilatie neemt lineair toe met het wattage
● Beperkt vermogen wat het aerobe systeem kan leveren
● Meer vermogen daarbovenop leveren komt vanuit anaerobe glycolys. A.g.v
anaerobe glycolyse ontstaat lactaat
● risico op acidose ( te hoog zuurstof gehalte)
● H wordt gebufferd en als brandstof gebruikt
● CO2 wordt uitgeademd
B. Constant work state test
● Toename ademminuutvolume tot steady-state
● In steady state draai je op vetoxidatie
● Intensiteit die je uren lang kan volhouden
Chemosensoren co2
- perifeer: Aorta, spieren
- Centraal: hersenstam
- Daling ph waarde lichaam wordt zuur
Zuurstofopname neemt lineair toe met de belasting tot een plateau
Vo2 max
- de maximale hoeveelheid zuurstof die per minuut
Ademarbeid
Inspiratoir, de compliantie van de thorax en long overwinnen
● restrictieve longaandoeningen
○ stug = lage compliantie
○ slappe = hoge compliantie
expiratoir, eventueel de luchtwegweerstand overwinnen
● obstructieve longaandoeningen
Normaliter 1-3% van totale energieverbruik
Pathologisch tot 10x zoveel gebruik
Restrictief longlijden : longfibrose, scoliose
Verminderde ruimte voor longen om uit te zetten
Verhoogde ademarbeid: Grotere druk nodig tijdens inspiratie voor uitzetten van alveoli
Obstructief longlijden: verhoogde ademarbeid
Verhoogde ademarbeid: verhoogde luchtwegweerstand of langere tijd nodig tijdens expiratie
voor uitzetten van alveoli → verkleining bronchi
→ kans op collaboreren
, Spirometrie: Longtest
● gewone ademteugen
● volledige ademteugen
COPD patienten relatief minder type 1 spiervezels