E6 Storia Live 3 ASO

GESCHIEDENIS

E6 (De duistere middeleeuwen)

 Tijd: Middeleeuwen
 Ruimte: Europa

 Door heropleving van de handel en van de steden groeit de vraag naar ambtenaren,
boekhouders, vertalers enz.
 Vanaf 1100 ontstaan in Europa de eerste universiteiten (Leuven = 1e universiteit v/d Lage
Landen)
 Studenten waren niet aandachtig (babbelen, slapen,…)


Voor 11e eeuw



 Wat? 7 vrije kunsten
 Dialectica (Spreken)
 Retorica (Overtuigend spreken)
 Geometrica (Meetkunde)
 Aritmetica (Wiskunde)
 Musica (Muziek)
 Astronomia (Sterrenkunde)

 Deze dienden niet om een beroep uit te oefen maar om jezelf te ontplooien.

 Wie?
 Adel en geestelijken
 Waarom?
 Godsdienst


Na 11e eeuw


 Wat?
 Boekhouden, correspondentie, vreemde talen, 7 vrije kunsten, Theologie,
geneeskunde, rechten
 Wie?
 Geestelijken, leken uit burgerij
 Waarom?
 Handel, Wetenschappen

Begrippen:

 Autoriteitsgeloof: geen twijfel over Bijbel en overgeleverde kennis klassieke oudheid
 Dierenepiek: poëzie vaarin dieren optreden als mensen
 Kroniek: geschiedverhaal
 Reconquista: herovering van Spanje op de Moren (Islamitische gebieden)
 Ridderepiek: middeleeuwse literatuur
 Troubadour: liedjeszanger die zichzelf begeleidt