Voorkennis hoofdstuk 2
———————————————————————————————————————————
Agglomeratie - Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over
meerdere gemeenten uitstrekt.
Agglomeratievoordeel - Het voordeel van bedrijven om in elkaars nabijheid te
zitten. Bijvoorbeeld, een grote bank profiteert van de
nabijheid van financiële adviesbureaus.
Bereikbaarheid - Mate waarin een plaats of een gebied met
verschillende transportmiddelen te bereiken is.
Demografisch zwaartepunt - Plek tot waar de opgetelde reisafstand van alle
bewoners van een land het laagste getal oplevert.
Footloose - Geen dwingende vestigingsplaatsen voor een
bepaald(e) bedrijf of bedrijfstak.
Global shift - De verschuiving van het economisch zwaartepunt in
de wereld. Meestal wordt bedoeld de verschuiving
van de Atlantic Rim naar de Pacific Rim.
Herstructurering (economisch) - Het omvormen van de economische basis van een
land, regio of plaats, bijvoorbeeld van industrieel naar
een diensteneconomie.
Stadsgewest - Een stedelijk gebied waarbij de omringende plaatsen
op tal van manieren verbonden zijn met de centrale
stad.
Volgmigratie Vorm van migratie waarbij een migrant gevolgd wordt
door familieleden, vrienden of streekgenoten.
, 2.1: Een wereld van steden
———————————————————————————————————————————
Stedelijk netwerk - Een groep van steden die onderling verbonden zijn. Een stedelijk netwerk
kan op meerdere schaalniveaus voorkomen.
Wereldstad / metropool / global cities- Een belangrijk mondiaal knooppunt op economisch,
politiek en cultureel gebied. De top drie wordt gevormd door New York, Londen en Tokyo.
Hub and spoke-netwerk - Transportnetwerk van bedrijven zoals een luchtvaartmaatschappij
waarbij de hub (‘naaf’) het knooppunt vormt in het netwerk en de spoken (‘spaken’) de
aanvoerlijnen.
———————————————————————————————————————————
Wereldsteden
Je vindt in wereldsteden:
- concentratie hoofdkantoren van mno’s (multinationale ondernemingen)
- mondiaal knooppunt stedelijk netwerk (vliegverbindingen, telecommunicatie)
- intensieve uitwisseling informatie (en ideeën)
- mondiaal economisch en cultureel centrum
- oververtegenwoordiging van internationale dienstverlening
Veranderingen, vernieuwingen en trends beginnen in wereldsteden:
- veel creativiteit, ondernemingszin en sociale mobiliteit
- stedelingen zijn progressiever, linkser en op het buitenland gericht
Vooral tussen de wereldsteden is er een sterk stedelijk netwerk: op lager schaalniveau zijn
wereldsteden verbonden met kleinere steden door een hub and spoke-netwerk —> soms meer
contact met buitenland dan binnenlandse steden
———————————————————————————————————————————
Megasteden
Megasteden = steden met meer dan 10 miljoen inwoners
—> hier is veel verkeer en er is een tekort aan voorzieningen en het wonen + werken
Snelle groei is te verklaren door:
- Hoog vestigingsoverschot (veel urbanisatie)
- Hoge natuurlijke groei (jonge mensen moeten nog een gezin starten)
- Stadsoppervlak groeit en randsteden/dorpen in de omgeving worden opgeslokt
Urbanisatiegraad = het percentage van de bevolking dat in steden woont
Urbanisatietempo = het verschil in urbanisatiegraad tussen 2 jaar
Primate cities = steden die vele malen groter zijn qua inwoneraantal / functies dan de daarop
volgende stad in het land (Parijs, Tokio)
———————————————————————————————————————————
Blackholes
Blackholes = grote steden die niet meedoen aan globalisering.
Internationale bedrijfsleven heeft geen interesse want:
- lage koopkracht bevolking
- sociale en politieke onrust
- ideologie / politieke opvattingen komen niet overeen met liberale markteconomie
———————————————————————————————————————————
Agglomeratie - Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over
meerdere gemeenten uitstrekt.
Agglomeratievoordeel - Het voordeel van bedrijven om in elkaars nabijheid te
zitten. Bijvoorbeeld, een grote bank profiteert van de
nabijheid van financiële adviesbureaus.
Bereikbaarheid - Mate waarin een plaats of een gebied met
verschillende transportmiddelen te bereiken is.
Demografisch zwaartepunt - Plek tot waar de opgetelde reisafstand van alle
bewoners van een land het laagste getal oplevert.
Footloose - Geen dwingende vestigingsplaatsen voor een
bepaald(e) bedrijf of bedrijfstak.
Global shift - De verschuiving van het economisch zwaartepunt in
de wereld. Meestal wordt bedoeld de verschuiving
van de Atlantic Rim naar de Pacific Rim.
Herstructurering (economisch) - Het omvormen van de economische basis van een
land, regio of plaats, bijvoorbeeld van industrieel naar
een diensteneconomie.
Stadsgewest - Een stedelijk gebied waarbij de omringende plaatsen
op tal van manieren verbonden zijn met de centrale
stad.
Volgmigratie Vorm van migratie waarbij een migrant gevolgd wordt
door familieleden, vrienden of streekgenoten.
, 2.1: Een wereld van steden
———————————————————————————————————————————
Stedelijk netwerk - Een groep van steden die onderling verbonden zijn. Een stedelijk netwerk
kan op meerdere schaalniveaus voorkomen.
Wereldstad / metropool / global cities- Een belangrijk mondiaal knooppunt op economisch,
politiek en cultureel gebied. De top drie wordt gevormd door New York, Londen en Tokyo.
Hub and spoke-netwerk - Transportnetwerk van bedrijven zoals een luchtvaartmaatschappij
waarbij de hub (‘naaf’) het knooppunt vormt in het netwerk en de spoken (‘spaken’) de
aanvoerlijnen.
———————————————————————————————————————————
Wereldsteden
Je vindt in wereldsteden:
- concentratie hoofdkantoren van mno’s (multinationale ondernemingen)
- mondiaal knooppunt stedelijk netwerk (vliegverbindingen, telecommunicatie)
- intensieve uitwisseling informatie (en ideeën)
- mondiaal economisch en cultureel centrum
- oververtegenwoordiging van internationale dienstverlening
Veranderingen, vernieuwingen en trends beginnen in wereldsteden:
- veel creativiteit, ondernemingszin en sociale mobiliteit
- stedelingen zijn progressiever, linkser en op het buitenland gericht
Vooral tussen de wereldsteden is er een sterk stedelijk netwerk: op lager schaalniveau zijn
wereldsteden verbonden met kleinere steden door een hub and spoke-netwerk —> soms meer
contact met buitenland dan binnenlandse steden
———————————————————————————————————————————
Megasteden
Megasteden = steden met meer dan 10 miljoen inwoners
—> hier is veel verkeer en er is een tekort aan voorzieningen en het wonen + werken
Snelle groei is te verklaren door:
- Hoog vestigingsoverschot (veel urbanisatie)
- Hoge natuurlijke groei (jonge mensen moeten nog een gezin starten)
- Stadsoppervlak groeit en randsteden/dorpen in de omgeving worden opgeslokt
Urbanisatiegraad = het percentage van de bevolking dat in steden woont
Urbanisatietempo = het verschil in urbanisatiegraad tussen 2 jaar
Primate cities = steden die vele malen groter zijn qua inwoneraantal / functies dan de daarop
volgende stad in het land (Parijs, Tokio)
———————————————————————————————————————————
Blackholes
Blackholes = grote steden die niet meedoen aan globalisering.
Internationale bedrijfsleven heeft geen interesse want:
- lage koopkracht bevolking
- sociale en politieke onrust
- ideologie / politieke opvattingen komen niet overeen met liberale markteconomie