Thematoets: een krachtige leeromgeving – 23 sept.
1. Je kent verschillende leertheorieën en je kunt die toepassen op het arrangeren van
leersituaties in de basisschool
Leertheorieën:
Sociaal-constructivisme: Samen bouwen aan het leren. Sociale processen spelen een belangrijke rol
bij het construeren van kennis. Kennis komt namelijk niet alleen tot stand binnen een individu, maar
altijd in interactie met de sociale omgeving. De zone van de naaste ontwikkeling: je biedt het kind net
iets meer aan, dan dat hij/zij kan. Je komt dus steeds hogerop. Het kind heeft dan altijd uitdaging.
Arrangeren van leersituaties: allerlei werkvormen waarbij je met leren bezig bent. Didactische
werkvormen zorgen voor een krachtige leeromgeving.
Leersituaties:
- Interactievormen
- Instructievormen
o Gestructureerd doorgeven van basiskennis
o Presenteren onderwerp, motiveren voor het onderwerp.
o Samenvatten van wat belangrijk is en onthouden moet worden.
o Geven van richtlijnen voor bepaalde taken.
o Reproductieve niveau van beheersing.
- Opdrachtvormen
o Kinderen te laten studeren of onderzoeken.
o Dingen weer te geven bijv. resultaten.
o Dingen laten maken
o Zelfstandig te werken.
- Spelvormen
o Spelend leren gericht op verkenning en beleving.
o Open vormen met inbreng van fantasie.
o Afwisseling en stimulatie.
o Reflectie van proces waardoor inzicht ontstaat in zichzelf en de omgeving.
- Samenwerkingsvormen
o Met en van elkaar leren, leren in een sociale context.
o Groepsresultaat – en individuele prestatie te leveren.
o Leren samen te werken
o Motivatie te vergroten.
o Leerkracht moet kunnen improviseren, observeren, analyseren, lijn aanbrengen.
2. Je kunt leeractiviteiten conform de leerlijnen voor de verschillende leergebieden ontwerpen
binnen een krachtige leeromgeving, zowel voor de onder- als de bovenbouw.
Kunstleerlijn:
Groep 3/4
- Geen overlapping, alles is afzonderlijk geplaatst.
- Gevoel van verhoudingen nog niet helemaal, mens is kleiner dan dieren
o Kan ook betekenen dat hij dieren belangrijker vindt op dat moment en het accent
daar legt.
- Een gerichte waarneming
o Hij heeft al die dieren ergens gezien en goed bekeken.
1. Je kent verschillende leertheorieën en je kunt die toepassen op het arrangeren van
leersituaties in de basisschool
Leertheorieën:
Sociaal-constructivisme: Samen bouwen aan het leren. Sociale processen spelen een belangrijke rol
bij het construeren van kennis. Kennis komt namelijk niet alleen tot stand binnen een individu, maar
altijd in interactie met de sociale omgeving. De zone van de naaste ontwikkeling: je biedt het kind net
iets meer aan, dan dat hij/zij kan. Je komt dus steeds hogerop. Het kind heeft dan altijd uitdaging.
Arrangeren van leersituaties: allerlei werkvormen waarbij je met leren bezig bent. Didactische
werkvormen zorgen voor een krachtige leeromgeving.
Leersituaties:
- Interactievormen
- Instructievormen
o Gestructureerd doorgeven van basiskennis
o Presenteren onderwerp, motiveren voor het onderwerp.
o Samenvatten van wat belangrijk is en onthouden moet worden.
o Geven van richtlijnen voor bepaalde taken.
o Reproductieve niveau van beheersing.
- Opdrachtvormen
o Kinderen te laten studeren of onderzoeken.
o Dingen weer te geven bijv. resultaten.
o Dingen laten maken
o Zelfstandig te werken.
- Spelvormen
o Spelend leren gericht op verkenning en beleving.
o Open vormen met inbreng van fantasie.
o Afwisseling en stimulatie.
o Reflectie van proces waardoor inzicht ontstaat in zichzelf en de omgeving.
- Samenwerkingsvormen
o Met en van elkaar leren, leren in een sociale context.
o Groepsresultaat – en individuele prestatie te leveren.
o Leren samen te werken
o Motivatie te vergroten.
o Leerkracht moet kunnen improviseren, observeren, analyseren, lijn aanbrengen.
2. Je kunt leeractiviteiten conform de leerlijnen voor de verschillende leergebieden ontwerpen
binnen een krachtige leeromgeving, zowel voor de onder- als de bovenbouw.
Kunstleerlijn:
Groep 3/4
- Geen overlapping, alles is afzonderlijk geplaatst.
- Gevoel van verhoudingen nog niet helemaal, mens is kleiner dan dieren
o Kan ook betekenen dat hij dieren belangrijker vindt op dat moment en het accent
daar legt.
- Een gerichte waarneming
o Hij heeft al die dieren ergens gezien en goed bekeken.