Algemene economie
Hoofdstuk 10 structuur van de economie
Hoofdstuk 12 inkomensverdeling
Hoofdstuk 13 overheid
Hoofdstuk 23 internationale samenwerking
Document ECP (elo)
Hoofdstuk 1 effectenhandel en financieel toezicht (elo)
Hoofdstuk 2 derivatenhandel (elo)
1
,Hoofdstuk 10 Structuur van de economie
Oorzaken groei van de dienstverlening
1. De welvaart is zo hoog dat consumenten genoeg goederen hebben en alleen nog
vervangingsvraag uitoefenen.
2. Landen handelen veel met elkaar, waardoor er een verschuiving van de productie naar
lageloonlanden is ontstaan.
3. De toename van kennis is erg belangrijk voor de toegevoegde waarde.
Economische groei op lange termijn = afhankelijk van de groei van de productiefactoren (arbeid,
kapitaal en natuur)
= arbeidsinzet x arbeidsproductiviteit (+ in het geval van procenten)
Kwantitatieve groei Ieder jaar komt er iets meer productiefactoren (arbeid, kapitaal en natuur)
ter beschikking.
Kwalitatieve groei Arbeid (arbeidsproductiviteit), kapitaal en natuur verbeteren elk jaar iets,
waardoor een hogere productie met dezelfde inzet van productiefactoren
mogelijk is.
Kapitaalcoëfficiënt Geeft weer hoeveel kapitaalgoederen er nodig zijn voor het vervaardigen van
een eenheid eindproduct. Een kapitaalcoëfficiënt van drie betekent dat voor
een productie van €1 miljoen een kapitaalgoederenvoorraad van €3 miljoen
nodig is.
Spaarquote Deel van het bruto binnenlands product dat wordt gespaart. Bijvoorbeeld bij
een bbp van €600 miljard is er een spaarquote van 15%, dat betekent dat er
€90 miljard (15% van €600 miljard) aan besparingen zijn.
Lage spaarquota -> stimuleert de groei op korte termijn, maar remt de groei op lange termijn omdat
er weinig geld is voor investeringen.
2
, spaarquota
Groei=
kapitaalcoëfficiënt
Lange termijn groei vergroten -> Meer sparen
-> Lagere kapitaalcoëfficiënt
Economische groei situatie 4 Economische groei is alleen mogelijk als zij veel sparen en deze
besparingen gebruiken voor binnenlandse investeringen. Daardoor
kunnen het bbp en de besparingen verder toenemen. Er kan dan
sprake zijn van een take-off, een periode van economische groei die
situatie 2 bereikbaar maakt.
Weinig sparen, veel investeren -> oplopende buitenlandse schuld
Beschermende sector Sectoren die weinig last hebben van de toenemende
internationaliseren, zoals de bouw, detailhandel en grote delen van
de zakelijke dienstverlening.
Open sector Sectoren die last hebben en internationalisering voornamelijk door
de toenemende internationale concurrentie. Dit zijn sectoren zoals
industrie, landbouw, groothandel en transport.
Ontwikkelingsniveaus open sectoren
- Factorgedreven groei
De economische groei is gebaseerd op een grotere inzet van de basisproductiefactoren land,
grondstoffen en ongeschoolde arbeid. De toegepaste technologie is volledig gebaseerd op
imitatie van technologieën uit andere landen. Deze landen zijn vaak afhankelijk van de export
van grondstoffen en arbeidsintensieve producten. In de praktijk blijkt dat de exportomzet
zeer gevoelig is voor schommelingen in de conjunctuur, grondstoffenprijzen en de
wisselkoersen. Factorgedreven groei komt voor in landen met lage inkomens.
- Investeringsgedreven groei
Door buitenlandse investeringen raken landen steeds meer geïntegreerd in de
wereldeconomie. Ze zijn in staat moderne technologie uit het buitenland te importeren. De
combinatie van lage lonen met geïmporteerde technologie stelt landen in staat om
standaardgoederen en diensten efficiënt te produceren. In landen met investeringsgedreven
groei zijn de meest succesvolle sectoren de industrie en door de hoge inkomenslanden
3
Hoofdstuk 10 structuur van de economie
Hoofdstuk 12 inkomensverdeling
Hoofdstuk 13 overheid
Hoofdstuk 23 internationale samenwerking
Document ECP (elo)
Hoofdstuk 1 effectenhandel en financieel toezicht (elo)
Hoofdstuk 2 derivatenhandel (elo)
1
,Hoofdstuk 10 Structuur van de economie
Oorzaken groei van de dienstverlening
1. De welvaart is zo hoog dat consumenten genoeg goederen hebben en alleen nog
vervangingsvraag uitoefenen.
2. Landen handelen veel met elkaar, waardoor er een verschuiving van de productie naar
lageloonlanden is ontstaan.
3. De toename van kennis is erg belangrijk voor de toegevoegde waarde.
Economische groei op lange termijn = afhankelijk van de groei van de productiefactoren (arbeid,
kapitaal en natuur)
= arbeidsinzet x arbeidsproductiviteit (+ in het geval van procenten)
Kwantitatieve groei Ieder jaar komt er iets meer productiefactoren (arbeid, kapitaal en natuur)
ter beschikking.
Kwalitatieve groei Arbeid (arbeidsproductiviteit), kapitaal en natuur verbeteren elk jaar iets,
waardoor een hogere productie met dezelfde inzet van productiefactoren
mogelijk is.
Kapitaalcoëfficiënt Geeft weer hoeveel kapitaalgoederen er nodig zijn voor het vervaardigen van
een eenheid eindproduct. Een kapitaalcoëfficiënt van drie betekent dat voor
een productie van €1 miljoen een kapitaalgoederenvoorraad van €3 miljoen
nodig is.
Spaarquote Deel van het bruto binnenlands product dat wordt gespaart. Bijvoorbeeld bij
een bbp van €600 miljard is er een spaarquote van 15%, dat betekent dat er
€90 miljard (15% van €600 miljard) aan besparingen zijn.
Lage spaarquota -> stimuleert de groei op korte termijn, maar remt de groei op lange termijn omdat
er weinig geld is voor investeringen.
2
, spaarquota
Groei=
kapitaalcoëfficiënt
Lange termijn groei vergroten -> Meer sparen
-> Lagere kapitaalcoëfficiënt
Economische groei situatie 4 Economische groei is alleen mogelijk als zij veel sparen en deze
besparingen gebruiken voor binnenlandse investeringen. Daardoor
kunnen het bbp en de besparingen verder toenemen. Er kan dan
sprake zijn van een take-off, een periode van economische groei die
situatie 2 bereikbaar maakt.
Weinig sparen, veel investeren -> oplopende buitenlandse schuld
Beschermende sector Sectoren die weinig last hebben van de toenemende
internationaliseren, zoals de bouw, detailhandel en grote delen van
de zakelijke dienstverlening.
Open sector Sectoren die last hebben en internationalisering voornamelijk door
de toenemende internationale concurrentie. Dit zijn sectoren zoals
industrie, landbouw, groothandel en transport.
Ontwikkelingsniveaus open sectoren
- Factorgedreven groei
De economische groei is gebaseerd op een grotere inzet van de basisproductiefactoren land,
grondstoffen en ongeschoolde arbeid. De toegepaste technologie is volledig gebaseerd op
imitatie van technologieën uit andere landen. Deze landen zijn vaak afhankelijk van de export
van grondstoffen en arbeidsintensieve producten. In de praktijk blijkt dat de exportomzet
zeer gevoelig is voor schommelingen in de conjunctuur, grondstoffenprijzen en de
wisselkoersen. Factorgedreven groei komt voor in landen met lage inkomens.
- Investeringsgedreven groei
Door buitenlandse investeringen raken landen steeds meer geïntegreerd in de
wereldeconomie. Ze zijn in staat moderne technologie uit het buitenland te importeren. De
combinatie van lage lonen met geïmporteerde technologie stelt landen in staat om
standaardgoederen en diensten efficiënt te produceren. In landen met investeringsgedreven
groei zijn de meest succesvolle sectoren de industrie en door de hoge inkomenslanden
3