Echografie periode 4
vEC04-00
De student kan:
- De topografische anatomie van de galblaas, galwegen en pancreas beschrijven (zie
lesdoelstellingen).
- Omschrijven hoe de gevraagde pathologie (zie lesdoelstellingen) zich presenteert.
- De technische toepassingen (zie lesdoelstellingen) verantwoorden.
- De verschillende echografische artefacten beschrijven.
- De benodigde stappen voor het methodisch uitvoeren van het gevraagde echografisch
onderzoek beschrijven en met behulp van echovaardigheden het gewenste orgaan in beeld
brengen.
- Conform echografische terminologie beschrijven hoe de gevraagde casuïstiek/ pathologie
uit het digitale aanvragenbakje zich echografisch presenteert.
- De zelfstandig gemaakte echografische beelden beschrijven en daarnaast een legenda
maken waarin de behandelde structuren worden benoemd.
- Klinisch redeneren.
- Echografische apparatuur zorgvuldig bedienen.
- Periode 4 evalueren en zo nodig het eigen handelen bijstellen.
vEC04-01
Na dit studieonderdeel kan de student:
- De topografische anatomie van de galblaas en galwegen beschrijven.
- Een handelingsschema voor het gevraagde echografisch onderzoek opstellen.
- De galblaas echografisch herkennen.
- De voorwaarden benoemen waaraan het werkdossier moet voldoen aan het einde van deze
periode.
Galblaas anatomie
9. Corpus
10. Fundus
11. Collum
ECHOGRAFIE PERIODE 4 KYARA KUIPER
, Galblaas beeldherkenning en scantechniek
Patiënt moet nuchter zijn.
Vaak is er overprojectie van lucht uit het duodenum of flexura heptica van het colon.
Je begint op rugligging en daarna in linker zijligging. Eventueel kan er ook staand of op rechter
zijligging worden gescand.
Je kijkt of er een afwijking is en of deze dan rolt (galsteen) of vast zit in de galblaaswand (poliep).
De galblaas ligt ventraal: pas hier je diepte op aan.
Bij oppervlakkige ligging van de galblaas kan je in plaats van de convex transducer ook de lineaire
transducer gebruiken.
Galblaas praktische uitvoering
Let op het ademcommando. Laat de patiënt een bolle buik maken en geef compressie op de buik.
1. Start in het sagittale vlak in de mediaanlijn.
2. Zoek de caudale leverrand op en beweeg naar dextra.
a. Houd de caudale leverrand in beeld tot je de galblaas ziet.
3. Pas de diepte aan en zoek de langste as van de galblaas op.
4. Scan de galblaas van wand tot wand helemaal door.
a. Houd de transducer in dezelfde lengte as.
b. Draai de transducer bij zodat je de gehele galblaas door kan scannen.
5. Draai de transducer 90 graden van de huidige positie (tegen de klok in).
6. Begin bij de vena porta (craniale grens galblaas).
7. Zak naar caudaal (halsgebied galblaas).
Herhaal dit onderzoek ook in linker zijligging. Scan altijd van wand tot wand en van fundus tot collum.
ECHOGRAFIE PERIODE 4 KYARA KUIPER
vEC04-00
De student kan:
- De topografische anatomie van de galblaas, galwegen en pancreas beschrijven (zie
lesdoelstellingen).
- Omschrijven hoe de gevraagde pathologie (zie lesdoelstellingen) zich presenteert.
- De technische toepassingen (zie lesdoelstellingen) verantwoorden.
- De verschillende echografische artefacten beschrijven.
- De benodigde stappen voor het methodisch uitvoeren van het gevraagde echografisch
onderzoek beschrijven en met behulp van echovaardigheden het gewenste orgaan in beeld
brengen.
- Conform echografische terminologie beschrijven hoe de gevraagde casuïstiek/ pathologie
uit het digitale aanvragenbakje zich echografisch presenteert.
- De zelfstandig gemaakte echografische beelden beschrijven en daarnaast een legenda
maken waarin de behandelde structuren worden benoemd.
- Klinisch redeneren.
- Echografische apparatuur zorgvuldig bedienen.
- Periode 4 evalueren en zo nodig het eigen handelen bijstellen.
vEC04-01
Na dit studieonderdeel kan de student:
- De topografische anatomie van de galblaas en galwegen beschrijven.
- Een handelingsschema voor het gevraagde echografisch onderzoek opstellen.
- De galblaas echografisch herkennen.
- De voorwaarden benoemen waaraan het werkdossier moet voldoen aan het einde van deze
periode.
Galblaas anatomie
9. Corpus
10. Fundus
11. Collum
ECHOGRAFIE PERIODE 4 KYARA KUIPER
, Galblaas beeldherkenning en scantechniek
Patiënt moet nuchter zijn.
Vaak is er overprojectie van lucht uit het duodenum of flexura heptica van het colon.
Je begint op rugligging en daarna in linker zijligging. Eventueel kan er ook staand of op rechter
zijligging worden gescand.
Je kijkt of er een afwijking is en of deze dan rolt (galsteen) of vast zit in de galblaaswand (poliep).
De galblaas ligt ventraal: pas hier je diepte op aan.
Bij oppervlakkige ligging van de galblaas kan je in plaats van de convex transducer ook de lineaire
transducer gebruiken.
Galblaas praktische uitvoering
Let op het ademcommando. Laat de patiënt een bolle buik maken en geef compressie op de buik.
1. Start in het sagittale vlak in de mediaanlijn.
2. Zoek de caudale leverrand op en beweeg naar dextra.
a. Houd de caudale leverrand in beeld tot je de galblaas ziet.
3. Pas de diepte aan en zoek de langste as van de galblaas op.
4. Scan de galblaas van wand tot wand helemaal door.
a. Houd de transducer in dezelfde lengte as.
b. Draai de transducer bij zodat je de gehele galblaas door kan scannen.
5. Draai de transducer 90 graden van de huidige positie (tegen de klok in).
6. Begin bij de vena porta (craniale grens galblaas).
7. Zak naar caudaal (halsgebied galblaas).
Herhaal dit onderzoek ook in linker zijligging. Scan altijd van wand tot wand en van fundus tot collum.
ECHOGRAFIE PERIODE 4 KYARA KUIPER
