Zwangerschap 1
Vetten
Vetten bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof atomen;
1 mol glycerol + 3mol vetzuren = triglyceride
KKVZ (korte ketenvetzuren) en LKVZ (lange ketenvetzuren)
Vetzuren variëren ook naar de manier waarop de koolstofatomen met elkaar verbonden zijn
(VVZ: verzadige vetzuren – EOVZ: enkelvoudig onverzadigde vetzuren- MOVZ: meervoudig
onverzadigde vetzuren)
Essentiële vetzuren: vetzuren die niet uit andere vetzuren of Kh gevormd worden zoals
omega 3 en 6
Functies:
Energie 1g vet is 9kcal
Functie van vetten is vooral voor opslag, warmte-isolatie en bescherming. Het zijn de
bouwstenen van celmembranen. Het speelt een rol in veel lichaamsprocessen en geven
bescherming van organen. Ze zijn ook een aanvoer van vetoplosbare vitaminen (A D E K)
Vertering:
Eerst in het maagdarmkanaal door galzure zouten geëmulgeerd
Daarna verteerd door lipase ( pancreas )
Via het lymfesysteem in het bloed
Dan in de weefsels afgebroken tot Co2 en H2O waarbij energie vrijkomt.
Eigenschappen en toepassingen:
Eigenschappen:
- VV:
• hoog smeltpunt / kamerT° vast
• stabiel,
• niet gevoelig voor oxidatie
- EOV:
• lager smeltpunt / kamerT° meestal vloeibaar
- MOV:
• laag smeltpunt / kamerT° alle vloeibaar
• gevoelig voor oxidatie
• meer onverzadigde vetten -> meer antioxidanten vb Vit E
Toepassingen:
Verhitting tot 150°- 180°: hoger ontleding met vorming acroleïne, irriteert slijmvliezen van
neus, keel en ogen + stinkende damp
-> carcinogeen
Verzadiging: bv borstvoeding: melk wordt vetter naar het einde van de voeding toe
KKVZ: bij verteringsproblemen kunnen zonder galzouten en lipase rechtstreeks in het bloed
opgenomen worden
Vetten
Vetten bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof atomen;
1 mol glycerol + 3mol vetzuren = triglyceride
KKVZ (korte ketenvetzuren) en LKVZ (lange ketenvetzuren)
Vetzuren variëren ook naar de manier waarop de koolstofatomen met elkaar verbonden zijn
(VVZ: verzadige vetzuren – EOVZ: enkelvoudig onverzadigde vetzuren- MOVZ: meervoudig
onverzadigde vetzuren)
Essentiële vetzuren: vetzuren die niet uit andere vetzuren of Kh gevormd worden zoals
omega 3 en 6
Functies:
Energie 1g vet is 9kcal
Functie van vetten is vooral voor opslag, warmte-isolatie en bescherming. Het zijn de
bouwstenen van celmembranen. Het speelt een rol in veel lichaamsprocessen en geven
bescherming van organen. Ze zijn ook een aanvoer van vetoplosbare vitaminen (A D E K)
Vertering:
Eerst in het maagdarmkanaal door galzure zouten geëmulgeerd
Daarna verteerd door lipase ( pancreas )
Via het lymfesysteem in het bloed
Dan in de weefsels afgebroken tot Co2 en H2O waarbij energie vrijkomt.
Eigenschappen en toepassingen:
Eigenschappen:
- VV:
• hoog smeltpunt / kamerT° vast
• stabiel,
• niet gevoelig voor oxidatie
- EOV:
• lager smeltpunt / kamerT° meestal vloeibaar
- MOV:
• laag smeltpunt / kamerT° alle vloeibaar
• gevoelig voor oxidatie
• meer onverzadigde vetten -> meer antioxidanten vb Vit E
Toepassingen:
Verhitting tot 150°- 180°: hoger ontleding met vorming acroleïne, irriteert slijmvliezen van
neus, keel en ogen + stinkende damp
-> carcinogeen
Verzadiging: bv borstvoeding: melk wordt vetter naar het einde van de voeding toe
KKVZ: bij verteringsproblemen kunnen zonder galzouten en lipase rechtstreeks in het bloed
opgenomen worden