Samenvatting OZ toets periode 6/7
Periode 6
Meetniveau van variabelen:
Nominaal – categorieën zonder ordening
- Man = 1
- Vrouw = 2
Ordinaal – categorieën met ordening, geen gelijke
verschillen
- Helemaal oneens – helemaal eens (1-5)
- Opleidingsniveau: laag, midden hoog
Continue – getallen, verschillen gelijk tussen
waardes
- Interval: geen absoluut nulpunt (graden Celsius)
- Ratio: absoluut nulpunt (gewicht en lengte)
Afhankelijk van het meetniveau kunnen de verschillende maten worden gekozen:
Meetniveau Numeriek Grafisch
Nominaal Frequentie verdeling Cirkeldiagram en staafdiagram
(absoluut, relatief)
Ordinaal Frequentie verdeling Staafdiagram
(absoluut, relatief, cumulatief)
Mediaan en IQR
Scale (ratio en interval) Mediaan, IQR, gemiddelde en Histogram en boxplot
standaarddeviatie
De relatieve frequentie kan je vinden door in SPSS -> analyze, descriptive statistics, frequency.
Kruistabel in SPSS van variabelen -> analyze, descriptive statistics, crosstabs.
Sensitiviteit
De kans dat de test een uitslag “positief” of “afwijkend” geeft bij mensen die de ziekte hebben
(terecht positief).
Specificiteit
De kans dat de test een uitslag “negatief” of “niet afwijkend” geeft bij de mensen die de ziekte niet
hebben (terecht negatief).
De gouden standaard is de best beschikbare test om onderscheid te kunnen maken tussen ziek en
niet ziek.
, Een onderzoek wordt vaak gedaan in een kleinere
onderzoeksgroep dan de doelpopulatie waarover je
iets wilt zeggen. Hierbij doe je een steekproef, een
steekproef moet zo representatief en zo groot
mogelijk te zijn. De resultaten van de steekproef zijn
een schatting van de werkelijke waarde in de
doelpopulatie.
Hoe groter de n (het aantal herhalingen) des te symmetrischer zal de normaal verdeling worden.
Hierdoor ga je een mooie normaal verdeling curve krijgen.
Een continue variabelen heeft in theorie oneindig veel uitkomsten, de kans op een bepaalde waarde
is in theorie altijd 0.
Een normale verdeling heeft al kenmerken dat deze:
Symmetrisch is
1 top heeft
Totale oppervlakte bedraagt 100%
De Y-as is de kansdichtheid. Y-as kansdichtheid: De kansdichtheid geeft voor een continue
stochastische variabele een goed beeld hoe de totale 'kansmassa' (in totaal 1) verdeeld is
over het waardenbereik van de stochastische variabele.
Bestaat uit 2 belangrijke parameters: Gemiddelde µ en standaard deviatie σ.
Een normaal verdeling heeft een soort empirische regel. Deze zegt:
68%: binnen 1 SD (µ -/+ 1σ)
95%: binnen 2 SD (µ -/+ 2σ)
99,9%: binnen 3 SD (µ -/+ 3σ)
De onderzoeksvraag bepaalt mede het soort statistische methoden:
Beschrijvende onderzoeksvraag:
Beschrijvende statistiek (frequenties, centrum en spreidingsmaten)
Vraag naar verschillen of verbanden
Eerste indruk: beschrijvende statistiek (frequenties, centrum en spreidingsmaten). Toetsende
statistiek (H0 en Ha, p-waarde (op basis van de juiste toets)).
Periode 6
Meetniveau van variabelen:
Nominaal – categorieën zonder ordening
- Man = 1
- Vrouw = 2
Ordinaal – categorieën met ordening, geen gelijke
verschillen
- Helemaal oneens – helemaal eens (1-5)
- Opleidingsniveau: laag, midden hoog
Continue – getallen, verschillen gelijk tussen
waardes
- Interval: geen absoluut nulpunt (graden Celsius)
- Ratio: absoluut nulpunt (gewicht en lengte)
Afhankelijk van het meetniveau kunnen de verschillende maten worden gekozen:
Meetniveau Numeriek Grafisch
Nominaal Frequentie verdeling Cirkeldiagram en staafdiagram
(absoluut, relatief)
Ordinaal Frequentie verdeling Staafdiagram
(absoluut, relatief, cumulatief)
Mediaan en IQR
Scale (ratio en interval) Mediaan, IQR, gemiddelde en Histogram en boxplot
standaarddeviatie
De relatieve frequentie kan je vinden door in SPSS -> analyze, descriptive statistics, frequency.
Kruistabel in SPSS van variabelen -> analyze, descriptive statistics, crosstabs.
Sensitiviteit
De kans dat de test een uitslag “positief” of “afwijkend” geeft bij mensen die de ziekte hebben
(terecht positief).
Specificiteit
De kans dat de test een uitslag “negatief” of “niet afwijkend” geeft bij de mensen die de ziekte niet
hebben (terecht negatief).
De gouden standaard is de best beschikbare test om onderscheid te kunnen maken tussen ziek en
niet ziek.
, Een onderzoek wordt vaak gedaan in een kleinere
onderzoeksgroep dan de doelpopulatie waarover je
iets wilt zeggen. Hierbij doe je een steekproef, een
steekproef moet zo representatief en zo groot
mogelijk te zijn. De resultaten van de steekproef zijn
een schatting van de werkelijke waarde in de
doelpopulatie.
Hoe groter de n (het aantal herhalingen) des te symmetrischer zal de normaal verdeling worden.
Hierdoor ga je een mooie normaal verdeling curve krijgen.
Een continue variabelen heeft in theorie oneindig veel uitkomsten, de kans op een bepaalde waarde
is in theorie altijd 0.
Een normale verdeling heeft al kenmerken dat deze:
Symmetrisch is
1 top heeft
Totale oppervlakte bedraagt 100%
De Y-as is de kansdichtheid. Y-as kansdichtheid: De kansdichtheid geeft voor een continue
stochastische variabele een goed beeld hoe de totale 'kansmassa' (in totaal 1) verdeeld is
over het waardenbereik van de stochastische variabele.
Bestaat uit 2 belangrijke parameters: Gemiddelde µ en standaard deviatie σ.
Een normaal verdeling heeft een soort empirische regel. Deze zegt:
68%: binnen 1 SD (µ -/+ 1σ)
95%: binnen 2 SD (µ -/+ 2σ)
99,9%: binnen 3 SD (µ -/+ 3σ)
De onderzoeksvraag bepaalt mede het soort statistische methoden:
Beschrijvende onderzoeksvraag:
Beschrijvende statistiek (frequenties, centrum en spreidingsmaten)
Vraag naar verschillen of verbanden
Eerste indruk: beschrijvende statistiek (frequenties, centrum en spreidingsmaten). Toetsende
statistiek (H0 en Ha, p-waarde (op basis van de juiste toets)).
