Hoofdstuk 5
✔Paragraaf 1
Import= invoer, producten die vanuit het buitenland zijn geïmporteerd. Je krijgt een
groter assortiment aan producten.
Export= uitvoer, producten verkopen naar andere landen. Dit gebeurt vooral binnen
de EU.
Exportquote= waarde van de export in producenten van de totale productie van een
land. Hoe hoger hoe belangrijker de export is. export : bbp x 100
Importquote= waarde van de import in producenten van de totale productie van een
land. Hoe hoger hoe belangrijker de import is. import : bbp x 100
Dekkingsgraad= export : import x 100
Voordelen import voor Nederlandse consument
- De grote variatie in producten en diensten
- De concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven.
Voordelen van concurrentie voor de consument zijn.
- De steeds betere kwaliteit van de producten. (Bedrijven vechten om de beste
kwaliteit dus meer klanten)
- De voordelige prijs van de producten. (De klant kies de best prijs)
Veel bedrijven versterken hun concurrentiepositie door een lagere prijs te vragen
voor hun producten dan andere producenten. De klanten profiteren hiervan.
Er wordt veel geïmporteerd in NL. Ondernemers zijn hier niet blij mee want bij
minder import is er ook minder concurrentie.
✔Paragraaf 2
Als Nederlandse bedrijven meer exporteren naar het buitenland.
- Stijgt de productie in NL
- Stijgt de winst in NL
- Stijgt de werkgelegenheid in NL
Door investeringen kunnen bedrijven. (Productmethodes)
- De prijs van hun producten verlagen.
- De kwaliteit van hun producten verbeteren
Dit komt omdat ze dan meer geld hebben.
De export van Nederlandse Bedrijven stijgt door een goede marketingmix van:
- Productiebeleid. (Bijv. Goed assortiment)
- Prijsbeleid (bijv. lage prijzen)
- Plaatsbeleid (bijv. Verkoop in landen waar Nederlandse producten populair
zijn.)
- Promotiebeleid. (Bijv. reclame)
- Presentatiebeleid. (Bijv. Inspelen op cultuur van andere landen)
- Personeelsbeleid. (Bijv. personen dat buitenlandse talen spreekt)
✔Paragraaf 1
Import= invoer, producten die vanuit het buitenland zijn geïmporteerd. Je krijgt een
groter assortiment aan producten.
Export= uitvoer, producten verkopen naar andere landen. Dit gebeurt vooral binnen
de EU.
Exportquote= waarde van de export in producenten van de totale productie van een
land. Hoe hoger hoe belangrijker de export is. export : bbp x 100
Importquote= waarde van de import in producenten van de totale productie van een
land. Hoe hoger hoe belangrijker de import is. import : bbp x 100
Dekkingsgraad= export : import x 100
Voordelen import voor Nederlandse consument
- De grote variatie in producten en diensten
- De concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven.
Voordelen van concurrentie voor de consument zijn.
- De steeds betere kwaliteit van de producten. (Bedrijven vechten om de beste
kwaliteit dus meer klanten)
- De voordelige prijs van de producten. (De klant kies de best prijs)
Veel bedrijven versterken hun concurrentiepositie door een lagere prijs te vragen
voor hun producten dan andere producenten. De klanten profiteren hiervan.
Er wordt veel geïmporteerd in NL. Ondernemers zijn hier niet blij mee want bij
minder import is er ook minder concurrentie.
✔Paragraaf 2
Als Nederlandse bedrijven meer exporteren naar het buitenland.
- Stijgt de productie in NL
- Stijgt de winst in NL
- Stijgt de werkgelegenheid in NL
Door investeringen kunnen bedrijven. (Productmethodes)
- De prijs van hun producten verlagen.
- De kwaliteit van hun producten verbeteren
Dit komt omdat ze dan meer geld hebben.
De export van Nederlandse Bedrijven stijgt door een goede marketingmix van:
- Productiebeleid. (Bijv. Goed assortiment)
- Prijsbeleid (bijv. lage prijzen)
- Plaatsbeleid (bijv. Verkoop in landen waar Nederlandse producten populair
zijn.)
- Promotiebeleid. (Bijv. reclame)
- Presentatiebeleid. (Bijv. Inspelen op cultuur van andere landen)
- Personeelsbeleid. (Bijv. personen dat buitenlandse talen spreekt)