Maker samenvatting: Kayleigh v/d Braber
Verkoopcijfers
Hoofdstuk 1,
Afzet: Het aantal stuks van een product dat je verkoopt.
Bedrijfskosten: De kosten die een ondernemer maakt, zoals de kosten voor huur, personeel
en energie. Dit noem je ook exploitatiekosten.
Brutowinst: De omzet min de inkoopwaarde van de omzet.
Btw: Belasting over de toegevoegde waarde. Dit is een belasting die de overheid heft op
verkoop van producten en diensten. Wordt ook omzetbelasting genoemd.
Btw-tarief: Het algemene btw-tarief is 21%, het lage btw-tarief voor noodzakelijke goederen
is 9%.
Consumentenomzet: De verkopen (omzet) inclusief btw.
Consumentenprijs: De verkoopprijs inclusief de btw.
Exploitatiekosten: De kosten die een ondernemer maakt, zoals de kosten voor huur
personeel en energie. Dit noem je ook bedrijfskosten.
Inkoopprijs: De prijs die je betaalt voor de producten die je inkoopt.
Inkoopwaarde van de omzet: Het totaalbedrag waarvoor de winkelier de verkochte artikelen
heeft ingekocht, exclusief btw.
Nettoresultaat: Brutowinst minus exploitatiekosten.
Omzet: De totale verkopen exclusief btw.
Omzetbelasting: Belasting over de toegevoegde waarde. Dit is een belasting die de overheid
heft op verkoop van producten en diensten. Dit noem je ook btw.
Resultaat: De uitkomst van de winstberekening.
Verkoopprijs: De prijs waarvoor je een product verkoopt, exclusief btw.
1
, Maker samenvatting: Kayleigh v/d Braber
2
Verkoopcijfers
Hoofdstuk 1,
Afzet: Het aantal stuks van een product dat je verkoopt.
Bedrijfskosten: De kosten die een ondernemer maakt, zoals de kosten voor huur, personeel
en energie. Dit noem je ook exploitatiekosten.
Brutowinst: De omzet min de inkoopwaarde van de omzet.
Btw: Belasting over de toegevoegde waarde. Dit is een belasting die de overheid heft op
verkoop van producten en diensten. Wordt ook omzetbelasting genoemd.
Btw-tarief: Het algemene btw-tarief is 21%, het lage btw-tarief voor noodzakelijke goederen
is 9%.
Consumentenomzet: De verkopen (omzet) inclusief btw.
Consumentenprijs: De verkoopprijs inclusief de btw.
Exploitatiekosten: De kosten die een ondernemer maakt, zoals de kosten voor huur
personeel en energie. Dit noem je ook bedrijfskosten.
Inkoopprijs: De prijs die je betaalt voor de producten die je inkoopt.
Inkoopwaarde van de omzet: Het totaalbedrag waarvoor de winkelier de verkochte artikelen
heeft ingekocht, exclusief btw.
Nettoresultaat: Brutowinst minus exploitatiekosten.
Omzet: De totale verkopen exclusief btw.
Omzetbelasting: Belasting over de toegevoegde waarde. Dit is een belasting die de overheid
heft op verkoop van producten en diensten. Dit noem je ook btw.
Resultaat: De uitkomst van de winstberekening.
Verkoopprijs: De prijs waarvoor je een product verkoopt, exclusief btw.
1
, Maker samenvatting: Kayleigh v/d Braber
2