Van gedachten wisselen
Richard de Brabander, Derde, herziende druk 2019
Hoofdstuk 2: Eigen regie en de vraag naar het goede leven
Eigen regie binnen het sociaal werk: binnen een bepaalde ruimte mogen we beslissingen nemen die ons aangaan (p.
47).
Bestaansethiek van Aristoteles en Seneca: meesterschap over jezelf en een bewuste keuze maken wie je wilt zijn en
hoe je wilt leven (p. 47).
De economische crisis schaadt het vertrouwen in de politiek. Die heeft burgers niet kunnen beschermen tegen de
wereldwijde macht van de banken en andere transnationale ondernemingen. De speculaties met hypotheken,
aandelen en andere financiële producten leidden een financiële crisis en vervolgens een economische crisis in (p.
48).
Onze keuzevrijheid is niet ‘de vrijheid van iemand die vrijelijk zijn lot kan bepalen, maar de angstaanjagende vrijheid
van iemand die zich constant van de gevolgen bewust is’ (p. 48).
De zelfredzaamheidmatrix (ZRM) maakt van cliënten een object, want de enige eigenschappen die meetellen, zijn de
eigenschappen die gemeten kunnen worden en die in de matrix passen (p. 49).
Rationalisering leidt tot een vergaande controle over ons leven i.p.v. tot een bevrijding. Daarnaast leidt toenemende
rationalisering tot het onbeantwoord blijven in de vraag naar het goede leven (p. 50).
Omdenken: ‘denken in termen van mogelijkheden en niet van problemen’. Het is een manier van denken waarbij je
kijkt naar de werkelijkheid zoals die is, en wat je daar mee zou kunnen. Je gebruikt de energie van het probleem voor
iets nieuws (p. 51).
Schmid: Vaak zijn we niet het slachtoffer van uitwendige, anonieme machten of inwendige psychische structuren,
maar van een denken dat ons dit en niets anders over iets laat denken. Het denken kan houding en gedrag
beïnvloeden en uit impasses (stilstand, depressie-achtige gevoelens) bevrijden. >> We worden slachtoffer of
afhankelijk zijn van de vanzelfsprekende manier waarop we denken. Door anders te denken, kunnen we onszelf
bevrijden en ons gedrag veranderen (p. 52).
Het antwoord op de vraag hoe te leve draait in de filosofie van de levenskunst om de vraag hoe we meesterschap
over onszelf kunnen krijgen (p. 52).
Het gaat in de levenskunst om het ontwikkelen van een ethos (het zoeken van een levenshouding die een
uitdrukking is van het goede leven, ook wel bestaansethiek genoemd) of levenshouding (p. 52).
De antieke bestaansethiek is een praktische filosofie gericht op meesterschap, zingeving en identiteit (p. 53).
Filosofen
Aristoteles: Het doel van de mens is geluk: een gelukkig mens is een geslaagd mens (p. 53).
Een goed leven is een leven dat zijn hoogste doel (geluk) heeft bereikt. Een gelukkig mens is
iemand die zichzelf heeft verwerkelijkt en over voortreffelijke karaktereigenschappen
beschikt. We kunnen ons hoogste doel alleen bereiken door te handelen volgens de rede (p.
54).
We kunnen niet gelukkig zijn wanneer andere dat niet zijn. We zijn van nature
gemeenschapswezen (p. 55)
Basisidee van zijn mensbeeld: Alle levende natuur streeft naar zelfverwerkelijking en
volmaaktheid (p. 54).
Deugd: optimale gebruik van de rede. ‘perfectioneren’, ‘vervolmaken’ (p. 56).
Seneca: Een vertegenwoordiger van de stoïcijnse (zuilengalerij) filosofie.
Richard de Brabander, Derde, herziende druk 2019
Hoofdstuk 2: Eigen regie en de vraag naar het goede leven
Eigen regie binnen het sociaal werk: binnen een bepaalde ruimte mogen we beslissingen nemen die ons aangaan (p.
47).
Bestaansethiek van Aristoteles en Seneca: meesterschap over jezelf en een bewuste keuze maken wie je wilt zijn en
hoe je wilt leven (p. 47).
De economische crisis schaadt het vertrouwen in de politiek. Die heeft burgers niet kunnen beschermen tegen de
wereldwijde macht van de banken en andere transnationale ondernemingen. De speculaties met hypotheken,
aandelen en andere financiële producten leidden een financiële crisis en vervolgens een economische crisis in (p.
48).
Onze keuzevrijheid is niet ‘de vrijheid van iemand die vrijelijk zijn lot kan bepalen, maar de angstaanjagende vrijheid
van iemand die zich constant van de gevolgen bewust is’ (p. 48).
De zelfredzaamheidmatrix (ZRM) maakt van cliënten een object, want de enige eigenschappen die meetellen, zijn de
eigenschappen die gemeten kunnen worden en die in de matrix passen (p. 49).
Rationalisering leidt tot een vergaande controle over ons leven i.p.v. tot een bevrijding. Daarnaast leidt toenemende
rationalisering tot het onbeantwoord blijven in de vraag naar het goede leven (p. 50).
Omdenken: ‘denken in termen van mogelijkheden en niet van problemen’. Het is een manier van denken waarbij je
kijkt naar de werkelijkheid zoals die is, en wat je daar mee zou kunnen. Je gebruikt de energie van het probleem voor
iets nieuws (p. 51).
Schmid: Vaak zijn we niet het slachtoffer van uitwendige, anonieme machten of inwendige psychische structuren,
maar van een denken dat ons dit en niets anders over iets laat denken. Het denken kan houding en gedrag
beïnvloeden en uit impasses (stilstand, depressie-achtige gevoelens) bevrijden. >> We worden slachtoffer of
afhankelijk zijn van de vanzelfsprekende manier waarop we denken. Door anders te denken, kunnen we onszelf
bevrijden en ons gedrag veranderen (p. 52).
Het antwoord op de vraag hoe te leve draait in de filosofie van de levenskunst om de vraag hoe we meesterschap
over onszelf kunnen krijgen (p. 52).
Het gaat in de levenskunst om het ontwikkelen van een ethos (het zoeken van een levenshouding die een
uitdrukking is van het goede leven, ook wel bestaansethiek genoemd) of levenshouding (p. 52).
De antieke bestaansethiek is een praktische filosofie gericht op meesterschap, zingeving en identiteit (p. 53).
Filosofen
Aristoteles: Het doel van de mens is geluk: een gelukkig mens is een geslaagd mens (p. 53).
Een goed leven is een leven dat zijn hoogste doel (geluk) heeft bereikt. Een gelukkig mens is
iemand die zichzelf heeft verwerkelijkt en over voortreffelijke karaktereigenschappen
beschikt. We kunnen ons hoogste doel alleen bereiken door te handelen volgens de rede (p.
54).
We kunnen niet gelukkig zijn wanneer andere dat niet zijn. We zijn van nature
gemeenschapswezen (p. 55)
Basisidee van zijn mensbeeld: Alle levende natuur streeft naar zelfverwerkelijking en
volmaaktheid (p. 54).
Deugd: optimale gebruik van de rede. ‘perfectioneren’, ‘vervolmaken’ (p. 56).
Seneca: Een vertegenwoordiger van de stoïcijnse (zuilengalerij) filosofie.