LP 5.2: VERSLAG ETHISCH DILEMMA
DT.45613
ANIEK MULDERS
463907
ESW2V.E3
,Inhoud
Ethisch dilemma.....................................................................................................................................2
Handelingsalternatieven.....................................................................................................................2
Deugdethiek.......................................................................................................................................2
Gevolgenethiek...................................................................................................................................3
Beginselethiek....................................................................................................................................3
Besluitvorming........................................................................................................................................3
Literatuurlijst..........................................................................................................................................4
1
, Ethisch dilemma
Tijdens mijn stage in het vluchtelingenwerk kwam een mevrouw uit Syrië op spreekuur en
vertelde tegen mijn collega dat ze zwanger was. Op dat moment was ze ongeveer 2
maanden zwanger en had ze geen contact meer met haar man, de zwangerschap is
bovendien ook veroorzaakt door overspel. In het laatste gesprek zei ze dat ze geen uitweg
zag en een abortus overwoog, ook al was dat tegen haar geloofsovertuiging in. Ze vroeg mijn
collega persoonlijk om moreel advies en praktische hulp te zoeken (onder andere het
regelen van een abortus, omdat ze de Nederlandse taal nog niet goed beheerste). Mijn
collega wist niet of ze op deze vragen kon of mocht ingaan als beginnende hulpverlener.
Handelingsalternatieven
Er zijn twee handelingsalternatieven:
Mijn collega kan wel ingaan op het regelen van een abortus voor haar cliënt.
Mijn collega kan niet ingaan op het regelen van een abortus voor haar cliënt.
Deugdethiek
Volgens de deugdethiek moeten de intenties en motieven van de persoon die handelt goed
zijn (Ebskamp, 2014). Deugdethiek heeft niets te maken met specifieke doelen en / of
gevolgen, maar met wat voor mens iemand wil zijn (Ebskamp, 2014).
Deugden bij het handelingsalternatief dat mijn collega wel kan ingaan op het regelen van
een abortus voor haar cliënt:
Een mooie deugd is verstandigheid. Verstandigheid betekent: “wie immers een deugd wil
beoefenen, moet een juist oordeel hebben” (Tongerlo, 2016). Het hangt af van wat de cliënt
belangrijk vindt, maar de cliënt moet overwegen of ze goed handelt wanneer ze abortus zou
plegen. Denkt ze op dat moment dat ze een goed persoon is of een slecht persoon? Een
andere deugd is sterkte. Sterkte betekent: “hij moet de moeilijkheden trotseren én mag zich
niet laten ontmoedigen” (Tongerlo, 2016). De cliënt heeft geen enkele Nederlandse wet
overtreden als ze een abortus heeft ondergaan, op deze manier kan ze haar moeilijkheden
trotseren. Daarnaast geeft het mijn collega een voldaan gevoel, wanneer ze haar cliënt heeft
geholpen. Mijn collega kan de cliënt helpen bij het maken van de juiste beslissing. Een
maatschappelijk werker werkt vooral vanuit haar relatie met de cliënt: de cliënt kan alles
zeggen tegen de hulpverlener en zo ook tegen mijn collega.
Deugden bij het handelingsalternatief dat mijn collega niet kan ingaan op het regelen van
een abortus voor haar cliënt:
Een deugd dat bij deze handeling goed past is rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid betekent:
“hij moet achting hebben voor wet en plicht én eenieder geven wat hem toekomt”
(Tongerlo, 2016). De geloofsovertuigingen van de cliënt staan abortus niet toe, dus ze moet
overwegen wat belangrijker voor haar is. Daarnaast is mijn collega er om het leven te redden
en in stand te houden. Vanuit het perspectief van haar missieconcept kan ze als persoon niet
het leven van een ander beëindigen, ook al is deze nog niet geboren. Ook hierbij moet mijn
collega rechtvaardig handelen.
2
DT.45613
ANIEK MULDERS
463907
ESW2V.E3
,Inhoud
Ethisch dilemma.....................................................................................................................................2
Handelingsalternatieven.....................................................................................................................2
Deugdethiek.......................................................................................................................................2
Gevolgenethiek...................................................................................................................................3
Beginselethiek....................................................................................................................................3
Besluitvorming........................................................................................................................................3
Literatuurlijst..........................................................................................................................................4
1
, Ethisch dilemma
Tijdens mijn stage in het vluchtelingenwerk kwam een mevrouw uit Syrië op spreekuur en
vertelde tegen mijn collega dat ze zwanger was. Op dat moment was ze ongeveer 2
maanden zwanger en had ze geen contact meer met haar man, de zwangerschap is
bovendien ook veroorzaakt door overspel. In het laatste gesprek zei ze dat ze geen uitweg
zag en een abortus overwoog, ook al was dat tegen haar geloofsovertuiging in. Ze vroeg mijn
collega persoonlijk om moreel advies en praktische hulp te zoeken (onder andere het
regelen van een abortus, omdat ze de Nederlandse taal nog niet goed beheerste). Mijn
collega wist niet of ze op deze vragen kon of mocht ingaan als beginnende hulpverlener.
Handelingsalternatieven
Er zijn twee handelingsalternatieven:
Mijn collega kan wel ingaan op het regelen van een abortus voor haar cliënt.
Mijn collega kan niet ingaan op het regelen van een abortus voor haar cliënt.
Deugdethiek
Volgens de deugdethiek moeten de intenties en motieven van de persoon die handelt goed
zijn (Ebskamp, 2014). Deugdethiek heeft niets te maken met specifieke doelen en / of
gevolgen, maar met wat voor mens iemand wil zijn (Ebskamp, 2014).
Deugden bij het handelingsalternatief dat mijn collega wel kan ingaan op het regelen van
een abortus voor haar cliënt:
Een mooie deugd is verstandigheid. Verstandigheid betekent: “wie immers een deugd wil
beoefenen, moet een juist oordeel hebben” (Tongerlo, 2016). Het hangt af van wat de cliënt
belangrijk vindt, maar de cliënt moet overwegen of ze goed handelt wanneer ze abortus zou
plegen. Denkt ze op dat moment dat ze een goed persoon is of een slecht persoon? Een
andere deugd is sterkte. Sterkte betekent: “hij moet de moeilijkheden trotseren én mag zich
niet laten ontmoedigen” (Tongerlo, 2016). De cliënt heeft geen enkele Nederlandse wet
overtreden als ze een abortus heeft ondergaan, op deze manier kan ze haar moeilijkheden
trotseren. Daarnaast geeft het mijn collega een voldaan gevoel, wanneer ze haar cliënt heeft
geholpen. Mijn collega kan de cliënt helpen bij het maken van de juiste beslissing. Een
maatschappelijk werker werkt vooral vanuit haar relatie met de cliënt: de cliënt kan alles
zeggen tegen de hulpverlener en zo ook tegen mijn collega.
Deugden bij het handelingsalternatief dat mijn collega niet kan ingaan op het regelen van
een abortus voor haar cliënt:
Een deugd dat bij deze handeling goed past is rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid betekent:
“hij moet achting hebben voor wet en plicht én eenieder geven wat hem toekomt”
(Tongerlo, 2016). De geloofsovertuigingen van de cliënt staan abortus niet toe, dus ze moet
overwegen wat belangrijker voor haar is. Daarnaast is mijn collega er om het leven te redden
en in stand te houden. Vanuit het perspectief van haar missieconcept kan ze als persoon niet
het leven van een ander beëindigen, ook al is deze nog niet geboren. Ook hierbij moet mijn
collega rechtvaardig handelen.
2